6 reacties

Nachtelijk inzicht.

Ze zijn al minstens twintig jaar de deur uit, die kinderen van mij en ik realiseer mij dat de periode van huisje ,boompje ,beestje, nog steeds de leidraad is in mijn huidige bestaan.
Alsof  de periode na de dood, na het uitvliegen en van alleen doorgaan, geen schaduw heeft.
Nog steeds voel ik mij schuldig als ik 's morgens niet om acht uur achter de krant zit. Half Nederland is immers al op de werkplek en ik, lui mens, steek net een teen uit bed.
In die twintig jaren heb ik menig cursus gevolgd, gegeven en vrijwilligerswerk gedaan. Kortom, ik heb mijn leven opgepakt, nieuwe stappen ondernomen.
Maar toch, mijn 'primetime' was het gezin, de kinderen en mijn atelier. Het ritme van opschieten, organiseren, halen en brengen, die hele roes van leven, dat zit nog onder mijn huid. En loopt stuk, natuurlijk, want die tijd is niet meer, zou ik ook niet meer kunnen opbrengen.
En in dat stille nachtelijke uur, waarin ik dit allemaal doordenk, komt een sprankje inzicht.
Het is niet erg dat ik niets meer moet. Ik heb genoeg gedaan in het verleden en ik doe nog steeds genoeg in mijn hier en nu.
Een metafoor, ik zit op de rand van een zwembad en zwier lekker met mijn voeten door het water. Voor mij allerlei mensen die op hun eigen manier baantjes trekken, fanatiek hier, gezellig kletsend daar. Ik hoef niet meer. Ik heb genoeg baantjes getrokken.
Daar gaat het kleine kind, dat zo graag wil dat haar moeder haar lief vindt. Verderop het schoolkind dat niet mee mag doen, omdat ze uit de grote stad komt en "suks deugt niet" zei een moeder van een dorpsdochter. De puber in het diepe, die zeker weet dat de toekomst spannend is en vol avontuur en zij is vast van plan al die avonturen te beleven. De jonge vrouw in borstcrawl, die ontdekt dat ze moet oppassen, de wereld is vol mensen die allemaal hun plekje onder de zon willen.
Ik heb mijn taken volbracht, zo goed als ik kon en nu? Geen baantjes meer, tenzij ik wil.
Ik hoef niet uit het water dat mij draagt. Ik mag uitdrijven.

Als de metafoor oplost, neem ik mij voor om dit nu eens te onthouden. Om het niet te laten onderschoffelen door weer nieuwe gedachten, nieuwe ideeën.
Ik kan mijn dagen in mijn eigen ritme delen, mijn tijd, mijn energie. Misschien dat dan die onderhuidse onrust verdwijnt, dat gevoel van geen voldoening.
Nog één keer doemt het zwembad op. Het zwembad in Vleuten, waar het daglicht naar binnen valt. De namiddagzon schijnt op het water, tovert gouden randjes en ik haast mij niet naar het eind van de baan, ik drijf uit.

5 reacties

Het Parool, Léés die krant

"Je moet je vijand kennen", was mijn motto in de jaren 60, na de moord op Kennedy.
Net op eigen benen met genoeg salaris om de huur te betalen van mijn drie hoog achter zolderkamer, om op een landerige avond een buurtcafé in te duiken en optimistisch genoeg om de rest van de maand witte bonen in tomatensaus lekker te vinden met zo nu en dan een zoute haring. Een krant landde toen nog niet voor mij op de deurmat van mijn hospita.
Die kwam later, toen de gevestigde orde begon te beven onder de lawine Flower power, de Kraakbeweging en Provo.
Het Parool léés die krant en dat deden we. Een Amsterdamse krant, logisch want Amsterdam was de navel van de wereld, daar gebeurde alles. Totaal tevreden liepen wij naar huis op Zondagochtend, zes uur. Na de nachtfilm in de Uitkijk, doorzakken bij Eijlders op het kleine Leidseplein en fluisterzacht de trappen beklimmend naar mijn zolder, inmiddels drie hoog voor, aan de Amstel. Om voor het slapen gaan nog even een toestand in de wereld door te nemen.

In die tijd zuchtte mijn moeder, wanneer ik al eens een weekend thuis kwam 'het zal mijn tijd wel duren'. Zij veegde alles wat haar niet beviel en dat was veel, graag onder het vloerkleed. Er kon bij ons niet gepraat worden over politiek, godsdienst en seks.
"Ik ben de oudste, dus ik heb gelijk" was mijn vaders slotzin ten alle tijde.
De kruisraketten, de Vietnamoorlog, de oorlogszuchtige taal van Amerika, 'het zal mijn tijd wel duren'.
En dan reageerde ik vrij venijnig 'laten we hopen dat het de tijd van uw kleinkinderen ook duurt'. Zij had er twee inmiddels en was een trotse oma.
Het Parool lazen wij niet meer, opgezegd wegens de tendentieuze berichtgeving, meer een Telegraaf waardig, vonden wij.
Het werd de Volkskrant en is nog steeds de Volkskrant. Graag lezen doe ik de krant niet meer, al vind ik nog steeds dat je je vijand moet kennen. Dat is moeilijk, want hoe objectief is het nieuws.
Anne Stinz, bij wie ik twee maal een cursus heb gevolgd, Column schrijven en Essay, liet ons zien hoe Amerika al het nieuws verdeeld dat in brokken naar o.a. de burelen van de Nederlandse kranten wordt gestuurd. Verder merk ik vooral de 'hijgerigheid' op van journalisten die een hype met groot enthousiasme creëren om een week later alweer een andere te zoeken.
Ik realiseer mij dat ik, op zoek naar een mooie zin of interessante gedachte, de krant graag sluit en bij het afval leg. Het zal mijn tijd wel duren? Dat is niet wat ik denk maar ik vraag mij af of ik daar wel naar handel en het bevalt mij niets.
De hele affaire Dr. Tromp deed de deur dicht. Totdat een artikel verscheen van René den Ouden: Niet de wet maar het geweten geeft doorslag bij euthanasie; de praktijk van het sterven laat zich zelden vangen in protocollen. Een artikel dat, bij mij, een beetje pijn wegneemt. Pijn die

ontstaat wanneer eenzijdige berichtgeving tot mij komt.
Ik ben geen intellectueel, niet echt geoefend in het verwoorden van mijn emotionele gedachten, maar ik probeer en leer. Dit artikel van René den Ouden, maakt dat ik de krant weer opensla, mijn ogen over de koppen laat glijden en daar blijf hangen waar ik denk dat het over moet gaan: mensen.
Zo vind ik ook het interview met Said El Haji, over een wereld die ik niet ken maar waarvan ik ervaar dat hij niet zo heel veel verschilt van de autoritaire wereld die in Nederland nog bestond voor de eerste wereldoorlog in de stevig gereformeerde kringen. Dat is honderd jaar geleden. Dank zij boven genoemd interview ga ik anders kijken, anders denken. Ik zal wel degelijk iedere morgen mijn dag beginnen met de krant open te leggen om te zoeken, niet naar politiek, niet naar oorlogen of spanningen, maar naar de mensen die dichterbij komen middels goede artikelen.
Volkskrant, doe je best.    

10 reacties

Ieder mens een eigen wereld

Hoe precies, weet ik niet maar ik begin anders door mijn wereld te lopen. Mijn vinger kan ik er nog niet opleggen, het is een gevoel dat de kop opsteek. Duidelijk is dat mijn weg leger is geworden, zoveel vrienden en familieleden zijn er al niet meer en veel waren jonger dan ik.  De wereld verandert in rap tempo en ofschoon vol goede wil, kan ik het niet bijbenen. Meer tijd nodig waarin ik minder doe.
Mijn 'prime time', ligt achter mij maar ik tilde het moeiteloos het hier en nu in, naar het tijdperk van mijn kleinkinderen.
De hype over de 'verwende en rijke' 60- 70 plussers, die door journalisten in alle soorten en maten breed uitgelicht werd in de media heb ik gevolgd en mij aangetrokken. Ongenuanceerd en elkaar napratend. Een figuur als Henk Krol maakte het er ook niet beter op.  Ik ben wars van hokjes. Onze maatschappij wordt gevormd door alle mensen, vanaf baby tot en met bejaarde. Door gezonde en zieke mensen; er hoort geen scheiding te zijn.
De politiek heeft, voor mij, afgedaan, er wordt gelogen en bedrogen. Niet het landsbelang maar partij politiek regeert, een maakbare wereld.
De digitale wereld, waarin je als patiënt een afspraak maakt met je huisarts via een website; waar je zelfs een e-consult kunt regelen, om dan te horen te krijgen dat je alsnog een afspraak moet maken. Het lijkt er erg op dat mensen niet meer belangrijk zijn. Techniek en geld zijn de pijlers onder onze maatschappij. Ik veroordeel niet alles, maar begrijp veel niet. Natuurlijk verzet ik mij, zoals veel mensen van mijn generatie. Je moet je eigen maatschappij maken, zeg ik dan tegen mijzelf. Dat deed ik 40 jaar geleden door een atelier te creëren in een wijk die nog niet helemaal van de grond was en waar mensen woonden die, nog niet, andere mensen kenden. In dat atelier gaf ik cursussen, hield huiskamer exposities, één maal in de maand een oase voor alle mensen die nog los liepen in deze complete nieuwbouw wijk.
In mijn hoofd kan ik dat nog, alleen, de overtuiging dat je gezond en vrolijk je oude dag binnen huppelt met eventueel een kleine aanpassing hier en daar, houdt geen stand.
Ik heb geen reden tot klagen, geen kommer en kwel maar het voelt alsof ik nu als 70plusser opnieuw mijn weg moet vinden. Dat had ik toch al eens gedaan, zo'n 55 jaar geleden?

2 reacties

New York

New York ligt al weer twee maanden in mijn verleden en toch....Toch komt er regelmatig, zomaar, een beeld op mijn netvlies van die immense wolkenkrabbers,  of de East River en de groene lanen van Brooklyn. Gewoon, wanneer ik in huis iets aan het doen ben, of  aan het fietsen; het doet er niet toe maar een beeld van New York komt in gedachten.
Het wordt toch echt tijd dat ik weer mijn lijntje van alledag onder mijn pen schuif.
Dan, ter afsluiting, nog een paar foto's van New York plaatsen? Iemand zei na het bekijken: Dat zijn wel erg veel gebouwen. Met andere woorden, weinig mensen. Dat klopt wel. Ik voel altijd schroom om mensen die bezig zijn met hun eigen zaken, te fotograferen. Ik heb dat vanzelfsprekende gemak niet. Ik zie wel veel onderling gebeuren maar kijk eerder weg dan dat ik er eens goed voor ga zitten.
Tenzij ik zo maar in één oogopslag contact krijg, dan gebaar ik wel eens met mijn fototoestel: mag ik? Op zo'n moment voel ik mij meer deelnemer dan toeschouwer.
In New York was ik toch vooral de kijker. De beelden van al die wolkenkrabbers, ik kon er niet genoeg van krijgen. In die paar gesprekken die er waren liet ik mijn fototoestel ongemoeid. Mijn archief laten nu vooral die foto's zien, die ik niet gemaakt heb.


Het nieuwe World Ttrade Centre van ver zichtbaar. 



                  Manhattan mid town vanaf de overkant van de
                  East River.  
 Het oude leunend tegen het nieuwe.
Het begin van Chinatown, op de achtergrond de Manhattan gevangenis. Zo vanuit hun cel kunnen gevangenen kijken naar het leven van alle dag waar zij geen deel van uitmaken.





San Remo twin towers, genomen vanaf het dakterras van The Metropolitan Museum of Art

5 reacties

9/11 Memorial

Dames, zal ik van U beiden een foto maken?
Wij staan bij één van de twee bassins die onderdeel zijn van Ground Zero. Daar waar de fundamenten waren van de Twin  Towers liggen nu twee grote rechthoekige waterbassins. Omgeven door een grote balustrade, bronskleurig, waaruit de namen zijn gestanst van de mensen, omgekomen bij de ramp van 9/11.
Ik heb foto's gemaakt en was met mijzelf aan het overleggen of het wel gepast was een foto te maken van mijn schoonzus staande bij de bronzen balustrade. We staan tenslotte niet bij de Zaanse Schans.
Achter ons staat een bejaard echtpaar en de man steekt uitnodigend zijn hand uit naar mijn camera. Wanneer hij die op ons richt zie ik hoe zijn rechterhand beeft.
Als hij hem maar niet laat vallen, denk ik en, dat wordt geen scherpe foto. Maar mijn zorg is volkomen overbodig.
Met dat hij het toestel terug geeft zegt hij, wijzend op een naam ' U staat bij de naam van mijn broer'  en dan vallen wij stil. Hij knikt ons toe met een glimlach vol droefheid en wijst naar een naam. Onder de balustrade loopt een goot, gevuld met hetzelfde water dat langs de vier wanden naar beneden loopt en wegstroomt in een vierkante opening. Hij doopt een hand in het water en strijkt ermee over de naam en zet daarna met de wijsvinger een kruisje. Zijn vrouw doet het zelfde, wij kijken woordeloos toe.
'Goed dat u hier bent geweest 'zegt hij bij het weggaan, 'wij komen hier ieder jaar een keer'. Ze lopen hand in hand van ons weg en wij, wij kijken ze na.
Ik ontdek een witte roos in één van de letters van een andere naam.
Een martiaal figuur met badge en cowboyhoed maant een jongetje tot respectvol gedrag door niet over de balustrade te hangen en zijn jas, die hij over een paar namen heeft gelegd, over zijn arm te dragen. Het joch is een jaar of tien en doet wat de man zegt. Zijn vader kijkt zwijgend toe. Ik wil aan de praat komen met deze 'bewaker' en vraag iets onnozels. Hij schiet in de lach, het ijs is gebroken en hij vraagt of ik die witte roos gezien heb en wat ik daarbij denk.
'Iemand kwam langs, met een bloemetje' opper ik. Hij schudt zijn hoofd.
'Er is een fonds opgericht door nabestaanden en wanneer het, van één van de slachtoffers de geboortedatum is, krijgt hij/zij een witte roos'.
Hij vertelt verder dat hij brandweerman is geweest en dat zijn eenheid het eerste bij de torens was. Van zijn groep heeft hij zes mensen verloren en ook nog drie familieleden.
Ik vertel hem dat ik nog precies weet waar ik was toen het nieuws de wereld over ging. Ik zat met mijn kleindochter van drie maanden op schoot en dacht dat mijn schoonzoon nu toch wel een hele beroerde dvd op had gezet .Tot het tot mij doordrong dat dit echt was toen de verslaggever vertelde dat er ook een vliegtuig neergestort was in Washington met aan boord een vader met zijn drie maanden oude dochtertje dat hij aan zijn moeder wilde laten zien. Bij elke verjaardag van Lieve, denk ik ook aan dat omgekomen meisje met haar vader en aan haar moeder.
De man met zijn felblauwe ogen onder zijn cowboyhoed knikt en zegt ook 'goed dat u hier bent'.
Wij nemen afscheid en zoeken een bankje op om alles even goed te verwerken. De zon schijnt uitbundig, De pas geplante bomen hebben helder groene blaadjes en wij realiseren ons dat we zijn op de plaats van een grote wond. Te midden van het bruisende geluid van een wereldstad.















0 reacties
0 reacties
0 reacties
6 reacties

Wandelen door New York

De beste manier voor mij om een stad te leren kennen is wandelen. Lopen tussen de New Yorkers en doen zoals zij. Het straatbeeld is overzichtelijk omdat alles in rechte lijnen loopt, voor zover het de straten betreft. Geen namen maar nummers zodat je altijd weet waar je bent.
Oversteken doe je niet als het voetgangerslicht rood is. In Nederland natuurlijk wel maar in New York zeker niet. Je wordt ogenblikkelijk door een automobilist gecorrigeerd met luid getoeter. Dat is raar, want automobilisten doen regelmatig dat wat een ander niet mag. Zolang het licht groen is, rijden zij. Dat ze dan stil komen te staan op het kruispunt of in de bocht deert hen niet. Dat ze daarmee het verkeer dat optrekt vanaf een andere kant hinderen, ook niet. Het kruispunt is verstopt, de voetgangers die op hun beurt oversteken laveren er door heen. Ik heb dikke pret want niemand windt zich op, niemand scheldt en de middelvinger kent de New Yorker niet. Toeteren mag en ik denk dat dat de uitlaatklep is. Er wordt bij het minste geringste op de claxon gedrukt. Op het moment dat ik mag oversteken en een automobilist toch nog even tot aan de zebrastreep optrekt, steek ik mijn vinger uit naar de neus van zijn auto. 'Pas op jij' zeg ik met een grijns en de automobilist lacht terug. Hij kijkt wel uit. Ontspannen loop ik door, mij één voelend met de meute.












2 reacties

van Schiphol naar Manhattan - mid town

Schiphol, een plaats waar nerveuze spanning vibreert van afscheid nemen, vertrekken maar ook van aankomen.Mensen nieuw ontmoeten en familie en vrienden lang niet zien.
Inchecken, douane controle en dan toegang tot het heilige der heilige, de vertrekhal achter de douane.
Maar eerst moet ik langs een meneer;
  Wie heeft uw koffer ingepakt, mevrouw en reist u alleen?
  Nee, ik reis met mijn schoonzus.
  Die mevrouw daar, komt u er dan maar bij, mevrouw, dat gaat sneller.
  Heeft u ook zelf uw koffer ingepakt en was er iemand bij?
Wij bevestigen beiden, dat we alleen thuis waren en er dus niemand bij was.
  Heeft iemand gevraagd een pakje mee te nemen, een familielid of een vriend?
Nee, dat heeft niemand ons gevraagd en we worden een beetje giechelig van dit gedoe.
  U gaat voor vakantie en u heeft zelf uw koffer ingeklaard?
Nou, dat hadden we, onder het toeziend oog van een grondstewardess.Eerst op een knop drukken waaronder de bestemming van het vliegtuig huist. Dan komt er een plakstrook met de bestemming vrij die je om het handvat van je koffer plakt. Koffer op een band tillen, iets intoetsen, dan klapt er een rooster dicht, weer wat intoetsen en de koffer verdwijnt uit het zicht. Nu maar hopen dat we het goed gedaan hebben, wij en apparaten...in New York zien wij onze koffer terug, gewoon op een ronddraaiende band.
Na de vriendelijke meneer moeten we zonder schoenen in een poortje op twee gele voetafdrukken staan, armen omhoog. De beruchte/beroemde foto door je kleren heen waarover destijds zo veel te doen is geweest. Ik zeg bij mijzelf  'zeg cheese' en moet bijna lachen maar dat mag niet, doodstil blijven staan.
Dan word ik gevisiteerd en zo zachtjes aan ben ik al dat zwijgen beu, dus ik maak ondertussen een praatje. Misschien vindt ze dat wel leuk. Maar het jonge ding in uniform zegt niets, kijkt niet naar mij maar grijpt mij ineens vol op mijn borsten. Ik hap naar adem, mijn schoonzus zet grote ogen op en een mevrouw die in de rij op haar beurt wacht schiet in de lach. Ik kijk haar aan, wil wat zeggen, maar ze draait zich om en loopt weg. Ze heeft mij geen blik waardig gekeurd.
Door een ander poortje, dat niet bliebt lopen we richting vliegtuig.
Later bedenk ik mij dat mijn praatje op haar misschien over kwam als afleidingsmaneuver, of dat die ijzeren ring door mijn borstbeen zichtbaar was.
We vertrekken op tijd en hangen ongeveer zeven uur op grote hoogte. Wij hadden plaatsen bij het raam, waar we ons op verheugden maar we zaten boven op de vleugel. Engeland heb ik in de diepte kunnen zien liggen, in kleine stukjes.We gaan zes uur terug in de tijd en zo gebeurt het dat wij rond twee uur bij het hotel arriveren. De kamer wordt pas om vier uur vrijgegeven maar de bagage kunnen wij bij de bellboy in storage afgeven. Wij voelen ons prompt zeer luxueus. Een bellboy (ca.45 jaar) iets uit de eerste helft van de vorige eeuw.
Amerika binnen komen was, in tegenstelling tot wat wij gehoord hadden, redelijk simpel en vriendelijk. Een oogscan, twee duimafdrukken, de vraag wat wij kwamen doen.Daarna een stempel en de groet 'have a nice vacation'.
Zonder koffers lopen wij onverwacht door de 48th East Sreet, richting Times Square en ik laat de overdonderende aanwezigheid van wolkenkrabbers over mij heen komen.
Ik had verwacht, en mij zelfs al wat schrap gezet, dat ik mij klein en nietig zou voelen tussen die grote steenreuzen. Maar ik liep rond als een kind in een snoepwinkel en alsof ik er al jaren kwam. Wel met mijn hoofd in mijn nek en mijn schoonzus volgde gewillig mijn vinger wanneer ik weer iets ontdekte daar in de hoogte, waar de lucht gekrabd wordt.


 

2 reacties

wonen en werken

Het is in het begin van de jaren 80 dat wij besluiten ons wonen in het rijtjeshuis totaal om te gooien.
Van onze zolder hebben wij een woonkamer gemaakt en op de begane grond creëerden wij mijn atelier. Omdat de keuken aan die ruimte vast zit wordt de grote ateliertafel ook onze eettafel.
Het voordeel van deze nieuwe indeling is in de eerste plaats dat mijn cursisten niet meer langs de trappen naar boven hoeven,langs de kamers waar dan net onze kindjes in bed liggen en,in de tweede plaats heb ik nu ruimte genoeg  voor drie draaischijven, een keramiek biscuit oven en de grote tafel voor acht personen plus de boetseerbok. Buiten tussen voordeur en schuur wordt een overdekte ruimte gemaakt waar de glazuur spuitinrichting kan staan en in de schuur is ruimte voor een oven die tot porselein temperatuur gestookt kan worden, zo'n 1300 graden.
Van een keurige doorzon eengezinswoning hebben wij een atelierwoning gemaakt.
Dat wij er later ook een huiskamer expositieruimte zullen organiseren, voor één maal in de zes weken, ligt nog in de toekomst verscholen.
Op een stille woensdagmiddag zit ik boven, in de huiskamer, een boek te lezen als ik de voordeur hoor en twee paar snelle voetjes de trappen op roffelen.
   Dag mam, ik wil Jenneke even een foto laten zien, dat mag wel hé? Zonder een antwoord af te wachten duikt mijn jongste de kast in waar op de bodem de dozen met foto's staan. Altijd handig voor afleiding van oorpijn,buikpijn of een onbegrijpelijke verdrietigheid.
Ze gaat niet zachtzinnig te werk, dat kind van mij.
   Hé, waar is het nou, nee dat is'm niet.Hoe kan dat nou, ik had hem toch en dan heel triomfantelijk, ik heb hem. Jenneke wordt tot achter de open kastdeur getrokken en ik probeer te raden over welke foto Rebekka het heeft.
   Moet je nou zien, dat is toch geweldig! Kijk nou, dat neusje! Die oogjes! Dat mondje!! Leuk hé, vind je dat nou niet leuk!
Ik moet bekennen dat ik nu wel bar nieuwsgierig geworden ben, welke foto de uitverkorene is, geen idee. Er komt een opgewonden griet de kast uit, haar rooie haren in de war, de ogen stralend, een foto in de hand.
   Mam, zegt ze, enigszins beschuldigend.Die foto moet je niet in een doos bewaren. Die moet je inlijsten en aan de muur hangen en je moet er iedere dag naar kijken.
Ze drukt mij de foto in de hand en weg zijn ze weer.
   Daàg, we gaan weer buiten spelen, touwtje uit de brievenbus...
De foto heb ik ingelijst en aan de muur gehangen en ja, ik kijk er dikwijls naar, vooral wanneer ik mijzelf een beetje kwijt ben.
En nu hang ik hem aan mijn blogmuur. Een grotere muur heb ik niet.

Bijna drie jaar oud;
f        otograaf Chr.v.d.Poll, Malvastraat 16
Amsterdam-Noord.

6 reacties

Lia Dorana; een herinnering

gelijk een vage herinnering.
Met een naam in mijn hoofd word ik wakker. Het is half acht, de zon schijnt en tekent door de jalouzie een patroon van strepen op de muur achter het voeteneind van mijn bed.
Een wijsje zoemt door mijn hoofd. Een lied dat Lia Dorana heeft gezongen in een musical. Ik kan niet op de naam komen. Nu ik al een paar weken aan het grasduinen ben in mijn herinneringen word ik vaker geconfronteerd met flarden verleden tijd waarvan ik wel beelden heb, maar de namen niet te pakken krijg. Frustrerend, dat lied en het zoeken naar de naam zal door mijn hoofd gaan totdat ik het weet. Al duurt het dagen en al doe ik ondertussen duizend andere dingen.
Lia Dorana zingt: Eén rijke bink, één abonné,
                            Niet zo robuust,héél gauw tevree,
                            Och, waar is ie gebleven,
                            Waar moet ik nu van leven.

Er is ook een film geweest: Shirley MacLain, ondersteboven hangend aan een lamp boven een biljarttafel. Zingend: O didoddidop alles staat op zijn kop,
                                  O diddodidop alles draait in galop,
                                  O ik voel mij zo raar,alles draait door elkaar,
                                  Dat komt alleen door jouw lekkere smoel.

De film is erg Amerikaans, ik heb er vreselijk om gelachen en hem zeker twee maal gezien.
Maar hoe heet nu toch die tegenspeler van Shirley MacLaine.
Ik kom er niet uit. Als ik beneden sinasappels sta uit te persen en een ontsnapte pit uit mijn glas probeer te vissen, weet ik het: Jack Lemmon was haar tegenspeelster.
En hoe heet nu die film.

De musical heb ik nooit gezien,een Nederlandse productie met de Belgische Lia Dorana in de hoofdrol.
Hoe ik aan de langspeelplaat gekomen ben weet ik niet. Het was geen nieuwe plaat, ik kreeg hem, te leen? O help, dat weet ik ook niet meer, van wie?
Ik vond de teksten zo romantisch, de stem raakte mij: Als het nacht is in Parijs
                                                                                    de straten leeg en grijs
                                                                                    je weet niet waar je bent
                                                                                    zonder je man, je vent.
                                                                                    Je voelt je lichaam gaat
                                                                                    slechts als een automaat
                                                                                    je weet niet wie je bent
                                                                                    zonder je man, je vent.
Veertien jaar was ik, toen ik voor het eerst met mijn ouders in Parijs ben geweest. In mijn herinnering hield mijn vader mij twee weken lang stevig bij de pols.Ik was nieuwsgierig, leek ouder en jonge mannen keken naar mij, meer dan mijn vader lief was, al had ik daar niet zo'n erg in, hij wel.
Parijs, de stad der zonde, volgens ouders en schoolopvoedkundigen. En wat was ik daar nieuwsgierig naar.
Eén besluit had ik al genomen: Ik wilde alles beleven wat het leven mij te bieden had, zondig of niet, goed of fout.Mijn moeder had mij gewaarschuwd: doe niets waar je later spijt van krijgt en ik besloot ter plekke dat ik alles zou doen en nergens spijt van zou krijgen.
Dit alles overdenkende, weet ik het: Irma la Douce; de film met Shirley Maclain en Jack Lemmon.
De musical was er eerder maar had de zelfde naam, met Lia Dorana. De musical kan ik niet meer zien, de film heb ik genoeg gezien maar zou er een cd bestaan van de teksten?
Mijn herinnering is verre van compleet  maar heeft wel kop en staart gekregen.Ik loop nog dagen te neuriën, denkend hoe ik later in mijn eentje door Parijs zwierf in de periode dat ik in dat bidonville werkte vlak bij Parijs, met alle avonturen van dien.









                                 














                       

5 reacties

Schoenen 1942 /'46

Er was een tijd dat ik een echte schoenenliefhebster was.Hoge hakken, smalle leest. In staat een maandsalaris uit te geven aan een nieuw paar en voor de rest van de maand witte bonen in tomatensaus te eten, met zo nu en dan een zoute haring voor de smaak.
Liefhebster bleef ik, geen koopster meer.
Door werk in een sloppenwijk even buiten Parijs, kreeg ik zicht op een andere kant van het leven. Ik besloot niet meer terug te gaan naar welk kantoor dan ook.
Terug in Amsterdam koos ik voor de geriatrie en ging werken als ziekenverzorgster op Amstelhof, een verpleeghuis.
Hakken voor het uitgaan, zweedse klompen voor het werk. Sinds een gebroken voet en een opstandige teen zijn alle hakken uit den boze.
Maar, tot op de dag van vandaag heb ik een hekel aan stevige, goed gesloten schoenen, die ik weliswaar buitenshuis draag maar thuis zo snel mogelijk uit doe.

Gravend in mijn eigen geschiedenis deed ik een ontdekking en kwam er een herinnering naar boven.

Tijdens mijn eerste levensjaren was alles op de bon. Voedsel, kleding, schoeisel en nog veel meer.
Luxe artikelen, zoals filmrolletjes, sigaretten etc. werden onderling wel geruild. Zo werd de klok, die nu nog in mijn huis het uur slaat, geruild tegen een pakje Miss Blanche. Mijn vader was een stevige roker maar die klok van zijn baas, daar wilde hij wel een pakje sigaretten voor offeren.
Er is maar één babyfoto van mij en er zijn een paar foto's uit mijn peutertijd.
Mijn broer, met mij op schoot. Mijn ogen worden meteen getrokken naar die zware zwarte schoenen. Dan een foto van mij, op de zuidelijke wandelweg, ook daar stevige schoenen aan kleine beentjes.
Mijn moeder was er gelukkig mee. Degelijk schoeisel in een tijd van schaarste. Ze had uren in de rij gestaan, de bonnen in haar hand geklemd, hopend dat als zij aan de beurt was er nog schoenen waren in de juiste maat.
Opmeten van lengte- en breedtemaat, daar werd niet aangedaan. Correctieschoenen, zoals Elephanten of Pinokkio, degelijke schoenen, bestonden nog niet.

op de waranda in Amsterdam-Noord. 1942
De schoenen waren heel, ze pasten en waren een klein beetje op de groei.Dat was goed, dan konden ze lang mee en als ze nu maar zuinig was, kon ze deze bewaren voor de baby.
Ik heb leren lopen in de schoenen van mijn broer.

1944 zuidelijke wandelweg.

6 reacties

Amsterdam - Rivierenbuurt 1941 - 1951

60 Jaar later  2013.

De pleinen zijn royaal, veel groen en huizen gebouwd in de jaren dertig. De trottoirs zijn breed, ideaal om op te spelen. In deze buurt vind ik iets terug van de rust die er destijds was.
Het doorgaande verkeer rijdt over de Maasstraat aan de ene kant en de Waalstraat aan de andere kant. De auto's komen van de Rooseveltlaan, links en de Churchilllaan rechts. Deze vier markeren het gebied waarbinnen ik mocht spelen. Oversteken was uit den boze.

   Kijk, dit is de stenen trap en bovenaan links onze voordeur, wijs ik mijn dochter, die mee is om alles met eigen ogen te zien.
   Even kijken of het vogelnest er nog is. Hoog tegen de stenen muur van het trappenhuis is een geglazuurde, bolle tegel gemetseld waarachter een kleine ruimte is uitgespaard en net zoals toen, zit er ook nu een nestje in. Zo te zien zijn de vogeltjes uitgevlogen.
De trap is smaller dan ik in mijn herinnering heb.
   Kijk, daar woonde Marijke en daar Paulie, allebei op de begane grond. Daar 2-hoog, Ursula en in de hoek, 3-hoog woonde Nellie. Aan de andere kant van het plein woonde Roelie, in het midden en daar 3-hoog, Bettie.Ik hun gezichten duidelijk voor mij.
   Om de hoek woonde Yvonne. Daar mochten wij niet mee spelen, want haar ouders waren fout geweest in de oorlog. Dat vond ik raar. Yvonne was aardig en altijd alleen, dus gingen wij, als wij haar zagen, om de hoek spelen. Kon zij toch niet helpen, dat haar ouders fout waren geweest. Wat het precies betekende wisten we niet maar het had met de oorlog te maken.
Wij leefden niet met na-oorlogse pijn, onze ouders spraken er niet of nauwelijks over. Voor hen was het de tijd van wederopbouw, voor ons de tijd van knikkeren met kalkedotten, de tijd van tollen en touwtje springen; zangspelletjes zoals Alles in de wind,het is maar een schipperskind en Ik heb een mooie bloemenmand aan wie zal ik die geven. Beeldentrekkertje was leuk met veel kinderen.

Van de Roerstraat lopen wij naar de Dintelstraat, die de Geulstraat blijkt te zijn.
   Ik weet toch zeker dat daar in het midden mijn kleuterschool stond, gebaar ik al rond kijkend van de ene kant naar de andere kant.We steken over en staan zomaar voor de Dintelstraat die een verbinding vormt tussen de Geulstraat en Deurlostraat. Mijn geheugen speelt tikkertje met mij.
Ik loop een stoep op en ga een school binnen die ik niet als de mijne herken. Een meneer zegt dat ik om de hoek moet zijn. Nu staan wij in een grafische school, waar in de oorlogsjaren

de lange poot van het Roerstraatplein.
de Jekerstraat vanuit het poortje
clandestien het Parool werd gedrukt, destijds een verzetskrant.Hij weet dat 'mijn 'school een speelplaats had met een grote zandbak en lag ingeklemd tussen de stadstuinen. Er is nog de helft over, zegt hij, er zit nu een kinderdagverblijf.
Ik heb er foto's gemaakt en vandaar uit besluiten wij de route te lopen naar de 'grote ' school in de IJselstraat.
Het plein van de Jekerstraat steken we over en dan loop ik door het zelfde poortje naar de Chulchilllaan als zoveel jaren geleden.
Halverwege kijk ik om, om te zien waar mijn kind blijft. Ze staat in de zon nog in de Jekerstraat en het raakt mij in mijn ziel: daar staat mijn kind in het decor van mijn kindertijd.Heden en verleden samengebald.


2 reacties

dagboekfragment

het leven in, vol uit
lief kind ga er voor.

ijl is waar je
vandaan kwam
pijn bracht je     voor

een klein moment
dat duurde even.

nu ben je hier
compleet, totaal
ook jij bracht leven.

jouw beurt       om
lief te hebben.

te lijden, groeien
jouw weg        tot
het einde

volbrengen
en dan los te laten.

ik heb lief gehad
zo intens lief gehad
het ligt achter mij.

de liefde is gebleven.






5 reacties

eerste schooldag

Zomer 1946 werd ik vier jaar, het hoefde niet maar ik mocht wel naar de kleuterschool.Tot aan die leeftijd heb ik weinig met andere kinderen gespeeld. In oorlogstijd hielden de moeders hun kinderen het liefste thuis.Na 1945 kwam daar wel verandering in, maar nog steeds was ik onder moeders ogen bij wat ik ook deed.De kleuterschool werd voor mij een bevrijding en ik was één van de weinige kinderen die niet huilde toen mijn moeder met een lach zei: Om twaalf uur kom ik weer. Dagdag, veel plezier, tot straks.
Er was veel te zien in het lokaal. De juffrouw imponeerde mij wel, ik vond haar groot met strenge bruine ogen en donker haar. Ze had een oranje gebloemde jurk aan en rode wangen.
Het leukste kwam na het voorlezen van een verhaal en het bekijken van een tekening op het schoolbord. We gingen buiten spelen in de zandbak van het schoolplein.Dat plein lag achter de school, tussen de stadse tuinen van de omringende huizen. Er was een grote boom die schaduw gaf over de zandbak. Die was groot en had een omheining en dak van grof  gaas met een deur in het midden.
Dan konden er geen katten in en geen kindjes uit, zonder dat de juffrouw het merkte.
Hoe ik het voor elkaar heb gekregen weet ik niet. Wel, dat ik mijn vriendje Dikkie wilde halen om ook op die leuke school te komen spelen. De ouders van Dikkie waren bekenden van de kerk en soms ging mijn moeder daar thee drinken en konden wij samen spelen.Hij was het enige kind dat ik toen kende.
Ik ben heel gewoon weg gelopen, niet bedenkend dat zo iets helemaal niet mocht.Ik kwam die zandbak uit, liep door de gang en of de buitendeur nou open stond of dat ik hem open kon krijgen, dat weet ik niet, bekend is dat ik door de Dintelstraat liep en niemand mij tegen hield. Pas bij de Maasstraat kreeg ik het benauwd. Die mocht ik echt niet alleen oversteken, mijn moeder greep mij altijd stevig bij de pols, als we daar op de rand van de stoep stonden. Een grote jongen was mij voorbij gehold, dat had ik wel gezien maar niets erbij gedacht. En toen ik die zelfde jongen weer zag aankomen was ik verbaasd dat mijn moeder meeliep. Hoe kon dat nu? Het was meteen het einde van mijn avontuur. Dikkie bleek op een andere school te zitten en mijn moeder bracht mij weer naar de Dintelstraat. De juffrouw kreeg vreselijk op haar kop, hield mij sindsdien net zo in de gaten als mijn moeder altijd deed en mijn vader kreeg 's avonds bij het avondeten het hele verhaal in geuren en kleuren. Toen leek mijn moeder veel vrolijker. Grote mensen, als klein kind snapte ik de helft niet van ze.

4 reacties

de bal

Bij de buren wordt een verjaardag gevierd. Niet luid met toeters en bellen, gewoon bezoek. De kindertjes moeten maar even buiten gaan spelen, dat geeft de volwassenen rust in de overvolle kamer. Ik hoor vanuit mijn computerkamer de stemmetjes die ik niet meteen herken en een roep over een bal: Dan ga jij daar staan en dan ga ik....
Nu heb ik in mijn achtertuin die kas. Achter onze tuinen ligt een ruim speelveldje; schommel, klimrekken, huisje met glijbaan en twee bankjes voor mamma's en pappa's. Er wordt bij mooi weer goed gebruik van gemaakt. Na de lange winter moet ik altijd even wennen aan de drukte.
Geen nieuwe jongetjes, geen geschreeuw om een nieuwe pikorde, geen zorg om de kas?
Heb ik dat goed bezien, dan kan ik loslaten en genieten van hernieuwde drukte. Leven in de brouwerij.
Mijn tuinpotten met planten staan opnieuw buiten. Vlak bij de houten schutting, zodat er enigszins bescherming is tegen de oostenwind die maar langdradig blijft overheersen.
Er staat een nieuwe bak bij. Achter in de tuin stak in een grote zinken teil een aangewaaid berkje drie kleine blaadjes uit de grond. In de hele buurt geen berk te vinden.Op welke windvlaag was die de lucht door gereisd en had uitgerekend mijn tuin uitgezocht om te aarden.
Omdat ik elk nieuw voorjaar de kracht van kiem herontdek waaraan ik een zeker optimisme in mijn manier van leven kan toelaten, heb ik de nieuwe loot in een eigen pot met aarde gezet. Hij is welkom en mag blijven.
Terug naar de jongetjes in de buurtuin. Gaan jullie nu alsjeblieft op het landje voetballen en niet hier in die veel te kleine tuin, denk ik, ietwat zuchtend en prompt valt er een bal over de schutting, rakelings langs mijn berk, tussen de planten in. Geen schade veroorzaakt. Ik gooi de bal terug, vertel de voetballer, dat er hier planten en beelden staan, dus of ze maar willen proberen de bal in eigen tuin te houden.Er ontstaat een vraag en antwoordpraatje waar ik dan toch wel lol in heb en de heren gaan door met hun spel. Wat meer aan de andere kant van de tuin.
En nu gewoon loslaten, zeg ik tegen mijzelf, met je rug maar even naar je tuin toe gaan zitten. Gaat er een ruit aan diggelen, dan hoor je dat toch wel.Alles blijft heel.
Inmiddels gaat er bijna weer een kleine loot uit een waterglas een pot met aarde in. Mijn overbuurman heeft prachtige rijkbloeiende seringen in de tuin, langs de straat. De lucht is bezwangerd van bloemengeuren. Ieder jaar mag ik een paar seringen plukken en op water zetten. Eén takje had een zijtak, die ik apart weg zet. Ik zei het al, de kracht van kiem. Zo indrukwekkend, er zitten worteltjes aan dat takje. Nog even wachten en hij kan in de aarde.
Zo ontwikkelt het leven zich in mijn tuin en rondom mijn huis, mijn leven.

3 reacties

gevecht of overgave ?

In het grijs van januari komen de sneeuwklokjes, eerst groen dan helder wit.
Vroege narcissen volgen wat later, samen met de botanische tulp.
Het zevenblad komt mee, fris groen na een lange grauwe winter.
De bodem vult zich, onstuitbaar, speenkruid bloeit schaterend geel.
Het zevenblad vermenigvuldigt.
Lievevrouwenbedstro komt met groene rozetjes en witte sterretjes
Het zevenblad blijft.
De wederik komt op in propjes groen, bloeit pas in de zomer.
Het zevenblad blijft.
Het is een komen en gaan van al wat kiemt en bloeit.
Uienbollen, wilde geranium en zo veel meer.
Maar het zevenblad blijft en overheerst.




9 reacties

een nieuwe lente en.....

Als een ongeleid projectieltje schiet ze door de tuin en belandt op de nok van de kas. Haar pootjes glijden weg van de metalen strip en de schuine ruiten geven ook geen houvast.  
Maar onwennige vleugeltjes bewaren haar evenwicht
en zo klautert ze naar het hoogste punt vanwaar ze uitzicht heeft op de grote wijde wereld die achter de tuin ligt. Even rust terwijl ze haar lijfje strekt om beter te kunnen zien. De grote bomen voor haar werpen schaduwen, de ochtendzon verschuilt zich achter het groen.
Dan neemt ze een beslissing, ze zet af en haalt precies de onderste tak van de eerste boom. Wat later volgt één ouder met een snavel vol wriemelende wormen.
Een mereljong is uitgevlogen.                                      

3 reacties

Welkom in de wereld, vervolg.

Ze heeft een plaats, dat kind dat zo haar best had gedaan.Na vijf lange en slopende dagen heeft ze een plek op de school van haar tweede keuze. En net zo belangrijk, ook een vriendinnetje uit haar klas gaat naar de zelfde school. Inmiddels weet ik wat een geruchtenstroom kan doen met mensen die zien dat hun schatje misschien naast het net vist.
Zo gaat het gerucht dat sommige scholen in Utrecht bij tweede keus kinderen zeggen:sorry, wij nemen alleen maar kinderen aan waarvan wij eerste keus zijn.Er waren meer dan honderd kinderen in Utrecht die uitgeloot waren en er waren nog maar 18 of 11 of slechts 5 plaatsen op de school van hun tweede keus.
Het is een merkwaardig spel dat gespeeld wordt in de rondedans die schoolkeuze heet, zoveel is zeker.
Ik ken een hogeschooldocent, die gestopt is met docent zijn.
"Het gaat niet om leerlingen maar om geld, in het onderwijs. Om subsidies en om prestige. Dat komt de lessfeer niet ten goede. Ik kap er mee".
Daarop aansluitend weet ik van een studente die goed presteert in haar opleiding, de stage goed heeft doorlopen maar in de komende tijd een overgangsexamen moet doen waarbij zij op 0.1 punt kan zakken en haar propedeuse niet haalt.Dan kan zij vertrekken en heeft ze alles voor niets gedaan.Weggegooid geld, weg kennis en weg toekomst.Onder zulke omstandigheden moet je maar niet over examenvrees inzitten.
Het gaat misschien de scholen zelf wel om leerlingen en hun welbevinden, maar kennelijk zijn zij net zo goed slachtoffer van het huidige systeem van bezuinigen, prestige en subsidies.
Maar goed, mijn schatje heeft de plek gekregen die ze zo graag wilde. Zoveel kinderen in Utrecht niet en het zal in andere grote steden hier in het dicht bevolkte gebied wel net zo zijn.Die kinderen wens ik uit de grond van mijn hart het allerbeste toe. Onze toekomst ligt in de handen van alle kinderen.

Welkom in de grote mensenwereld.

2 reacties

welkom in de wereld

Ze moet nog twaalf jaar worden maar aan het eind van de zomer gaat ze naar de middelbare school.
De cito-toets heeft ze goed gemaakt, havo/vwo advies, en ze is er trots op.
De school van haar voorkeur staat in Bilthoven.Ze is uitgeloot. Haar tweede keus ligt om de hoek, maar daar kan ze niet zomaar heen.
De juffrouw die haar vertelde dat ze haar hart moet volgen in haar schoolkeuze, verzuimde daar bij te zeggen, dat wanneer zij buiten haar woonplaats kiest,zij haar punten kwijt is.Geen probleem wanneer je vwo-advies hebt maar dat wil deze juffrouw haar, ondanks de cito-score, niet geven. Het kind zou het misschien niet vol kunnen houden op vwo. Eén en ander betekent dat zij nu onder aan de lijst van schoolzoekers staat.De school die als tweede is gekozen heeft een brugklas van twee jaar.Daarin wordt de keuze havo of vwo gemaakt.Zonder het vwo advies kan zij zich niet zomaar opgeven. Nu moet er geleurd worden met een kind dat vol vertrouwen de toekomst tegemoet zag.Bovendien is ontdekt dat scholen van 'goede' naam, een kind niet aannemen wanneer is gebleken dat de school in kwestie niet de eerste keus is geweest. Van zelfvertrouwen is inmiddels geen sprake meer.
Mijn idee is, dat scholen uitgekiende spelletjes spelen om zo goed mogelijk, als school, te scoren.Niets mis mee.Maar ten koste van kinderen?
Wij hebben een onderwijsminister die zich met elan overal tegenaan bemoeid.Maar, kan deze gang van zaken door de beugel?

2 reacties

Voorgoed/Korte verhalen

Mijn voetstappen echoën door de zon overgoten straat.Ik loop gehaast maar de echo lijkt sneller.
Mijn afspraak met jou, ik haast mij, jij hebt alle tijd.Ik ga jou zien, jij mij niet.Nooit meer.
De betekenis van het begrip 'nooit meer'.
Drie dagen geleden liep je vrolijk de deur uit, een handkus en een lach liet je achter.
Nu loop ik naar de plaats waar jij bent en ik niet wezen wil.Ik ga jou meenemen, zo wil ik dat.Ik haal je naar huis,maar eerst wil ik je zien.Ik wil weten met wie ik van doen heb.
Vanuit de felle zon is het binnen donker,op de tast kom ik bij de deur waarachter jij bent. Daglicht in een lege ruimte.In het midden een baar met een groot wit laken.Daaronder lig jij.
Je ligt zo stil,je ziet zo bleek.Een vlieg bromt botsend tegen een raam,het enige geluid op mijn ademhaling na.
Je gezicht is zoals ik het ken en toch ook weer niet.Je lange wimpers als waaiertjes op je wangen,roerloos.Ze hebben geprobeerd je haar netjes te kammen.Dat is niet echt gelukt en ineens glimlach ik.Jouw haar,je eigen bron van wanhoop.
   - Zo zullen ze mij altijd als een jongen behandelen.Ik ben een man,verdorie.Een man met het haar van een kruin-cavia.
Nadat je dat gezegd had schaterde je het ineens uit.
Je vlinderdasje zit ook scheef,zoals altijd.Zelfs nu,zélfs nu.Het doet er niet meer toe,niets doet er ooit nog toe.
Ik wil je in je eigen bed hebben,ons bed.Daar hoor je.Niet op die baar.Ik wil nog naast je kunnen liggen.O mijn God, nooit meer naast je kunnen liggen.Ik strek mijn hand naar je uit,maar trek weer terug.Ik vrees de kou die je uitstraalt,mijn warme man.Dan rollen mijn tranen geluidloos naar beneden en druppen op jou,ons voor even verbindend.

Gisteren wilde ik je oude moeder gaan vertellen dat je er niet meer bent.Met de trein ben ik gegaan,ik durf nu geen auto te rijden.
De trein was vol zomervakantie,vrolijke mensen, koffers en rugtassen.
Verhalen die door de coupé zoemden;vakantie aan het water,naar de bergen en wanneer we dan weer terug zijn, dan gaan we....
Toekomstplannen,zoals wij ook hadden,alleen  voor ons is er geen toekomst meer.

Ik weet niet of je moeder begrepen heeft wat ik haar vertelde.Zij was blij mij te zien,naar jou heeft ze niet gevraagd,niet de groeten gedaan toen ik weer ging.
   - Ga je al?Wat jammer. Ze zwaaide mij vrolijk uit.Voor het eerst was ik opgelucht door haar Alzheimer.Ze zal je heus wel gaan zoeken,een keer,maar daar ben ik dan niet bij.Ik heb de dienst doende verpleegster verteld wat er is gebeurd.Dat is al wat ik kon.
Ik wil alleen jou en mijn verdriet, ik wil jou.
De trein terug reed door de avondschemering,ik zat in mijn hoekje en keek naar buiten.Het was rustig.

De geur van gras drijft naar binnen,ik snuif het op.Gemaaid gras,het ruikt naar overvloed,vruchtbaarheid.Het ligt over het land gespreid,in lange banen.Donker tegen de lichte ondergrond van nieuwe sprieten.In de wei liggen koeien,de kalfjes dicht tegen hun moeder aan.Dan passeer ik een groep schapen met gekleurde achtersten en lammetjes maken nog een sprintje om te eindigen in houterige bokkensprongen,elkaar uitdagend en weer weg rennend.Ik kijk achterom,wil ze zolang mogelijk zien.
Wanneer we langs fruitbomen rijden zie ik de vruchten oplichten in de schemering.Even in vuur en vlam door de laatste zonnestralen.De lucht waaiert uit in een bont kleed van blauwen,licht paars en even,fel roze.Belofte voor een mooie nieuwe dag.
Zoals alles gul de overvloed laat zien voor de komende seizoenen.Alles daar buiten is zo gerangschikt dat het lijkt alsof ik langs een goed gevulde tafel rijd,voedsel voor de volgende periode,belofte dat wij de winter goed zullen doorkomen en dat er genoeg is om te wachten tot een nieuwe oogst.
Ik ben verbijsterd door de aangeboden overvloed.Hoe kan dat allemaal zo zijn terwijl jij,mijn liefste,geen deel meer uitmaakt van deze wereld?
Het leven zelf heeft gezorgd voor overvloed maar jij,waar ben jij.Waar zijn nu jouw gedachten,waar is je geest,waar is wie jij was?

Hier, bij jouw baar, weet ik wat belangrijk is.Nog hoor je bij mij,ik bij jou.Nooit was jij mijn bezit,maar nu wel.Ik beslis.
Jij komt naar huis,bij mij en dan,dan moet ik je loslaten.Hoe dat moet,weet ik nog niet en jij bent er niet meer om mij daarbij te helpen.


4 reacties

hoe lezen wij de krant?

Een artikel in de Volkskrant van 22 maart j.l. trekt mijn aandacht:
"Gezondheidszorg tussen keuze en solidariteit.
Hoe stoppen wij de kostenexplosie in de zorg? Het CPB kwam donderdag met een plan:druk de extra jaren die iemand kan leven door een medische ingreep uit in een geldbedrag.Wie te veel kost, krijgt geen vergoeding".
Ik zag het beeld al voor mij en hoorde de dialoog:
 - Goedemorgen mevrouwtje, ik zie dat uw bio hartklep twintig jaar goede dienst heeft gedaan en dat terwijl, statistisch gezien, zo'n klep maar vijftien jaar meegaat. Gefeliciteerd.
 - Ja, ziet u dokter, ik heb altijd mijn uiterste best gedaan, zo gezond mogelijk te leven. Maar de klep functioneert niet meer. Ik ben nu vijfentachtig jaar, ik kan nog lang mee, met een nieuwe klep.Ik moet er niet aan denken dat ik weer jaren zo dodelijk vermoeid ben.
- Al vijfentachtig jaar, dat is u bijna niet aan te zien. Tsja, wat kan ik u beloven. Niets helaas. Een nieuwe klep kost vreselijk veel geld, dat zult u wel begrijpen, dat betaalt zich niet terug aan de maatschappij. Ik denk ook dat u dat niet zelf kunt bekostigen. Er mee leren leven, mevrouwtje, dat lukt u vast wel.

Tegen de tijd dat ik het artikel helemaal gelezen heb, is mijn bloeddruk, denk ik, gestegen.
Gaat nu het CPB zich bemoeien met iets wat tussen arts en patiënt hoort plaats te vinden.Wat verbeelden die boekhouders zich wel!
Ik besluit iemand te bellen die verstand van zaken heeft en vraag: mensen van het CPB, dat zijn toch boekhouders, kan jij mij vertellen hoe die werken?
Het zijn economen, die werken in overheidsdienst. Zij werken op verzoek van de regering plannen uit, berekenen de kosten door en schrijven dan een rapport waarin zij hun bevindingen zetten. Zij geven verder geen advies. Aan de hand van zo'n rapport gaan dan de ambtenaren van een ministerie aan de slag. Jij hebt dat artikel in de Volkskrant gelezen. Dat gaan we helaas steeds meer zien, dat journalisten iets zodanig schrijven dat het lijkt alsof  het een vaststaand feit is.Helaas gaat dat tegenwoordig ook bij een kwaliteitskrant steeds vaker zo.
Het CPB kwam dus donderdag niet met een plan maar heeft een rapport uitgebracht, een journalist heeft daar de hand op weten te leggen en maakte daar zijn eigen versie van.
In een tijd waarin alles zo aan veranderingen onderhevig is, waarin zo veel twijfel wordt geventileerd en zo veel onrust is, zouden journalisten zich moeten houden aan wat hun taak is, nl. feiten naar voren brengen en opiniestukken schrijven. Daar hebben wij wat aan. Niet, zoals het tegenwoordig zo vaak lijkt, een vuurtje stoken en ingaan op de onlustgevoelens van deze tijd. Daar zijn andere kranten voor, niet mijn Volkskrant.

2 reacties

droom aan het werk

In Schrijfwijzer voor het web lees ik dat, voor je aan een blog gaat beginnen, je eerst je doelgroep moet bepalen. Ook is het verstandig om je bij gelijksoortige thema's te houden als leidraad voor het schrijven.
Een tijd geleden zei iemand mij:ik heb je blogs gelezen, ja, helemaal jij. Hij bedoelde waarschijnlijk dat ik van de hak op de tak schrijf met wisselende onderwerpen. Ik besta niet uit één lijn, ik zou mijzelf groot geweld aan doen. Ooit zei ik tegen een vriendin, een beetje treurig inderdaad:ik kan van veel een beetje, ik ben meer een lappendeken.Waarop zij héél fel reageerde :maar dan wel een verdomd mooie.
Nu wil ik het over dromen hebben, een bijna vergeten aspect van mijn leven.

Negentien jaar geleden begon ik aan een droomopleiding bij Anneguus en Pio van der Slikken.Daar zou ik meerdere jaren blijven.Na mijn massage opleiding was ook dit als thuiskomen. Eerst mijn opleiding en later koken voor nieuwe cursisten. Eén van mijn medecursisten was Hanny Lynch.Zij heeft na de opleiding een eigen praktijk opgezet en een boek geschreven.Echt een prachtige prestatie. Ik ben, door mijn omstandigheden op een moment gestopt met alles waar ik zo door geraakt werd.
Afgelopen Zaterdag reisde ik af naar Ridderkerk, een merkwaardige busrit van meer dan twee uur vanuit Utrecht, langs dijken en door plaatsjes die gebouwd zijn toen men nog met paard en wagen reed.Keek mijn ogen uit.
In mijn tas een opschrijfboek met een flard van een droom waaraan ik wilde werken. En zo als altijd kwam daar een open venster uit te voorschijn, waardoor mij iets duidelijk werd.
Eerst mijn droom:
Ik sta op de Keizersgracht in Amsterdam onder een boom aan het water.Ik sta in de schaduw, de zon schijnt op de huizen aan de overkant.
Ik moet mijn auto parkeren maar er is nauwelijks plaats tussen boom en water.Achter mij rijdt het verkeer langs.
Mijn auto wordt met de neus naar beneden in de boom gehesen, opgehangen aan de achterbumper.
Tot zover mijn droom.
De techniek waarmee wij deze middag werken is de identificatie techniek.Drie voor mij belangrijke symbolen ga ik onderstrepen en uitwerken.Dat zijn: auto;boom;en bumper.
Dan ga ik de identificatie in.
Ik ben een kleine rode auto en sta tussen het water van de gracht en een boom.Er is voor mij geen plaats om te parkeren.Ik word in de boom gehesen aan mijn achterbumper, neus naar beneden.Er hangen meer auto's in die boom. Ik hoop dat mijn bumper mij houdt anders donder ik hard naar beneden.
Ik ben de boom en kijk uit over het water.Mijn stam die mijn kruin draagt is hoog genoeg voor de auto van Athy.
Ik ben de bumper van de auto. Hoop dat die het gewicht kan dragen.Zo sterk ben ik nu ook weer niet.
De volgende stap is, om te zien wat het geschrevene, mij zegt.
Ik voel mij klein en uitgerangeerd. Ik vraag mij af of er nog wel plek voor mij is, in de maatschappij.Ik ben bezig met mijn wereld maar eigenlijk kan ik de boom in, is mijn onderhuidse gedachte. De maatschappij heeft iets tegen oudere, 'consumptieve' mensen en dat trek ik mij aan want ik vind het niet terecht. Als ik niet oppas laat ik mij wel degelijk monddood in een boom hijsen.
Auto betekent immers 'zelf'.
De achterbumper die in de identificatie bang is, dat hij het gewicht niet kan dragen, laat mij zien dat ik misschien wel te zwaar til aan mijn eigen leeftijd, wat gevoed wordt, door berichten in pers, t.v. en radio.

Goed kijken dus naar mijn droom en mijn uitwerking daarvan. Kijken doet veranderen, zei één van mijn leermeesters ooit en dat geloof ik vast.

4 reacties

een politicus

Op het moment dat ik mijn krant dicht vouw schuift een politicus aan, tegenover mij.
   - Iets van belang gelezen?- vraagt hij.
   - Nee, niet echt.Ik word er boos van.Het gaat alleen maar over geld, over de crisis en over kosten  - .
  - Het is een moeilijke tijd....-
  - Het is een moeilijke tijd en ik kan mij niet onttrekken aan het idee dat jullie dat met graagte in stand houden. Anders het journaille wel. De hijgerigheid waarmee iedereen over elkaar heen buitelt om vooral maar te vertellen hoe slecht we het hebben.Wat een vertoning  .
Het credo dat de ouderen te duur zijn. Dat de pensioenfondsen het niet meer kunnen opbrengen en er straks niets overblijft voor de volgende generatie. Ha! Wij betalen nog steeds wel belasting.In de ziektekostenverzekeringen betalen wij mee aan zaken die ons niet meer treffen.Saamhorigheid, weet u nog?
Wij zijn niet te duur.Is iedereen vergeten dat in de jaren tachtig minister Ruding de pensioenfondsen heeft leeg gehaald teneinde zijn eigen regeer te korten aan te vullen. Is er ooit een cent terug betaald?
Om te compenseren zijn de pensioenfondsen gaan beleggen in de wereld van internet, dat net als een speer opkwam en net zo snel weer neer ging. Opnieuw verlies voor de pensioenen .Eigen schuld werd er toen geroepen
Maar goed, wij worden te duur en de regering hoest nu een aantal voorstellen op die kostenbesparend zijn - .
De politicus tegenover mij kijkt zuinig maar zegt voorlopig geen woord en dat is bijzonder.En ik vind het heerlijk nu eindelijk eens mijn gal te kunnen spuwen al is het alleen maar om het nare gevoel van machteloosheid even kwijt te zijn.
  - Mantelzorg moet het worden.De kinderen zullen meer tijd aan hun ouders moeten besteden en zo de kosten van de gezondheidszorg helpen drukken. Terug in de tijd, noem ik dat.Want de vrouwen zullen dan de klos zijn. Denkt u dat een zoon zijn moeder uit de luier helpt, denkt u dat moeder dat wil? Doe jij dat maar schat, dat is vrouwenwerk, ik doe de belastingaangifte wel.
Maar de vrouwen hebben de kinderen, minus die ene pappadag, vrouwen moeten carrière maken en volgen als het even kan een studie in de avonduren of in het weekend. Waar zullen ze de tijd vandaan moeten halen? Hun baas ziet ze aankomen als zij om minder werk vragen in verband met huiselijke omstandigheden.Daar heb je uw glazen plafond. Jullie hebben geen visie, geen idee hoe het er in de praktijk aan toe gaat.
En over geld gesproken, hou toch op. Rutte 1 zei:we hebben een regeerakkoord waar heel rechts zich de vingers bij aflikt. Met andere woorden: de rest doet er niet toe. Nou, dat merken we.
Banken vallen om en worden genationaliseerd, ten koste van de spaarder met obligaties.Die zijn ze kwijt. Maar de grote bazen krijgen bonussen, de commissarissen lijden geen verlies.
Samen delen is in jullie mond een vloek geworden, een mega leugen. Want er is geen 'samen '. Er is wij en zij. Wij betalen de prijs, jullie niet - .
Ik zou nog uren door kunnen gaan maar één blik op de politicus vertelt mij dat de man niet meer aan kan.
   - Nog één ding - , zeg ik bezwerend. - Nog één ding. Wat mij zeer doet is dat ik als oudere het gevoel heb dat ik er niet meer toe doe. Mijn hele leven heb ik gewerkt met en voor mensen. Ik heb mijn kinderen goed groot gebracht, ben zo trots op ze.
Als kind leerde ik respect te hebben voor oudere mensen die hun leven geleefd hebben en daardoor wijsheid vergaard.
Ik leerde, leefde en leerde meer. Mijn leven deed er toe zoals dat van ieder mens, ongeacht de wijze van leven.Iedereen doet er toe.
Wat leren jullie de nieuwe generaties? Wij zijn oud, wij zijn rijk, wij verteren de pot. En dat wordt geloofd. Dat is gevaarlijk want jullie creëren onvrede.

En dat alleen maar om te verhullen dat jullie geen visie hebben, geen toekomstperspectief weten te creëren. Mensen zijn verworden tot een handvol centen, jullie zijn boekhouders geworden en dat doet ongelooflijk pijn. Regeren is vooruit zien en daar zijn jullie niet toe in staat - .
De politicus is verdwenen, ik zit weer alleen aan mijn tafel, de gevouwen krant nog in de hand.
Ik wil een kop koffie en de pil van Drion voor later.

2 reacties

mijn tuin

De winterslaap voorbij en de tuin ligt aan mijn voeten.
Natuurlijk is het fris om niet te zeggen koud maar de vorst is uit de lucht en het is een windstille grijze dag.Wanneer ik in beweging blijf is het goed toeven op mijn terras.
Rommel, besluit ik rondkijkend, er moet opgeruimd worden.Lege potten in ordeloosheid zowel hier als in de kas. Mijn plan is binnen een minuut gemaakt:het terras uitruimen,lege potten opruimen en waar laat ik de rest. In de schuur, daar een hoek leegmaken en alle kunststofpotten opstapelen en daar ook de lege hanging baskets in leggen.
Dat wordt dan eerst oude aarde achter in de tuin strooien en dat is zwaar en lastig want overal stralen sneeuwklokjes waar ik mijn voet niet op wil zetten.De nieuwe brandnetels zie ik ook al tussen de bedrijven door.Als de stenen potten op hun plek staan heb ik eigenlijk al mijn kruid verschoten.In de schuur een lege plek gemaakt wat betekent dat ik buk,strek,stap en draai op een heel klein oppervlak. Wat daar naar toe moet staat bij elkaar. Dat wordt heen en weer lopen, in en uit mijn tuinslippers stappen, die meenemen naar voren, ik heb natuurlijk net mijn vloer gedweild. Een beetje moedeloos kijk ik rond en zie een drieppots-houder van blik.
Kijk, die kan ik nu voor op de wand schroeven en over een maand kan daar huislook in.
Nieuw idee, nieuwe energie.Actie!
Tuindeur dicht, want de voordeur moet open,maar eerst naar zolder voor een fretboortje, twee kruiskopschroeven en idem schroevendraaier.Weer beneden bedenk ik mij dat een potlood om de gaatjes af te tekenen wel handig is. Dat ligt een trap hoger, bij de schildersezel.
Ik heb een timmermansoog, vind ik zelf. Wanneer ik de eerste schroef wil vastdraaien ontdek ik dat mijn gereedschap aan de andere kant van de met bollen gevulde wasbak ligt.Ik ga natuurlijk niet los laten wat ik net vast heb.Een beetje buigen, een beetje strekken, onderwijl mijn ogen gefixeerd op de schroef, krijg ik alles te pakken en dan hangt het geheel.Een héél klein ietsiepietsie niet recht. Maar ja, ik zal niet beweren dat ik perfect ben.Een kop thee, een half uur op de bank met een boek en ik heb weer wat energie om nog even rond te struinen op het terras. De winter is bezworen.

4 reacties

een dagelijkse gang


De winter is nog niet voorbij maar vandaag schijnt de zon en achter glas is het behaaglijk.
In huis hangt een ietwat slaperige stilte maar dat zegt misschien meer over mij.De derde nacht op rij waarin ik nauwelijks geslapen heb en dat wreekt zich.
In de andere kamer staat het raam open en het geluid van spelende kinderen klimt naar binnen.
Ik herken de stemmetjes, twee broertjes samen in de tuin en aan de opgewonden lachjes en gilletjes zal dat zo omslaan in huilen. Want dan is de oudste te overmoedig, krijgt de jongste er genoeg van en werkt het 'stop, hou op'niet meer.
Er zijn mensen die voor geen goud aan een                      
kinder speelpleintje zouden willen wonen.

Ik vind het heel gezellig. Toegegeven, wanneer er met grote ballen wordt gespeeld houd ik heus mijn hart wel eens vast voor mijn kwetsbare kas.Ieder kind in de buurt weet inmiddels dat die kas er staat. De schommels worden vaak door pubers bezet, als er geen kleintjes zijn en de gesprekken die ik, onzichtbaar in mijn tuin, letterlijk kan verstaan doen mij glimlachen. Er is weinig nieuws onder de zon.Dat vind ik geruststellend. Iedere generatie is tot nu toe opgegroeid met eigentijdse problemen. Maar nog nooit zijn die problemen zo divers geweest als nu.Of vergis ik mij daar in?
Door alle 'social media' komt wat de aandacht trekt meteen binnen en moet er instant gereageerd worden, zonder tijd voor nadenken of eigen mening vormen. De maakbare wereld, zelf onze ministers geloven er in.Er bestaat niet zo iets als maakbare wereld en wie daar uiteindelijk achter komt heeft dan al een prijs betaald.
Maar, dit terzijde. Ik zit achter mijn p.c.tje, in een zachte slaperige lucht en geniet van de stemmetjes die uit een tuin komen. Ik heb bolletjes geplant in mijn oude wasbak die tussen voordeur en schuur staat.Terug gevonden bolletjes, die verwaarloosd in de kas lagen en een paar nieuwe.Nu maar zien wat er gebeuren gaat.Dit is voor vandaag mijn gang van dagelijkse dingen.
De winter is nog niet voorbij maar de zon schijnt en dat is iets om blij mee te zijn. Morgen is er een nieuwe dag met een andere dagelijkse gang.























6 reacties

het huis

Het is verouderd, het huis waarin ik heb gewoond ietwat verwaarloosd, ik wist niet dat het kon gebeuren het lijkt wel meer bewoond,destijds bleef alles zoals het was. De voortuin is versteend,waar zijn de rozen die mijn vader plantte. Het licht valt anders in de kamer, de keuken door- en uitgebroken een muur gesloopt. Haar huid is donkerder dan ik mij herinner,vuurdoorn voor het raam geen inkijk maar ook geen uitzicht meer.Smoezelig dat is het woord. Ook de overbuurvrouw is weg.

8 reacties

van oude mensen en de dingen die....

Lieve Koningin, Wel gefeliciteerd met uw komende pensioen. Het is mooi geweest, daarin heeft u helemaal gelijk.U heeft uw pensioen verdiend. U heeft langer door gewerkt dan de aankomende pensioengerechtigden tegenwoordig verplicht zijn, zodat u geen maanden hoeft bij te tellen. Voor een pensioengat hoeft u dan ook niet bang te zijn.Gelukkig maar. Door uw abdicatie publiekelijk te maken, heeft ineens iedereen een mening over u en over uw zoon.Niemand steekt dat onder stoelen of banken.Ik ook niet natuurlijk. Ook ik heb een mening. U bent voor Nederland het beste visitekaartje ooit voor de grote buitenwereld.Meer mag u ook niet zijn, van volk en regering, dat is pas nog besloten.Uw zoon mag ook niet meer worden, dus waar iedereen zich nu zo druk over maakt. Dat kan hij heus wel. Hij heeft het geluk van Maxima, u had het geluk van Prins Claus.Bij iedere huwelijkssluiting wordt gewezen op het geluk elkander aan te vullen.Maar voor uw zoon geldt dat niet, waarom dat zo is begrijp ik ook niet. Eén ding vraag ik u wel. Laat hem geen uniformen dragen.Die pet op zijn hoofd staat hem echt niet.Zeker niet wanneer hij dan ook nog zijn kaken zo op elkaar klemt.In pak en met vrouw en kinderen is hij gewoon een leuke man, minder op afstand. U gaat in uw favoriete woning verder leven.Weet u zeker dat u dat kunt betalen? We hebben vandaag de dag een regering die spaart.Niet hun eigen geld, nee, geld van.En dan niet het volk dat het missen kan, nee, zij die het toch al niet zo gemakkelijk hebben. De minima, de gezinnen onder modaal met schoolgaande kinderen.De werklozen die weg gesaneerd zijn omdat hun bazen het verkeerde spel speelden maar wel hun gouden handdruk veilig stelden.De chronisch zieken en de kinderen die ook liever geen rugzakje zouden hebben. Weet u zeker dat u buren krijgt die een oogje in het zeil willen houden.Eens langs komen met een zoute haring, omdat ze toch al naar de markt gingen? Een sociaal netwerk heeft u wel nodig, als straks het zwarte gat dreigt en de mobiliteit wat afneemt, met de jaren.Zo'n kasteeltje is wel fijn maar ook erg geïsoleerd. Een slimme meid moet nog steeds zijn voorbereid al wordt onze toekomst steeds kleiner. Er zijn mensen die zeggen dat u uw pensioen niet eens op zult maken, u schijnt rijk te zijn.Dan heb ik een goed idee. Wanneer u uw pensioen gelden echt niet nodig heeft, zou u er een fonds van kunnen maken, een fonds met werkelijk een goed doel.Studie beurzen voor kinderen uit achterstand wijken of voor een bibliotheek voor de jeugd in die zelfde wijken met werkeloze voorlees moeders die dan een kleine tegemoetkoming verdienen.U weet zelf vast ook wel een goed doel. U heeft een schoondochter in Londen die daar beslist raad mee zou weten. Zij heeft het zwaar, dat weet ik, maar uit eigen ervaring weet ik, dat het dan heel goed is om toch een lijntje naar de buitenwereld te hebben, al is het nog zo klein, een contact buiten kindertjes en een droeve situatie om.Zij zou het zeker goed doen en het zou haar goed doen. Lieve koningin,dit wilde ik u zo graag zeggen.Dank voor het lezen. Het ga u goed. Ons zal het ook goed blijven gaan.

2 reacties

Lezen

Met een klein gevoel van grote voldoening zet ik mijn tuinstoel zo, dat mijn gezicht precies door de zon wordt geraakt.Een kop koffie en een rijsten wafel met chocolade onder handbereik.Januari, nauwelijks wind en ik kan even heerlijk buiten zitten in de zon. De kachel uit en de tuindeur open, zodat de frisse lucht naar binnen kan. Hoe groots is klein geluk.Iets lekkers bij de hand, een boek op mijn knieën en achter mij wachten voor later, twee zoute haringen en wat zuur.Ik moet er tevreden van zuchten. Het boek is van Marilyn French, Het bloedend hart.In 1980 vertaald en een paar keer door mij gelezen.De feestdagen van december voorbij, nog niet helemaal hersteld van een zware kou, heb ik geen behoefte aan een nieuw boek maar aan iets vertrouwds dat toch nog genoeg boeit. Al lees ik het wel genuanceerder dan, zeg maar, dertig jaar geleden. Soms vind ik de hoofdpersoon gewoon zeuren en alle mannen over één kam scheren. Het is een gepasseerd station, al ben ik daar niet helemaal zeker van.Maar de persoonlijke tragedies van Dolores en de persoonlijke verhalen van Victor, voor een klein jaar elkaars minnaar zijn hartverscheurend en de liefde voor elkaar, pleister op de wonden. Het brengt mij ook aan het mijmeren over hoe het was in mijn huwelijk.Met mijn prins op het witte paard.Wij deelden wel degelijk de huishoudelijke taken, konden oeverloos met elkaar praten en waren elkaars gelijken al verschilden wij dag en nacht.En natuurlijk was het niet alleen maar pais en vrêe maar daar konden we wel tegen. Onze huiskamer was mijn atelier en onze zolder de woonkamer.Ik gaf cursussen in handvormen in klei. Er werd in die tijd nog niet door vrouwen als vanzelfsprekend buiten de deur gewerkt al was de beweging daar naartoe er wel.De meeste moeders brachten hun kinderen naar school en deden daarna de voordeur achter zich dicht. Maarssenbroek bestond nog maar net en van echte samenhang was nog geen sprake. Dit allemaal overpeinzend zoek ik opnieuw de bladzijde op van Het bloedend hart en zie een handgeschreven voorwoord op het schutblad: "16 mei 1981 Ter herinnering aan je eerste Hekspo, waarop ik heb genoten. Hans" Dat was ik vergeten. Mijn eerste Hekspo. Ik hield al een paar jaar cursussen en was verbonden met het cursus project Maarssen.Op een moment realiseerde ik mij dat van alles wat er werd gemaakt, nooit iets te zien was, waar dan ook. En de gedachte van de Hekspo was geboren. Mijn broer bedacht de naam, dat het woord heks er in zat vond hij zelf een goeie mop die ik wel kon waarderen. Eénmaal in de vijf/zes weken haalde ik mijn hele atelier leeg, sopte alles en stelde het werk tentoon van twee disciplines, verdeeld over muren en stellages.Alleen vrouwen mochten exposeren. Op vrijdagavond de opening en op zondag ruimden wij alles weer op.Tijdens zo'n weekend werd er voor ons gekookt en er waren altijd extra handen om mee te helpen opruimen.Zowel degene die tentoonstelde als ikzelf, zorgde voor bezoekers.Het was altijd volle bak.Ik interviewde de beide vrouwen, maakte foto's en schreef alles uit, met de hand en hing grote prikborden in de gang met daarop foto's van de leefomgeving en persoonlijke teksten.Ik heb alles nog in een grote ringband. De eerste Hekspo was dus op 16 mei 1981. Zo kwam Marilyn French: Het bloedend hart, in mijn bezit.