11 reacties

verlangen



31.03.2011

Op zoek naar een mooie zin, kom ik er iedere dag één tegen en eindelijk dringt hij tot mij door.
De zin van Hippocampi: Verlangen naar wat je bezit.
Die zin moet ik 'gedachtenloos' verder laten doordringen. Dan komt er een andere zin boven drijven: Je kunt niet verliezen wat bij jou hoort, zelfs al zou je het weggooien.
Innerlijke rust is waar ik zo naar verlang en niet heb, naar mijn idee. Alleen, je kunt niet verlangen naar iets wat niet in je is, denk ik ook.
Misschien hoort innerlijke rust niet bij mij? Is innerlijke rust alleen aanraakbaar wanneer je grote wijsheid hebt om stil te zijn? Ik weet niet waar dit schrijven naar leidt. Wel waar het vandaan komt, die behoefte aan innerlijke rust.
In het kader van een nieuwe HR-ketel, moest er een afvoer gemaakt worden in een hoekje voorzolder, dat vol ligt (lag) met 35 jaar oude stof, dozen vol zaken waar ik wel een vermoeden van had maar eigenlijk niet wilde weten.
Drie dagen lang heb ik stof gesnoven en geniesd. Mijn hoofd regelmatig gestoten tegen een zolderbalk wanneer ik achterwaarts en gebogen met een tas vol boeken naar de trap schuivelde, om ze beneden op een stapel te leggen in een andere doos.
En dan kom ik bij een doos met papieren en tekeningen en briefjes en die wil ik niet.
Te veel oud zeer, te veel oude onmacht, te veel van alles.
Maar toch, het moet en alles gaat door mijn handen. Gelukkig maar want ik kom tientallen dia's tegen van de Frans Halsschool waar de vader van mijn kinderen onderwijzer was. Zo eentje die ze niet leerde spellen, rekenen, dat deden anderen wel, maar wel wereldreizen met ze maakte en, zo verhaalde van geschiedenis en aardrijkskunde. Markt in de klas liet spelen (de meeste kinderen kwamen van de Albert Cuypmarkt) en binnen de kortste keren waren alle tafels tegen de muur gestapeld en waren de kinderen serieus aan het handelen en onderhandelen.
En weer gaat het hele leven van die man door mijn gedachten en kom ik uit bij de treurnis van een mens die zoveel in zich had en toch zo ongelukkig was.
Verlangde hij naar wat in hem was? Nee, hij was daar bang voor want, hij wist en wat in hem was kon hij niet toelaten, want wat zou daar van komen.
Al die scheuren en barsten die hij in zijn genen meedroeg, heb ik goddank niet.Dat is niet mijn verdienste, dat is ondanks mijzelf.
Ik vind het een hele mooie zin: Verlangen naar wat je bezit.
En een hele mooie gedachte: Je kunt niet verliezen wat van jou is, al zou je het weggooien.
Ik kan er niet bij, het brengt mij weemoed. Stel je voor dat ik het, ergens onderweg, toch ben kwijt geraakt?

8 reacties

wereldomvattend



24.03.2011

Op zoek naar een mooie zin, kwam ik de volgende tegen "Wij rouwen om haar die van haar hielden".
Zoals dat kan, wanneer je nog niet je schild opgetrokken hebt voor de dingen van alledag die komen gaan, kwam deze zin binnen en vormde een rij van gedachten en herinneringen.
Rouwen met hen die rouwen. Wanneer je diep van binnen rouwt, rouw je om alles. Binnen je eigen kring van mensen, maar ook om alles wat er verkeerd is gegaan en gaat, in de wereld.
Ooit liep ik over het Damrak met een collega van de massage opleiding die ik volgde.Wij hadden het over een ramp, ergens in Latijns Amerika en zij zei:
"Al het verdriet, alle jammerklachten die opstijgen vanaf de aarde, de kosmos in, er is één grote aura rondom de wereld van jammer en leed.Hoe heeft dat zijn neerslag in ons leven?"
Niet lang daarna werd ik weduwe. En op een nacht droomde ik dat ik op mijn buik lag en een groot rond vel vasthield,strak gespannen als van een grote trom, vast gehouden door een grote kring van vrouwen samen met mij.
Op het moment dat ik zei "het is te groot voor mij om alleen te dragen",doelend op het verdriet van mij en mijn dochters, werd ik wakker.Opgenomen in die kring van vrouwen voelde ik mij gedragen en vanaf dat moment was de vlam van vertrouwen dat het goed zou komen, aanwezig.
'Wij rouwen met hen die van haar hielden'.

Wij rouwen wij klagen
noemen steeds jouw naam
speuren nog de hemel af
jij bent weg gegaan.
Vertellen hoe je was
wie je bent geweest
spitten de verhalen door
van elk familiefeest.
Wij voelen zò de lege plek
de wond ons toegebracht
waar jij eens liep,eens sprak,
ooit was, dààr is het
zwarte nacht.

6 reacties

schemering;heden en verleden bij elkaar.


22.03.2011

Merelzang in de avondschemering roept 4 mei herinneringen op.
Als klein meisje stond ik in de erker over het plein uit te kijken en zag, vlak voor acht uur, mensen zich haasten om op tijd binnen te zijn. Klonk het signaal uit de radio dan stond alles en iedereen stil op straat.De auto, die net nog reed, de fietser die afstapte. Zelfs de houten witte wagen van de slagroomwafelverkoper, getrokken door een paard, stond stil.
En altijd zong de merel, daarmee de stilte stiller makend.Want merels zingen nu eenmaal in de avondschemering.
Toen ik groter was, ging ik met een vriendin naar de Churchilllaan naar een monument
om daar om acht uur, bloemen te leggen.Ruim op tijd wachtten wij daar totdat ergens door een open raam de klok van achten sloeg.Na de stilte kwamen wij dan in beweging met onze bloemen. En altijd, zo staat het in mijn geheugen, kwamen door hetzelfde open raam pianoklanken, Chopin.
In 1976 werd mijn dochter Rebekka geboren, op vier mei.Ik voelde dat als een posthuum
eerbetoon.
Haar vader studeerde met een aantal studenten een gelegenheidsstuk in dat die avond zijn première beleefde. Dokter Kortzjàck en de kinderen. Een Poolse Jood of een Joodse Pool, dat wist hij zelf niet.Op de generale repetie klonk 'hoera het is een meisje, Rebekka en alles is goed'.In het stuk komt Dokter Kortzjàck er achter dat de kinderen van zijn weeshuis, die op het land te werk waren gesteld naar de gaskamers waren gestuurd. De litanie met namen van die kinderen opende met Rebekka. Na een stilte waarin iedereen dacht dat de speler zijn tekst kwijt was, begon hij met de tweede naam.Hij kon een kind dat 's morgens geboren was, niet 's avonds naar de gaskamers sturen.
Toen Rebekka vijf werd en wij inmiddels in M'broek woonden, naast joodse buren, wilde zij haar verjaardag niet vieren.
Mamma, wij hebben plezier, maar mevrouw de Leeuw moet huilen om haar familie.
En ik legde uit, dat mevrouw de Leeuw heel goed wist dat kleine meisjes hun verjaardag horen te vieren, dat wij om kwart voor acht de tuindeur zouden sluiten en limonade drinken en dat wij om kwart over acht weer verjaardag zouden vieren. Onze buurvrouw die de discussie had gehoord aan de andere kant van de schutting, was geroerd en kwam een klein cadeautje brengen, als teken dat het goed was.
Pas toen Rebekka zeven werd en met haar vriendinnetjes naar het Anne Frankhuis wilde, kreeg ze vrede met haar geboortedatum. Inmiddels hadden wij ook het verhaal dat bij haar geboorte hoort verteld en het fotoboek van de première laten zien.
Gisteravond in de schemering zong de merel zijn lied, op de dakpunt tegenover mijn huis, scherp afgetekend tegen de groenig blauwe lucht.
Opmaat voor vier mei.

10 reacties

hersenen


17.03.2011

Hersenen zijn een raar iets. De hele wereld zit er in opgesloten en komt te voorschijn op de meest merkwaardige momenten.
Zo zit ik op de fiets, terug van boodschappen doen en vraag mij ineens af hoe het met de ouders is van dat tweejarige jongetje dat in de Haarrijnse Plas is verdronken.
Het is al weer twee jaar geleden, ik ken de mensen niet, heb het in de plaatselijke krant gelezen. Jongetje van twee speelt in de pas aangelegde plas, er is geen toezicht, hij valt in een kuil onder het water en verdrinkt. Welke ouder erbij was, of er wel een ouder was, weet ik niet.Hij liep alleen langs de waterrand. Het is een aangelegde plas, misschien verwachtte niemand dat er kuilen zouden zijn, zoals langs de zeelijn.Iemand zal zich ontzettend schuldig hebben gevoeld en hoe zou het nu gaan met die persoon.
Maar waarom moet ik daar plotseling aan denken. Wat beroert mijn brein ineens zo dat ik op deze gedachte kom.Ik zag twee aangelijnde honden, allebij kletsnat.Zag ze in gedachten in de sloot springen en kwam zo bij het verdronken kind. Wat raar!
Ik ben nooit een kind geweest van grote concentratie. Van mij werd altijd gezegd:Zij ziet ieder vogeltje vliegen. Mijn spanningsboog is nog niet erg groot en ik heb de hoop al lang opgegeven. Ik zou het wel willen. Langdurig kunnen nadenken en dan tot conclusies komen. Maar terwijl ik deze laatste zin neerzet, heb ik al twee maal naar buiten gekeken. Het weer verandert en kennelijk merk ik dat terwijl ik met wat anders bezig ben.
Toch zit er veel in mijn kop. Het komt er alleen niet gemakkelijk uit. Moet ik een feit ophoesten, nu, meteen, dan wordt dat geblokkeerd. Twee dagen later tijdens een onnozele handeling, kan het mij zo maar te binnen schieten. Te laat!
Ik heb het boek van Dick Swaab 'Wij zijn ons brein' daar wil ik wel eens in lezen.
Vooral dan wat met hart en ziel te maken heeft en de afdeling hallucinaties.
Ooit was ik in Frankrijk en deed mee met een 'sacred dance'een dans over vertrouwen. Wij stonden in een kring en hielden elkaar zo vast, dat iedereen tussen gekruiste armen stond, wij konden niet vallen.Ogen dicht en heen en weer wiegen op het ritme van de muziek.Het duurde niet lang of ik kreeg het gevoel dat ik rondtolde.
Opeens schiet ik een tunnel in en kom uit bij de klaagmuur, alles helder zichtbaar onder warme zonneschijn. Ik zag de Joden bidden, ik zag ze briefjes tussen de stenen stoppen en ik hoorde de geluiden. En ineens denk ik: Nu sta ik al weer bij die klaagmuur. Al mijn levens heb ik bij die muur gestaan en ik wil het niet meer. Als ik nu niet maak dat ik weg kom, blijf ik mijn hele leven hier staan.
Ik deed mijn ogen open en stond in de kring, mijn dochter naast mij. Die keek mij enigszins opmerkzaam aan en zei: Mam, wat gebeurde er met je. Er is iets gebeurt, je ziet zo wit.
Ik heb het haar later verteld. Het was een fascinerende ervaring, maar geen idee waar die vandaan komt.
Hersenen zijn rare kronkels, ik zou ze zo graag willen snappen.

10 reacties

de dingen van alledag


15.03.2011

Houd nu eens op met dat gemier, de man is een vakman, vertrouw hem dan ook!
Met die gedachte werd ik wakker na een onrustige nacht. De man in kwestie is mijn tandarts. Ik heb twee uur bij hem op de bank gelegen en soms had ik vijf vingers van drie handen in mijn mond.Voor de rest van de dag deed ik niet meer mee en de wetenschap dat ik vier dagen later terug moest komen om uit mijn mond te laten slopen wat ze er nu even in hadden gezet, was de dreiging waarmee ik een paar dagen moest leven.Mijn vraag was 'moet ik penicilline slikken'zijn antwoord was 'nee'en het hele weekend heb ik mij afgevraagd of dat wel verstandig was.Want als ik ergens bang voor ben, dan is dat een infectie op mijn aorta bio kunstklep. Van dichtbij maakte ik mee wat een verwoestende invloed zo'n infectie kan hebben.
Maar na gedacht hebbende 'houd eens op met dat gemier'viel de spanning van mij af. Ik kon niet verbaasder zijn.
Diezelfde morgen zat ik om negen uur in mijn tuin met een beker koffie. Het was lichtgrijs, fris en stil.Een enorm orkest van vogels trakteerde mij op hun ochtendlied.Het is heerlijk om weer buiten te kunnen zijn, in de tuin te zitten al is het maar voor vijf minuten.
Mijn dochter belde dat haar kind een oorontsteking had, erg zielig was en niet naar school kon, waardoor moederlief zelf ook thuis moest blijven.Als klein kind heb ik zelf heel Amsterdam-zuid bij elkaar gehuild van oorontstekingen, dus leefde ik van harte mee.
Daarna naar vriendin J. een huis bekijken. Zij werkt al een paar jaar toe naar een goedkopere woning maar wil wel in de buurt blijven.Een leuk appartement, beslist. Maar, alleen in de namiddag zon.Toch een lichte woning door de vele ramen omdat het een hoekhuis is.Zij stond als negende op de lijst en eindigde als tweede. Dat wordt dubben wat te doen.Zon in huis is erg belangrijk. Ik kan haar niet adviseren, dit wordt haar beslissing. Na de koffie ga ik weer naar huis en word opgewacht door mijn buurman, die een zieke baby in bed heeft en een peuter moet ophalen. Of ik even kan oppassen? Ja, dat kan.
De tandartswolk is aanwezig maar op de één of andere manier wat op de achtergrond geraakt.
Ik besluit wat gesnoeid groen op klikoformaat te knippen, maak een stevige lunch want of ik op tijd kan eten, na de tandarts, is nog maar de vraag.
Eindelijk is het zo ver en fiets ik door Duivenkamp. Over een uur na nu, fiets ik weer terug, stel ik mijzelf gerust. Het duurt maar zo lang als ik in die stoel zit, of lig.Er komt een fietser mij tegemoet en ineens hoor ik een gil en zie moeder en kind vallen.Het kind zit met haar voet tussen de spaken en ook nog achter de vork van het wiel.En schreeuwt, natuurlijk. De fiets wat opgetild, zodat mams er onderuit kan en samen geprobeerd het voetje van het kind los te krijgen. Een mollig meisje met ravenzwart haar,bijeen gehouden met rose speldjes.Ja, wat doe je dan. Tegen het kind praten om het af te leiden, ze ging in ieder geval niet harder krijsen. Het lukte, en bevrijd greep ze zich aan haar moeder vast.Moeder redde het verder wel en ik haastte mij naar de tandarts waar alles meeviel.Wat slijpen en trekken en nog wat slijpen,de boel kwam los en het nieuwe tijdelijke werd erin gezet.Over tien dagen mag ik weer. Even een zachte rookworst gekocht, van J.kreeg ik een bak erwtensoep mee, dat zou gemakkelijk naar binnen glijden, zei ze. En ook een bak slagroom gekocht die ik meteen voor de helft heb leeg gegeten,thuis.Voorlopig dus even de weegschaal mijden.
Een vriendin gebeld die een ontmoeting met haar moeder zou hebben, sinds 16 jaar en dan ook alleen nog maar omdat moeder ontdekt had dat dochterlief binnen niet al te lange tijd dood gaat. Vriendin had er geen trek in, toch gedaan en het liep zoals zij had verwacht. Een egotrip van moeder, aan haar dochter kwam ze niet toe. Blij dat ik even belde. De worst, de erwtensoep en de slagroom waren heerlijk. Ik viel voor de t.v. in slaap en heb me op een voor mijn doen vroeg tijdstip naar bed geworsteld.De hoofdpijn weggeslapen, de vermoeidheid ook.
Dit is het verhaal van de dingen van alledag van gisteren. Net belde J. op dat ze het huis heeft.Dus ga ik nu naar haar toe om practische dingen te bespreken.Op zolder ligt een verzameling zacht papier, goed voor het inpakken van glaswerk. Dat neem ik vast voor haar mee.
Een uur later: bij woningnet wisten ze van niets, ze regelen nog maar pas alles digitaal en J.heeft de woning (nog) niet.Ook bij Portaal was e.e.a. niet bekend.Wat het nut van het digitale is, behalve kunnen roepen dat ze met hun tijd meegaan, is ons niet duidelijk. Uiteindelijk wordt alles toch met een telefoontje afgehandeld, om vier uur vanmiddag.
Dit is het verslag van gisteren, van de dingen van alledag. Naadloos overgegaan in het begin van deze dag.De slang die in haar eigen staart bijt, mijn tijd die haar segmenten over mijn dagen vlijt.
PS. Bovenstaande foto gekozen om de rondlopende lijnen.

8 reacties

ontmoeting/kort verhaal, deel 2


12.03.2011

Ze keert haar gezicht naar de zon, genietend, met dichte ogen.
"Heerlijk toch, die zonnewarmte op je huid.Maar ik dwaal af. Weet u, wanneer je zo oud bent als ik, dan wordt de kring van mensen om je heen, steeds kleiner.En toch, ik
ben deel van deze wereld, zo lang als ik leef, dus lees ik mijn krant, bekijk het nieuws, zo blijf ik bij de tijd. Soms denk ik, na weer een dreiging, weer een oorlog, ergens ver weg, waar moet dat heen! Maar dat zei mijn moeder al en haar moeder.Zelf nam ik mij voor toen ik jong was, later nooit zulke dingen te zeggen".
Ze maakt een gebaar met haar handen, als in een verontschuldiging.
"Als je ouder wordt doe je dat kennelijk toch.
Gelukkig heb ik mijn boeken en veel tijd om na te denken. Een paar jaar terug volgde ik kursussen aan de volksuniversiteit, in filosofie. Dat helpt bij het nadenken".
Ze kruist haar enkels en voelt even aan haar haar, dan herschikt ze haar sjaal.
"Ik apprecieer het zeer, dat u zo geduldig naar mij luistert. Dat overkomt mij niet vaak. Wij kunnen alleen maar over kwaaltjes zeuren en over mensen praten die anderen toch niet kennen. Dat denkt men vaak".
Eindelijk kijkt ze opzij.
De man naast haar heeft het zich gemakkelijk gemaakt.Hij zit een beetje onderuit gezakt, zijn ogen gesloten, zijn gezicht naar de zon. Hij trommelt met zijn vingers op zijn knie en een voet beweegt ritmisch op en neer. In zijn oren witte oortjes.
Hij heeft geen woord gehoord van het hele verhaal dat de vrouw hem vertelde.
Ze is totaal verbouwereerd, weet even niet wat te doen. Dan staat ze op, kijkt nog eens goed naar de man die opgaat in de muziek en nu ook zijn hoofd ritmisch op en neer beweegt.

2 reacties

ontmoeting/ een kort verhaal in twee delen.


11.03.2011

Een experiment.Het is een idee, om sommige van mijn korte verhalen(te lang voor één blog)te plaatsen als een vervolgverhaal.Bij voorbeeld twee of drie afleveringen.Of het werkt hoor ik graag.

Ze loopt met snelle pas het park in en snuift de frisse geur op.
Vanmorgen bij het opstaan scheen de zon, na dagen van regen. Ze wist niet hoe snel ze zich klaar moest maken om naar buiten te gaan.Drie dagen lang zat ze binnen en heeft ze niemand gezien.
Het bankje waar ze meestal gaat zitten is bezet, de enige plek in de ochtendzon.
Ze zag hoe een man kwam aanlopen, voorbij de bank liep en terug ging om er te zitten.
Ze kan er wel naast, ruimte genoeg. Nette man, denkt ze, jong nog en dan moet ze glimlachen. Tegenwoordig vindt ze iedereen onder de 50 jong.
Ze knikt even en gaat zitten, ruimte genoeg tussen hen in latend.
Dit is een mooie plek in het Vondelpark.Achter haar een vijver met fontein.Voor haar, het voetpad met een grasveld, achterlangs omzoomd door struiken.
Rechts achter haar een houten brug. Met de kinderwagen destijds moest ze altijd hard duwen om er over heen te komen. In de buurt een zandbak waar ze vroeger vaak ging zitten met de baby in de wagen. Later zat ze op de rand van de zandbak, een peuter aan haar voeten.Er waren altijd andere moeders.

De zon schijnt warm op haar gezicht,jammer dat ze geen boek bij zich heeft. Zou ze een gesprek kunnen aanknopen? Even kijkt ze vluchtig opzij.
"Wat heerlijk, zo in het zonnetje na al die dagen regen". Er komt geen reactie.
"Als u het vervelend vindt dat ik tegen u praat, moet u het zeggen hoor. Niet iedereen houdt van een praatje, ik wel".
De man bromt, instemmend, vindt ze.
"Tot voor kort had ik een poes die 's morgens op mijn bed sprong zodra de wekker afliep. Kon ik tenminste 'goeiemorgen poes,'zeggen. Maar ik moest het diertje laten inslapen. Wie had kunnen bedenken dat het zo stil is bij het opstaan.
Mijn kinderen bel ik niet te vaak, altijd druk.Ze verwachten altijd dat ik wat leuks doe, dan zijn ze gerustgesteld, denk ik.
In de winkels ken ik iedereen, dan kan ik wel eens een praatje maken. Maar niet als er andere klanten zijn. 'Mens, schiet op' hoor ik ze dan denken.Altijd haast, het lijkt wel of het steeds erger wordt.
Ik ben al zo veel jaren alleen. Niet zielig, maar beklemmend, zo nu en dan.Dan sta ik op met pijn in mijn botten en niemand om even tegen te klagen. Dat helpt, weet u, klagen.Niet zeuren, maar even, u weet wel, hardop zeggen dat iets zeer doet. Dan denk ik wel eens, dat al die pijntjes die weliswaar bij een zekere leeftijd horen, voortkomen uit pijn van het hart, een mens wordt niet ongestraft oud.Zo'n dag is dan geen goede dag, dan moet ik voorzichtig zijn, opletten dat ik mij niet stoot.
Dan ligt ook de angst voor de toekomst op de loer, een eenzame oude dag.Niemand om je dagelijkse zorgen mee te bepraten, de grote zowel als de kleine.

wordt vervolgd.

10 reacties

dromen



-7.-3.2011

Ik wil een droom
planten in mijn tuin.
Een droom in wit,
met rose bloemen
waartussen bijen komen zoemen.
Vertrouwend op haar vruchtbaarheid,
de aarde ontvouwt zich
in ontvangen,
wordt haar groei
en bloei gevoed.
Haar takken tot boven mijn hoofd
haar bloemen zwevend.
Blinde vleugelslag op de wind en
ziende mijn droom, ben ik het
die hemel en aarde in eigen
evenwicht hervindt.

7 reacties

overwinterd


05.03.2011

Hij is jong en moe, ik zie hem zitten zodra ik mijn keuken inloop.Doodstil zit hij op de rand van de voedermand die aan een tak van de vlier hangt. Goed zichtbaar en recht voor mijn keukenraam.Hij ziet mij maar beweegt niet en ik sta stil en beweeg ook niet.
Een jong van vorig jaar, uit één van de laatste nesten, denk ik.
Zijn kop heeft nog dat dons, zijn verenpak is nog niet zo zwart en glanzend en zijn snavel is nog niet zo opvallend geel.
Dat hij roerloos blijft zitten als ik naar mijn aanrecht loop, verontrust mij.Merels zijn altijd alert. Ik pak een glas water, loop wat heen en weer, hij vliegt niet weg.
Ik buk en kom weer overeind, hij zit stil.
'Je gaat toch niet dood, zo vlak voor mijn keukenraam, hé' zeg ik. Ik kan het niet helpen, ik praat altijd tegen dieren of dat nu een koe in een wei is, of een schaap of een vogel.Zelfs tegen een pissebed praat ik, als ik hem nog net niet vermorzel onder mijn schoen en hem vervolgens verderop weer veilig weg zet.
Door de rest van de dag heen, houd ik de eetmand in de gaten. De merel komt regelmatig terug om wat te eten en blijft dan zitten. Ik ben blij dat hij het rijk alleen heeft. Aansterken is wat hij doet.
Dat snap ik volledig, iedere keer dat ik buiten ben geweest zet ik mijn hele anatomie tegen de kachel in de gang om de kou uit mijn botten te krijgen.
We hebben twee dagen zon gehad en ik heb er goed gebruik van gemaakt. In een stoel op een windvrij plekje was het heerlijk toeven. Maar werkend in de tuin in de schaduw en met wind, was het guur.Mijn handen gehavend door de rozendoorns en blauw van de kou. Het klinkt dramatischer dan het is. Ik heb genoten van het eindelijk weer op de ladder staan om een pruikenbos van een klimroos uit elkaar te halen.
Mijn rozenboog is nu kaal en ik moet er maar vertrouwen in hebben, dat hij weer net zo mooi wordt als hij was.
Maar wanneer een mereljong mijn plekje kan vinden dan komt het met een 35jaar oude New Dawn ook wel goed.Ik deel uit, vogelzaad en rozenmest.
Ook vandaag zit hij veel op de voermand. Kijk ik boven uit het raam dan zie ik dat hij ook de vetbol met zaden die in het midden ligt, uit elkaar pikt.
Hij is nog steeds niet schuw maar veel levendiger dan gisteren en dat doet mij plezier.
'Nog even volhouden'zeg ik door het raam heen. 'Nog een paar nachtjes dan wordt het wat warmer.Blijf maar hier, je hebt water bij de buren en eten bij mij en tracteer ons dan op een lenteavond op een mooi merelconcert.

6 reacties

revenons à nos moutons


02.03.2011

Veertien jaar en voor het eerst naar een toneelvoorstelling met school.
Voor het eerst ook in een echt theater, Het Centraal Theater aan de Reguliersdwarsstraat.Een kleine bijna ronde zaal, verlicht en alles was rood. Fluwelen rode gordijnen, de stoelen rood gestoffeerd, de muren, rood met vergulsel.
En de geur! De geur van schmink, van poeder en van stof. De stofjes dansten in de gloed van lampen.Dit was de wereld die ik kende uit de boeken van mijn moeder, die ik stiekem las wanneer zij niet thuis was.
L'Avare werd gespeeld, De Vrek van Moliére.De vrek, een joodse geldschieter wordt berecht, hij zou woekerwinsten gemaakt hebben.
Door de rechters wordt enorm van het onderwerp afgedwaald want, speelden er niet ook anti joodse gevoelens mee en dat mocht niet openlijk.En dan kwam die ene zin die ik onthouden heb:
revenons à nos moutons! Letterlijk: laten wij naar onze schapen terugkeren.Maar bedoeld werd: laten wij niet afdwalen maar bij ons onderwerp blijven.
Dee laatste paar dagen heb ik veel nagedacht. De afgelopen weken ben ik op een zijweg beland, dat gebeurt denk ik in ieders leven, van tijd tot tijd.Daar is niets mis mee want op zijwegen heb je vaak mooie uitzichten en vergezichten. Maar,het is tijd voor de hoofdweg dacht ik na mijn platlig-escapade. Revenons à nos moutons!
Terwijl ik dit schrijf denk ik bij mijzelf dat ik mij vergis, het leven bestaat uit zijwegen. Wegen van wat je wilt, wat je doet, waar je liefde ligt.De hoofdweg is, dacht ik, je hoofd gebruiken en je gezonde verstand, wat dat laatste ook mag wezen.
Door dit kleine stukje schrijven, kom ik dus op een hele nieuwe formulering.
De hoofdweg begint bij geboorte en eindigt bij de dood. Hoe ik hem ook loop, of die weg bochtig is of bergachtig en alles daar tussenin, ligt er aan hoe ik mijn zijwegen bewandel.De zijweg van de liefde, voor iedereen die ik tot nu toe ben tegen gekomen. De zijweg van werken, actief zijn, ontwikkeling en diepgang.De zijweg van tuinieren,schilderen (is ook liefde) oma zijn en van tijd tot tijd loop ik dan met mijn verworven ervaringen op mijn hoofdweg. Een paar jaartjes ouder, een beetje wijzer. 'Je suis venu chez mes moutons. En nu maar hopen dat dit frans goed is, ik heb het in 40 jaar niet meer gesproken.
Ben ik nu een broddellap aan het schrijven? Misschien wel.Maar is het ook een zichtbaar proces? Dat hoop ik.
Al schrijvend heb ik mijn weg gezocht in mijn gedachten en de daarbij behorende beelden in mijn hoofd.
Zo gaat dat ook wanneer ik een verhaal schrijf.Alleen,daarin wordt geschrapt, bijgeschreven, gesneden en gemodelleerd en wanneer ik het een half jaar later terug lees, denk ik 'o, dat zou ik nu anders schrijven'.Bij mijn teksten op dit blog, modelleer ook. Maar nu even niet.
Twee verhalen heb ik onder de pen. Het rode vakantiehuis en Gevangen licht. Bij het eerste verhaal ben ik redelijk zeker van mijzelf. Het tweede verhaal is moeilijk. Een vrouw, op de grens van een depressie wil het licht vangen om de winter goed door te komen.Zelf heb ik nog nooit een depressie gehad.
Wat ik wel van mijzelf weet is, dat ik, wanneer het daglicht korter wordt, graag het licht achterna zou willen gaan, zo 's avonds bij een zonsondergang. Ook weet ik dat ik weer helemaal gelukkig ben dat het 's morgens om zeven uur al licht is.En straks, de zomernachten, wanneer het bijna niet donker is, heerlijk! Ik zou voor de winter het licht wel willen vangen.
Laat ik terugkeren naar mijn schapen. Ik ga, na een tijd van niet schrijven, mijn pen weer oppakken.De bijweg van mijn creativiteit wacht op mij.
PS.
De foto is genomen op Ameland, een weg over de waddendijk. Geen hoofdweg maar een heel belangrijke bijweg.Hij verstevigt de dijk en zonder de dijk geen eiland zoals het er nu bijligt. Wat een prachtig uitzicht, eb, wat een vergezicht, tot Friesland de vaste wal en omhoog kijkend, tot in de hemel.