8 reacties

onze samenleving?


28.02.2011

Zaterdag in de Volkskrant, een interview met psychiater Frank Koerselman over de verwende samenleving.
Ik heb net ruim 12 uur plat gelegen omdat een uit de bocht gevlogen zenuw, mij belette te zitten,staan of lopen.Ik weet wat ik dan moet doen. Een stoel pakken, die naar de trap duwen met mijzelf er achter aan, zien dat ik boven kom, gaan liggen en wachten dat het voorbij is.
Gestolde hysterie zei ik een keer tegen een vriendin, toen ik zo had liggen draaien, de hele nacht, dat ik de volgende dag mijn hoofd niet van mijn kussen kreeg. Alleen als ik mijn handen achter mijn hoofd vouwde kon ik dat omhoog duwen en zo mijn bed uit komen.
Noem het maar gestolde historie, dat is vriendelijker voor jezelf, zei die vriendin. Goed, dit weekend had ik last van gestolde historie. Er is geen psychiater aan te pas gekomen.
De verwende samenleving, waarom word ik toch altijd zo boos? Ik kan niet tegen al dat negatieve gedoe.
Hij heeft ongetwijfeld gelijk want er zijn mensen die vinden dat ze overal recht op hebben.Dat zijn niet mijn vrienden.
Terug naar het interview.In grote kapitalen staat dan ergens op de pagina "al dat twitteren en bloggen:alsof het er iets toe doet wat jij vindt.
Nu voel ik mij aangesproken.Hoezo doet het er niets toe wat ik vind, of mijn buurvrouw of mijn neef, mijn kleinkind, wie dan ook.
Wij doen er allemaal toe, meneer de psychiater. Wist een Geert Wilders dat maar, het CDA en de VVD. Die vinden dat zij alleen er iets toe doen en de rest niet.
U doet er ook toe en dat weet u, anders stond u niet zo uitgebreid in de krant.
Ik moet denken aan de periode dat ik hier kwam wonen.
Deelde ik de ene dag bloemen uit aan alle winkeliers van Oud-Zuid in Amsterdam,dagdag, wij gaan verhuizen, naar de begane grond, met een tuin en buitenspeel mogelijkheden voor Sara van drie, die als baby bij de groenteman werd gewogen in de aardappelschaal, bij de drogist op de trap moest zitten en dan een zakje streepjesdrop kreeg.De volgende dag was ik afgesneden van mijn oude wereld.
De nieuwe wijk was één grote zandbak, overal reden nog werkauto's en het regende dag in dag uit. Geen telefoon, straatverlichting of winkel in de buurt.
Na een paar maanden wist ik dat ik iets moest doen, mensen zien of ik zou ziek worden.
Dus ben ik kursussen gaan geven in mijn huis want er was nergens wat. Handvormen in klei, noemde ik dat. Al die mensen die naar mij toe kwamen, deden er toe, voor mij en wat zo mooi was, in een vrouw-onvriendelijke omgeving, toen, deed ik met mijn atelier er ook toe, voor hen.

Dat is allemaal verleden tijd, mijn kinderen zijn uitgevlogen, hun vader leeft niet meer en ik kreeg de behoefte weer ergens bij te horen.
Ik volgde schrijfkursussen, maak deel uit van een schrijverskring en ik heb een blog. Niet om belangrijk te zijn maar om te delen. Het uitwisselen van gedachten, van schoonheid in woorden uitgedrukt.Ik kan mij zo verheugen in wat ik zie en lees op al die bloggen.Zij doen er toe, ik scherp mij er aan.
Onder een grote foto van bijna een hele pagina van de heer Koerselman, psychiater staat: Zoals je geen recht heb op het leven, zo heb je ook geen recht op de dood.
Maar we gaan allemaal dood, dat is nu net het thema waar ik deze winter mee worstelde.
In één ding moet ik hem gelijk geven. Hij zegt "Er is nu eenmaal tegenslag, daar moet je mee leren omgaan".
Meneer Koerselman ziet het leven meer in de context van plicht dan van recht, zegt hij.
Zelf denk ik, dat je altijd goed moet proberen te zien wat je eigen aandeel is in alles wat aan jou gebeurt.
Wat geweldig. Dank zij deze psychiater weet ik weer dat ik er toe doe,voor mijzelf,voor anderen en dat er veel mensen zijn die er voor mij toe doen.
Ik zet een mooie foto bij deze tekst. Daar heb ik recht op.
Ameland waar ik altijd weer tot mijzelf kom.

13 reacties

Schilderen;Drion


24.02.2011

Gisteren de hele dag geschilderd.Ik kan niet tekenen, omdat ik nooit het perspectief zie, de grote lijnen.Ik blijf hangen in details waarvan ik er niet één over het hoofd zie. Bij portretschilderen deed ik zeer serieus mijn best want ik wilde het echt leren.De docente,Nan Cossaer, schoot altijd in de lach want onbedoeld haalde ik altijd iets naar voren uit een gezicht waardoor het meer een karikatuur werd.Bij modeltekenen werden het langgerekte figuren zonder het geniale van Modigliani.Ik schilder dus abstract en de kleur en vlakverdeling is het belangrijkste.
Gisteren stond er een mooi stilleven op de tafel. Een kan, vol met rode bloemen,oranje stof,koperen bakjes met rood vloeipapier op een prop en twee passepartout die er rechtop tussenin stond. De opdracht was, in verschillende rode tinten een achtergrond maken en verder in complementaire kleuren doorwerken.
Nu heb ik ruim een jaar niet meer geschilderd, alles was weer nieuw.Maar rood,in verschillende tinten, werd het met blauwe accenten en uiteindelijk een hele kleine gele toets.
Rood en blauw, ik moest denken aan het blog dat ik schreef een dag eerder.

In de pauze kwam het gesprek op bejaard, verpleeghuizen en de zwaarte van ouderdom.
Wij hebben allemaal onze ouders al verloren behalve onze docente waarvan ik weet dat haar moeder uitermate zwak is en eigenwijs en hulp niet nodig vindt. Daardoor draait haar vader van 90 jaar bijna helemaal alleen voor de verzorging van zijn vrouw op. En zo kwamen wij bij de regels van de euthanasiewet, het grote goed van een hospitium met de regels van aanname,alsmede palliatieve sedatie.
Met schrik bedacht ik dat over niet al te lange tijd onze kinderen dit soort gesprekken zullen houden.
Ik kwam met de pil van Drion, waarmee iemand zijn eigen leven zou kunnen be-eindigen wanneer daar het moment voor is. Die pil komt er niet. Net zo min een mens voor eigen rechter mag spelen, mag hij niet zelf beslissen dat genoeg, genoeg is.
Daar is iets voor te zeggen in die zin, dat derden zouden kunnen aandringen dat moeder, vader, zo veel lijdt dat sterven een genade is.Oneigenlijke motieven bij mensen komen voor.
Een mens maakt niet gemakkelijk een einde aan zijn leven. Ook in zelfdoding niet.
De pil van Druon lijkt mij, voor alle betrokkenen, menswaardiger dan van de Domtoren springen of voor de trein gaan.Opmerkingen als 'dat mag iemand een ander niet aandoen'zijn gebakken lucht. Iemand die gaat, is dat station al lang voorbij. Zijn blik is gestopt met kijken, zijn voelen is niet meer.Al van de wereld af, gaat hij zijn laatste gang. Ik hoop zo, dat er dan engelen zijn die hem opvangen.
Maar gisteren hadden wij het niet over zelfdoding maar over oude mensen, waarmee zo oneindig geschoven kan worden.
Oud en op en langzaam maar zeker de weg kwijt raken; een sterk hart hebben en een moede geest herbergen. Ik hoop dat dat mij en mijn kinderen bespaard kan blijven.
Dit is een staaltje associërend schrijven.
De ene regel haalt de andere naar boven. Zo schrijf ik, zo schilder ik en zo denk ik.
Terug naar het schilderen. We hebben de middag nog flink doorgewerkt.Opnieuw neem ik mij voor de volgende keer anders te beginnen. Op de middelbare school zei onze tekenlerares 'tekenen is zien', de volgende keer wil ik eerst kijken,dan zien,dan doen.
De afbeelding hierboven heb ik geschilderd toen ik net terug was uit Ghana.
Dit zijn voor mij de kleuren van daar die ik miste op het moment van terugkeer in een wereld van strenge vorst en veel grijs. Zoals het grijs van nu.
Gisteren niet een goed schilderij gemaakt maar mij gewarmd aan het geheel van bezig zijn met kleur en vorm. Ik kwam thuis als een gelukkig mens.

3 reacties

indigoblauw en rood



22.02.2011

Gisteren kreeg ik werkelijk de geest en lapte ik zomaar mijn ramen van binnen en van buiten. Dat was ik al van plan sinds Sinterklaas, in ieder geval voor Kerst, het werd gisteren. Daarna volgden nog andere klussen. Moe en voldaan plofte ik op de bank en bedacht mij dat ik vergeten was vlees of vis uit te vriezer te halen.
Na al dat werk had ik absoluut geen zin om op de fiets nog even boodschappen te gaan doen. Mijn energie was uitverkocht en het is slim om daar rekening mee te houden.
Nu vind ik koken leuk en des te leuker wanneer ik niets in huis heb.Heeft te maken met creativiteit en het volgen van een oerdrift om via potten en pannen te komen tot het geheim van kruiden, pruttelend vocht en geuren die niet door de afvoer verdwijnen.
Wat aardappelpuree verluchtigde ik met snippers rauwe ham en zette het al vast in de magnetron, met een knoflookui.
Maar toen gebeurde het: ik kreeg zo'n vreselijke trek in patat met veel mayonaise en kroketten. Ik keek naar mijn bloemkoolroosjes, mijn winterwortel in dobbelsteentjes, vergat mijn puree en veegde alles in een kom.
De temperatuur lokte niet, maar het avondblauw was groen, mijn dikke jas, dikke sjaal en wanten zouden mij wel beschermen.
Daar ging ik, door de kou naar de jachtvelden, het spoor zoekend van hete frituurvet.
Het frietkot was dicht, niemand thuis, geen heerlijke geuren en warme vetten om mij te voeden.
Drie minuten later was ik weer thuis, de voordeur iets harder dan gewoonlijk, dicht trekkend.Dan is het maar goed dat zo'n mens als ik alleen woont.Even hard schelden, mijzelf zielig vinden, de kat voeren en zelf een goed glas verslaving naar binnen werken. Daarna zag ik de humor in en heb heerlijk mijn groenten gebakken met in het midden twee spiegeleieren. De vergeten puree op tijd verwarmd en eigenlijk erg lekker gegeten.
Of het er iets mee te maken heeft weet ik niet maar ik sliep vannacht onrustig.
Er was iets waarin ik kleur moest bekennen. Eindelijk wakker, besloot ik "morgen trek ik blauw en rood aan". Wat ik heb bekend, weet ik niet maar daarna sliep ik rustig. Indigoblauw en fel rood zijn mijn kleuren deze dag. Wie weet wat het betekent mag het zeggen.

4 reacties

malende


19.02.2011

De morgen is bijna voorbij. Alles gedaan wat je zoal op een zaterdagochtend doet, wanneer je geen haast hebt.Maar ondertussen hebben mijn hersenen op topsnelheid gewerkt en dat heeft alleen maar onrust gebracht. Teveel eigenlijk, om achter mijn pc. te gaan zitten om woorden hiervoor te vinden.
Het begon met een mail van een goede vriend, die ik zeer hoog acht om zijn helderheid van denken.Ik weet dat wij politiek gezien, niet op de zelfde lijn zitten. Maar dat hoeft ook niet, denk ik nog steeds. Nu had hij een sneer voor Femke Halsema en linkse hobbies, het stokpaardje van Wilders.
Net zoals ik jaren geleden niet snapte dat weldenkende mensen achter Pim Fortuyn stonden, begrijp ik nu niet hoe weldenkende mensen iets zien in Geert Wilders.
Een man die nooit ergens verschijnt dan bij gelijk gestemden. Een man die kampioen wegloper is van discussies waar hij niet aan wil,( Daar heb ik nu geen zin an, zei de anders zo beschaafd sprekende Fortuyn, die ineens geen ruimte meer had voor twee a's en dan gewoon wegliep).Ook Wilders roept veel en geeft niet thuis.
Emotioneel achter gebleven, een boos jongetje van een jaar of negen dat tegen de stoepranden schopt en woorden zoekt om te provoceren, zo komt hij op mij over. Iemand de grens over jonassen, tuigdorp en kopvoddentaks om maar een paar voorbeelden te noemen.
Sinds hij onze regering gedoogt, moet ik vaak denken aan het gezegde 'om derwille van de smeer likt de kat de kandeleer'.
Leers die nu ineens harde taal spreekt en een 14jarig meisje, dat beter fries spreekt dan hij limburgs, het land wil uitzetten. Regels zijn regels, nietwaar? Waar heb ik woorden van gelijke strekking toch eerder gehoord?
Zo kwam ik via een e-mail die mij onthutste, bij de krant die ik, als mijn gemoedsrust mij lief is, ook beter niet kan lezen.
Ik krijg de indruk, dat alles van waarde in deze maatschappij, vakkundig wordt afgebroken.
Korten op onderwijs, gezondheidszorg, ouderenzorg en vooral het speciale onderwijs.
Het grootste gevaar zie ik echter in het verbale geweld van dat onvolwassen jongetje. Hoe het hem lukt om tweedeling te zaaien met kreten uit de onderbuiklaag.
Intolerantie is al zichtbaar het gevolg en dat is het grootste maatschappelijk gevaar.
Noem mij naïef maar één ding snap ik niet.
Onze politicie claimen steeds het beste te zoeken voor ons land. Ik geloof er niets van. Niet toen links regeerde en niet toen rechts aan de macht kwam.
Wat zij doen is het andere kamp bestrijden en proberen alles ongedaan te maken.
Rutte heeft de helft van het volk de zee in geveegd. Er is een kabinet waar rechts zijn vingers bij aflikt, zei hij.Rechts,de rijke minderheid van Nederland. Zo hoort het niet.
Er hoort een kabinet te zijn waarin men elkaar probeert te vinden om samen te werken, voor alle nederlanders, voor dat éne land dat wij met elkaar vormen.
Ik zie het, helaas, niet gebeuren.

2 reacties

vogelgeluid


15.02.2011

Het is bijna donker wanneer ik naar de keuken loop om eten te gaan koken.
Eerst kijk ik naar de lucht. Is daar nog licht te zien dan gaat de jalouzie niet naar beneden. Op de punt van het dak recht tegenover mijn keukenraam zit een vogel. Een merel, denk ik, gezien de vorm.
Ik loop naar de voordeur en ga in de opening staan en ja, hij zingt het schoonste lied van de avond. Vanuit de verte komt antwoord en zo luister ik naar een gesprek waar ik niets van versta maar dat mij, zoals altijd diep ontroert.
Mijn vroegere buurzoon loopt voorbij, hij komt zijn kind ophalen dat bij oma, mijn buurvrouw, is.
"Wat doe jij nu", vraagt hij. Ik zeg hem dat ik luister naar een merel, dat ik daar speciaal voor in de deur ga staan. Even is het stil en dan ontdekt hij ook dat er antwoord komt. Van ver komen de heldere tonen tot ons.
"Mooi", zegt hij. "Ik heb nooit zo bewust geluisterd". Dan holt zijn kind naar buiten en is de betovering verbroken.Ook de merel vliegt weg.
"Hoe komt het toch dat merelgezang zo'n gevoel van weemoed bij mij oproept", vroeg ik, kort na de dood van mijn man, aan een vriend die in zijn keuken eten kookte.
Ik stond in Utrecht, in de Bloemstraat, tegen een deurpost geleund en luisterde naar merelgezang dat opklonk uit de stadstuinen.
"Misschien een verlangen naar waar je ooit vandaan gekomen bent en ooit weer naar terug zal keren?"Hij stelde het vragend. Toen, volop bezig met het geheim van dood zijn, begreep ik het volkomen. Een verlangen bekruipt mij, iedere keer wanneer ik een merel hoor.Het kindje, dat zes jaar geleden geboren werd en niet mocht leven en Merel heet, hoort sindsdien ook bij die vogelzang.
Door de merel aangeraakt, zo voelt het, komt er een andere herinnering boven.
Een warme zomernacht en ik zit voor mijn huis, achterstevoren op een stoel, mijn ellebogen steunend op de rugleuning. Want ik heb een zware verrekijker in mijn handen.
De maan staat laag en is nog niet op de helft van haar volheid.
Door de kijker zie ik, op de rand van de gebogen binnenlijn, kantwerk.
De bergen op de maan, steken vanuit mijn gezichtspunt, af tegen de zwarte nachtlucht.
Ik vind het fascinerend om iets te zien dat zo ver weg is en absoluut niet zichtbaar met het blote oog.
Ook met de kijker zie ik geen bergen, maar ik weet dat die onregelmatigheid op de holle lijn, bergen moeten zijn.
"Hé, buurvrouw", hoor ik vanaf de straat en opkijkend zie ik een joch van een jaar of zestien van zijn fiets afstappen.
"Ha, buurzoon, heb jij wel eens naar de maan gekeken".
Nou, nee, niet echt" , is het antwoord.
"Kom hier" en ik geef hem mijn stoel."Zitten en door die kijker kijken, naar de maan".
"En wat moet ik dan zien", vraagt hij een beetje benauwd.
"Zie jij aan de binnenkant van de maand die rafellijn zich aftekenen tegen het zwart van de nacht?" Hij ziet het.
"Dat zijn bergen op de maan, vind je dat niet geweldig!"
Hij wordt enthousiast, dit kind. Niet geïnteresseerd in school, alleen maar in harde muziek, weinig leiding van huis uit. Hij boft dat hij van nature een goed kind is, al probeert hij dat te verbergen.Hij komt wel terecht, later als hij groot is.
We hebben heel plezierig zeker een uur daar gezeten, op mijn voorstraat, pratend over de maan en over andere dingen.We genoten er alletwee van.
Inmiddels is hij groot en voor zover ik weet, goed terecht gekomen als medewerker op een tuincentrum.

6 reacties

Ouderen


13.020.2011

De bijlagen van de Volkskrant bewaar ik altijd voor de Zondagochtend. Twee uitgeperste sinasappels en de krant, zo begint mijn dag, al jaren. Een mens van vaste gewoontes? Eerlijk gezegd, soms meer dan mij lief is.
Ik lees een artikel Seks blijft van belang.Dank je de koekoek, denk ik. Maar voor het eerst realiseer ik mij, dat het over mij gaat.Als oudere!!
Alle artikelen waarin ouderen op één hoop worden geveegd, gaan ook over mij. Dat heb ik mij tot nog toe eigenlijk niet gerealiseerd.
Als het over seks gaat, ben ik 18 en geen dag ouder. Nieuwsgierig, onderzoekend en genietend.
Wetenschappelijk onderzoekster Aagje Swinnen, heeft een boek geredigeerd, Seksualiteit van ouderen. Aagje Swinnen is zo oud, of jong, als mijn jongste dochter.
Het is dus een boek over ouderen en de schrijfster van het artikel vraagt 'Zelfs 60-plussers kunnen nog smoorverliefd worden?'
Het zal wel zijn nut hebben, zo'n onderzoek en zo'n boek. Maar ik zal het niet kopen.
Ik leef mijn eigen boek al 68 jaar, dag in dag uit krijg ik mijn eigen leerstof te verwerken.
Maar wat is het jammer dat wij in een maatschappij leven waarin we niet met elkaar maar naast elkaar leven. Ieder in zijn eigen hokje, iedere groep met zijn eigen oogkleppen.
Ik heb nooit aan leeftijd gedaan. Mijn overbuurjongetje van bijna vier, kan mij heel enthousiast een verhaal vertellen, hij is goed ter tale. Ik luister, net zo serieus als wanneer ik naar een twintigjarige luister, of een jong middelbare of een oud mens. Misschien is het een illusie maar ik voel mij in alle leeftijden thuis.
Binnenkort ga ik weer schilderen in Groenekan en dan zit ik op de heenreis in een bus, gevuld met schoolkinderen van een ROC. Dan geniet ik met volle teugen van hun gesprekken en soms kan ik het niet laten, dan heb ik een vraag.Waar altijd heel open op geantwoord wordt. Dat vind ik zo leuk.
Oud, jong, ik vind het allemaal even interessant en ik sta er midden in.Met elkaar horen wij de maatschappij steeds opnieuw te vormen, niet naast elkaar.

0 reacties

optimistisch



12.02.2011

De zon is weer een paar dagen weg. Stadsweer dus en ik ging naar Amsterdam. Het blijft thuiskomen ondanks de toegenomen gribus. De verscheidenheid van gevels, geluiden en mensen. Het meteen opgaan in het grote geheel.Ik geniet ervan, vooral als het net gestopt is met regenen en mijn broekspijpen konden drogen in de trein, die vertraging had. Goed, maar niet gemutst liep ik voorbij oude bekende gebouwen, over het Damrak en het Rokin, op weg naar een vriendin die driehoog in de Bagijnensteeg woont en herstellende is van een zware knieoperatie.Het is zo vertrouwd, die steile, smalle trappen naar boven, het uitzicht over de oude daken van het Bagijnenhof.Daar hebben we een rondje gelopen in de stilte midden in de stad. Ook terug naar het station ben ik lopend gegaan. In Utrecht weer zo'n 20 minuten vertraging, dit keer door een defect aan het voorste rijtuig. Gaf mij de gelegenheid om bij AH.to-go een magnetronnmaaltijd te halen en nog wat aanvullends.Dus, eindelijk in Maarssen kon ik rechtstreeks met de fiets naar huis. Maar ik ben een stukje omgereden. Na de bedompte treinen was het buiten heerlijk fris en droog en de lucht vertoonde gouden randen tussen de openbrekende wolken, er was nauwelijks wind. Kortom, een vleugje lekker weer voor een moment.
Bij mijn huis even de gesnoeide Vlier bekeken. Er zijn al echte bladknoppen zichtbaar, binnen heeft de Amaryllis haar bloemen ontvouwd en ligt daar wonderschoon te wezen op mijn tafel.
Hoe ik het ook wend of keer, het donkere seizoen is aan de verliezende hand.Daar word ik blij van, zelfs als het regent.Niets is zo sterk als het licht.

4 reacties

tuinwerk




10.02.2011

Het blijft door de tuin lopen met de handen op de rug en wat is dat lastig.
Een heerlijk zonnetje, vogels die hun vraag en antwoordlied laten horen. Territoria die worden afgebakend met soms felle uitvallen naar elkaar.
Dan zie ik vanonder het dorre blad van de Helleboris bloemknoppen boven de grond.
Ik mag van mijzelf de snoeischaar pakken en knip voorzichten rond alle Helleborissen het dorre blad weg.Wat een weelde, het voorjaar komt er aan.
Natuurlijk zijn er ook teleurstellingen. Mijn 30 jaar oude Hortensia is dood, bevroren.Hij stond als blikvanger vooraan, aan de rand van het terras. Prachtig heeft die struik gebloeid en veel winters met strengere vorst dan dit jaar, heeft hij doorstaan. Maar, helaas, gisteren heb ik hem eruit geschept en dat viel nog niet mee, met stevige wortels, diep in de grond.
Nu ga ik mij verheugen op het uitzoeken van een nieuwe struik.
In de week van de laatste nachtvorstaanval was ik ziek. Eén avond kon ik het niet opbrengen om de tuin in de lopen en de blazer in mijn kas aan te zetten. De ramen waren droog, dus het hoefde niet persé.De weerberichten heb ik niet gehoord. Die nacht vroor het zeven graden en toen ik beneden kwam waren de ramen van de kas bevroren met de prachtigste ijsbloemen. Toen kon ik wel de blazer aanzetten en een uur later waren de ruiten weer transparant. Al mijn bijzondere pelargoniums zijn bevroren en zo ook alle stekken die ik in het najaar van de planten genomen heb.
Het is wat het is.Tegen beter weten in blijf ik ze nog verzorgen. Wie weet komt er ineens een gezond blaadje boven de grond.Hoop doet leven, nietwaar. Ik vrees echter dat ik overnieuw moet beginnen en dat gaat mij zeer aan mijn hart.

2 reacties

luchtkasteel?


04.02.2011

Vandaag ga ik structureel te werk, zei ik tegen de kat, terwijl ik mijn benen over de rand van mijn bed zwaaide.
Doe jij dat niet altijd, fluisterde ze terwijl ze haar snoet waste met haar rechter voorpoot.
Jazeker, riep ik, dat doe ik altijd en trok wat warms aan om beneden de krant uit de bus te gaan halen.
Helaas, het werd zo'n dag. Zo'n dag zonder enige structuur, zo'n dag waarop de tijd voorbij vloog zonder dat ik iets had gedaan van mijn lijst goede voornemens.
De poes had haar melk en brokjes gekregen, dus die was allang niet meer geïnteresseerd in wat ik ook maar deed.
Het begon met het misgrijpen naar een keukenboek waarvan ik zeker wist dat het dààr lag, met de rekening van een reparatie aan de vaatwasser, die ik wilde declareren bij mijn keukenbouwer.Het boek lag er niet en ofschoon ik de hele beneden verdieping systematisch afbrak, kwam hij ook niet te voorschijn.De eerste verdieping volgde, geen boek,geen rekening.
Mijn humeur zakte naar een bedenkelijk laag niveau en ik staarde gefrustreerd door mijn keukenraam dat ik had willen soppen.
Kun je net denken, zei ik door het raam tegen de Vlier. Dat ga ik dus nu niet doen.
En dat allemaal terwijl ik eigenlijk met een hoofd vol Egypte zat, daar wilde ik een blog over schrijven.
Mijn vriendin belde op. Ga je mee naar Overvecht, ik heb daar een paar boodschappen nodig. Goed idee,dat werd een nieuwe koekenpan.
Inmiddels een duplicaat van de rekening aangevraagd en nu de druk van de ketel is, zal ik de oude wel ergens vinden.
Nog steeds een hoofd vol Egypte.
Wat daar gebeurt is zo cynisch.Vanaf het eerste moment dat ik die mensenmassa op het Tahrirplein zag, zonder enige tegenstand van het leger (trouw aan de president door alle jaren heen),voorzag ik troebelen. Geloofden ze nou echt dat dat vreedzaam zou aflopen? Een dictator geeft niet om mensen, behalve om zijn hielenlikkers en dan nog...
Ik denk dat ze bij een glaasje jasmijnthee, de dictator en zijn chef van staf, hebben bekeken wat het slimst was.
Als jouw mannen zich nu afzijdig houden, dan kweken we meer verwachtingen en als dan iedereen er is, infiltreren mijn mannen in burger en dan worden ze mooi afgestrafd. Dat zal ze leren.
Wat een moed, al die mensen daar in hun cirkel van hoop, verwachtingen en het verlangen naar een kans, één kans maar, op een betere toekomst.
Een volk, ontdaan van zijn waardigheid door een dictator. Die wel goed begon en moed gaf maar het niet waarmaakte, tenslotte.Macht corrumpeert.
Mijn hart gaat uit naar die mensen die, met hun sprankje hoop, de woede vinden om eindelijk te durven vechten voor menswaardigheid en vrijheid.

3 reacties

terug


02.02.2011

Toen ik gisteren na een week weer voor het eerst buiten kwam, draaide ik mij meteen weer om, het huis in. "Ik kom wel terug als het warmer is"riep ik naar niemand in het bijzonder.Dat was niet handig want ik moest dringend boodschappen doen. Mijn hele voorraad was geplunderd.Van schrik kocht ik in voor minstens een week.Ik hoop dat het daarna buiten wel aangenamer is.
Het is er al wel, de belofte van zoel en zacht.Voordat deze laatste kou toesloeg heb ik haar, het zoele het zachte, gezien.
In de namiddag, aan het einde van een grijze dag brak de lucht open in het westen.
Een blauwe lucht met daarin roze vegen deed mij naar het raam lopen.Een nog felle gloed van de ondergaande zon was zichtbaar achter de laatste rij daken.Ik moest er mijn nek bijna voor verdraaien want in de winter ligt het punt van zonsondergang meer naar links, vanuit mijn raam gezien.
Maar, het was duidelijk. De kleur van het licht was anders, minder koud, warmer.
Een momentopname, realiseerde ik mij maar ook, het eerste teken van de aankomende lente.
In de tuin ontdekte ik de eerste sneeuwklokjes en terwijl ik er een foto van maakte hoorde ik de zangtoon van de vogels.
Daarna sloeg de winter terug met scherpe kounagels.Ik voelde ze in mijn botten.
Maar toch.... langer licht en soms, voor even, een belofte, in de kleuren in de lucht, in de kleur van het licht en de groene bollenpunten vanuit de grond.