van Schiphol naar Manhattan - mid town

Schiphol, een plaats waar nerveuze spanning vibreert van afscheid nemen, vertrekken maar ook van aankomen.Mensen nieuw ontmoeten en familie en vrienden lang niet zien.
Inchecken, douane controle en dan toegang tot het heilige der heilige, de vertrekhal achter de douane.
Maar eerst moet ik langs een meneer;
  Wie heeft uw koffer ingepakt, mevrouw en reist u alleen?
  Nee, ik reis met mijn schoonzus.
  Die mevrouw daar, komt u er dan maar bij, mevrouw, dat gaat sneller.
  Heeft u ook zelf uw koffer ingepakt en was er iemand bij?
Wij bevestigen beiden, dat we alleen thuis waren en er dus niemand bij was.
  Heeft iemand gevraagd een pakje mee te nemen, een familielid of een vriend?
Nee, dat heeft niemand ons gevraagd en we worden een beetje giechelig van dit gedoe.
  U gaat voor vakantie en u heeft zelf uw koffer ingeklaard?
Nou, dat hadden we, onder het toeziend oog van een grondstewardess.Eerst op een knop drukken waaronder de bestemming van het vliegtuig huist. Dan komt er een plakstrook met de bestemming vrij die je om het handvat van je koffer plakt. Koffer op een band tillen, iets intoetsen, dan klapt er een rooster dicht, weer wat intoetsen en de koffer verdwijnt uit het zicht. Nu maar hopen dat we het goed gedaan hebben, wij en apparaten...in New York zien wij onze koffer terug, gewoon op een ronddraaiende band.
Na de vriendelijke meneer moeten we zonder schoenen in een poortje op twee gele voetafdrukken staan, armen omhoog. De beruchte/beroemde foto door je kleren heen waarover destijds zo veel te doen is geweest. Ik zeg bij mijzelf  'zeg cheese' en moet bijna lachen maar dat mag niet, doodstil blijven staan.
Dan word ik gevisiteerd en zo zachtjes aan ben ik al dat zwijgen beu, dus ik maak ondertussen een praatje. Misschien vindt ze dat wel leuk. Maar het jonge ding in uniform zegt niets, kijkt niet naar mij maar grijpt mij ineens vol op mijn borsten. Ik hap naar adem, mijn schoonzus zet grote ogen op en een mevrouw die in de rij op haar beurt wacht schiet in de lach. Ik kijk haar aan, wil wat zeggen, maar ze draait zich om en loopt weg. Ze heeft mij geen blik waardig gekeurd.
Door een ander poortje, dat niet bliebt lopen we richting vliegtuig.
Later bedenk ik mij dat mijn praatje op haar misschien over kwam als afleidingsmaneuver, of dat die ijzeren ring door mijn borstbeen zichtbaar was.
We vertrekken op tijd en hangen ongeveer zeven uur op grote hoogte. Wij hadden plaatsen bij het raam, waar we ons op verheugden maar we zaten boven op de vleugel. Engeland heb ik in de diepte kunnen zien liggen, in kleine stukjes.We gaan zes uur terug in de tijd en zo gebeurt het dat wij rond twee uur bij het hotel arriveren. De kamer wordt pas om vier uur vrijgegeven maar de bagage kunnen wij bij de bellboy in storage afgeven. Wij voelen ons prompt zeer luxueus. Een bellboy (ca.45 jaar) iets uit de eerste helft van de vorige eeuw.
Amerika binnen komen was, in tegenstelling tot wat wij gehoord hadden, redelijk simpel en vriendelijk. Een oogscan, twee duimafdrukken, de vraag wat wij kwamen doen.Daarna een stempel en de groet 'have a nice vacation'.
Zonder koffers lopen wij onverwacht door de 48th East Sreet, richting Times Square en ik laat de overdonderende aanwezigheid van wolkenkrabbers over mij heen komen.
Ik had verwacht, en mij zelfs al wat schrap gezet, dat ik mij klein en nietig zou voelen tussen die grote steenreuzen. Maar ik liep rond als een kind in een snoepwinkel en alsof ik er al jaren kwam. Wel met mijn hoofd in mijn nek en mijn schoonzus volgde gewillig mijn vinger wanneer ik weer iets ontdekte daar in de hoogte, waar de lucht gekrabd wordt.


 

btemplates

2 reacties:

lebonton zei

'alsof je er al jaren kwam'
dat moet ook een beetje vreemde gewaarwording zijn.

Athy zei

Ton, het was bevrijdend en gaf me wat zelfvertrouwen terug wat ik de laatste maanden kwijt was

Een reactie posten