3 reacties

Toekomende tijd

Twee nieuwe boeken liggen op mijn leestafel die soms ook mijn eettafel is.
Twee onderwerpen die mij het afgelopen jaar stevig hebben bezig gehouden en van tijd tot tijd voor boosheid hebben gezorgd.
Ik vind het, soms, zeer kwalijk dat ik zomaar 70+ ben geworden en vanuit dat besef komen er vragen naar boven, hoe het zal zijn om dood te gaan en hoe dat zal gebeuren. Zal ik alleen zijn, of in mijn slaap, of erg ziek, erg verward. Het soort vragen waarvan ik weet dat vooral alleenstaanden die hebben.
Natuurlijk benauwd dit onderwerp mij, ga ik liever over tot de orde van de dag. Maar ik kan niet anders dan mij voegen naar die gedachtestroom zoals ik mij altijd heb gevoegd naar datgene wat zich aan mij voltrekt terwijl ik zelf andere plannen heb.
Goed, nu dus die twee boeken. Eerst de ouderdom en dan de dood. En met die volgorde mag ik mij gelukkig prijzen. Meer dan genoeg mensen om mij heen hebben de leeftijd van 70 niet gehaald, dierbare vrienden, familieleden, missen doe ik ze. Niet zeuren denk ik dan. Precies mijn punt. Ik wil niet zeuren, mijn punt van aankomst is mijn oude dag.
Ik krijg het idee dat oud worden niet meer mag; oud worden zonder het te zijn is het parool.
De blije 70+, die fietst, voetbalt met kleinkinderen, nog een duik in het meer neemt, al dan niet voorzien van inlegkruisjes. Niets oud en krakkemikkig. Dat is maar goed ook, met de huidige gezondheidszorg want die is uitgehold, bezuinigd heet dat eufemistisch. Wij moeten zelfstandig blijven, zo lang mogelijk. Mijn idee en ik ga er voor. Zolang ik niet op de fiets geschept word door een 16-jarige die op zijn fiets aan het sms-en is, of onderuit ga op een pas gedweilde vloer in de drukte van het centraal station, ik noem maar een dwarsstraat. Ik wil wel zelfstandig blijven, vrolijk mijn oude dag binnen huppelen en vooral blijven lachen. Helemaal gerust ben ik er niet op.
Rudi Westendorp kon er mooi over praten bij De wereld draait door. Zijn brillenglazen schitterden, zijn vlinderdasje ging er bijna van fladderen: kinderen die nu geboren worden kunnen wel héél oud worden, in de toekomst zelfs wel 135 jaar, dat was niet uitgesloten. Heb je wel een waterhoofd nodig, dacht ik, waar laat je levenservaring van 135 jaar. Ik moet er niet aan denken. De pil van Drion moet dan toch echt wel beschikbaar zijn, om de balans in balans te houden.
Het boek van Bert Keizer, Tumult bij de uitgang gaat over het gebrek aan plaats voor doodgaan in deze huidige tijd. Doodgaan wordt het grote menselijke falen in de komende tijd. De maakbare wereld heeft de toekomst.
 "Wat, bent U pas 85, hoe durft U. Wij denken aan 130 jaar, even nog volhouden hoor...".
 Wat een heerlijke wereld.
Misschien moet toch eerst dat sterven goed geregeld zijn, voordat we gaan voor die hele hoge leeftijd. Mij ontgaat het nut van almaar meer willen, ouder, gezonder, ingrijpen in het leven. Wat een dwaas is de mens. Doorgeschoten evolutie.

Wat ik wil proberen is vrede te krijgen met datgene wat ik niet veranderen kan. Ook ouderdom is een groeiproces, waarin iedereen niet alleen  zijn eigen persoonlijkheid kan volgen maar ook ontplooien.
Misschien ook, afmaken wat is blijven liggen in de vruchtbare jaren van leven.
De twee boeken die ik gekocht heb, geven mij het gevoel dat ik niet werkeloos aan de kant ga staan maar opnieuw mijn groei ter hand neem. Maar ouder dan 93? Echt niet!

4 reacties

Gesprek met een schilderij

Je bent mijn leven binnen gekomen in grijze tinten met hier en daar een lichte toets.
Vanuit een prachtige lijst kijk jij mij aan. Als schilderij ben je nu van mij, in mijn huis en de plaats die je krijgt aan de muur moet ik nog even goed bekijken. Omdat het licht anders valt dan ik dacht.
Aanwezig ben je, al is het alsof je alleen maar even om de hoek kijkt.
Waar zou je staan, half in een deuropening? Wachtend tot iemand je opmerkt, kijkend in een kamer vol mensen die praten met elkaar?
Ik kan van alles bedenken. Mijn eigen verhaal bij jouw portret. Dit is voor mij de kracht van jouw blik. Ik kijk naar jou, jij kijkt terug.
Al poserend heb je waarschijnlijk naar de schilder gekeken. Zo nu en dan een woord gewisseld. Je blik soms naar rechts, naar links laten gaan maar altijd terugkerend naar dat ene punt.
En, wanneer de tijd vordert verdwijnen de woorden, wordt de stilte dieper en breder. Een woordeloos gesprek.
Nu kijk jij mij aan en ik kijk terug. Zonder woorden.

Geschilderd door Martin Koole