6 reacties

Amsterdam - Rivierenbuurt 1941 - 1951

60 Jaar later  2013.

De pleinen zijn royaal, veel groen en huizen gebouwd in de jaren dertig. De trottoirs zijn breed, ideaal om op te spelen. In deze buurt vind ik iets terug van de rust die er destijds was.
Het doorgaande verkeer rijdt over de Maasstraat aan de ene kant en de Waalstraat aan de andere kant. De auto's komen van de Rooseveltlaan, links en de Churchilllaan rechts. Deze vier markeren het gebied waarbinnen ik mocht spelen. Oversteken was uit den boze.

   Kijk, dit is de stenen trap en bovenaan links onze voordeur, wijs ik mijn dochter, die mee is om alles met eigen ogen te zien.
   Even kijken of het vogelnest er nog is. Hoog tegen de stenen muur van het trappenhuis is een geglazuurde, bolle tegel gemetseld waarachter een kleine ruimte is uitgespaard en net zoals toen, zit er ook nu een nestje in. Zo te zien zijn de vogeltjes uitgevlogen.
De trap is smaller dan ik in mijn herinnering heb.
   Kijk, daar woonde Marijke en daar Paulie, allebei op de begane grond. Daar 2-hoog, Ursula en in de hoek, 3-hoog woonde Nellie. Aan de andere kant van het plein woonde Roelie, in het midden en daar 3-hoog, Bettie.Ik hun gezichten duidelijk voor mij.
   Om de hoek woonde Yvonne. Daar mochten wij niet mee spelen, want haar ouders waren fout geweest in de oorlog. Dat vond ik raar. Yvonne was aardig en altijd alleen, dus gingen wij, als wij haar zagen, om de hoek spelen. Kon zij toch niet helpen, dat haar ouders fout waren geweest. Wat het precies betekende wisten we niet maar het had met de oorlog te maken.
Wij leefden niet met na-oorlogse pijn, onze ouders spraken er niet of nauwelijks over. Voor hen was het de tijd van wederopbouw, voor ons de tijd van knikkeren met kalkedotten, de tijd van tollen en touwtje springen; zangspelletjes zoals Alles in de wind,het is maar een schipperskind en Ik heb een mooie bloemenmand aan wie zal ik die geven. Beeldentrekkertje was leuk met veel kinderen.

Van de Roerstraat lopen wij naar de Dintelstraat, die de Geulstraat blijkt te zijn.
   Ik weet toch zeker dat daar in het midden mijn kleuterschool stond, gebaar ik al rond kijkend van de ene kant naar de andere kant.We steken over en staan zomaar voor de Dintelstraat die een verbinding vormt tussen de Geulstraat en Deurlostraat. Mijn geheugen speelt tikkertje met mij.
Ik loop een stoep op en ga een school binnen die ik niet als de mijne herken. Een meneer zegt dat ik om de hoek moet zijn. Nu staan wij in een grafische school, waar in de oorlogsjaren

de lange poot van het Roerstraatplein.
de Jekerstraat vanuit het poortje
clandestien het Parool werd gedrukt, destijds een verzetskrant.Hij weet dat 'mijn 'school een speelplaats had met een grote zandbak en lag ingeklemd tussen de stadstuinen. Er is nog de helft over, zegt hij, er zit nu een kinderdagverblijf.
Ik heb er foto's gemaakt en vandaar uit besluiten wij de route te lopen naar de 'grote ' school in de IJselstraat.
Het plein van de Jekerstraat steken we over en dan loop ik door het zelfde poortje naar de Chulchilllaan als zoveel jaren geleden.
Halverwege kijk ik om, om te zien waar mijn kind blijft. Ze staat in de zon nog in de Jekerstraat en het raakt mij in mijn ziel: daar staat mijn kind in het decor van mijn kindertijd.Heden en verleden samengebald.


2 reacties

dagboekfragment

het leven in, vol uit
lief kind ga er voor.

ijl is waar je
vandaan kwam
pijn bracht je     voor

een klein moment
dat duurde even.

nu ben je hier
compleet, totaal
ook jij bracht leven.

jouw beurt       om
lief te hebben.

te lijden, groeien
jouw weg        tot
het einde

volbrengen
en dan los te laten.

ik heb lief gehad
zo intens lief gehad
het ligt achter mij.

de liefde is gebleven.






5 reacties

eerste schooldag

Zomer 1946 werd ik vier jaar, het hoefde niet maar ik mocht wel naar de kleuterschool.Tot aan die leeftijd heb ik weinig met andere kinderen gespeeld. In oorlogstijd hielden de moeders hun kinderen het liefste thuis.Na 1945 kwam daar wel verandering in, maar nog steeds was ik onder moeders ogen bij wat ik ook deed.De kleuterschool werd voor mij een bevrijding en ik was één van de weinige kinderen die niet huilde toen mijn moeder met een lach zei: Om twaalf uur kom ik weer. Dagdag, veel plezier, tot straks.
Er was veel te zien in het lokaal. De juffrouw imponeerde mij wel, ik vond haar groot met strenge bruine ogen en donker haar. Ze had een oranje gebloemde jurk aan en rode wangen.
Het leukste kwam na het voorlezen van een verhaal en het bekijken van een tekening op het schoolbord. We gingen buiten spelen in de zandbak van het schoolplein.Dat plein lag achter de school, tussen de stadse tuinen van de omringende huizen. Er was een grote boom die schaduw gaf over de zandbak. Die was groot en had een omheining en dak van grof  gaas met een deur in het midden.
Dan konden er geen katten in en geen kindjes uit, zonder dat de juffrouw het merkte.
Hoe ik het voor elkaar heb gekregen weet ik niet. Wel, dat ik mijn vriendje Dikkie wilde halen om ook op die leuke school te komen spelen. De ouders van Dikkie waren bekenden van de kerk en soms ging mijn moeder daar thee drinken en konden wij samen spelen.Hij was het enige kind dat ik toen kende.
Ik ben heel gewoon weg gelopen, niet bedenkend dat zo iets helemaal niet mocht.Ik kwam die zandbak uit, liep door de gang en of de buitendeur nou open stond of dat ik hem open kon krijgen, dat weet ik niet, bekend is dat ik door de Dintelstraat liep en niemand mij tegen hield. Pas bij de Maasstraat kreeg ik het benauwd. Die mocht ik echt niet alleen oversteken, mijn moeder greep mij altijd stevig bij de pols, als we daar op de rand van de stoep stonden. Een grote jongen was mij voorbij gehold, dat had ik wel gezien maar niets erbij gedacht. En toen ik die zelfde jongen weer zag aankomen was ik verbaasd dat mijn moeder meeliep. Hoe kon dat nu? Het was meteen het einde van mijn avontuur. Dikkie bleek op een andere school te zitten en mijn moeder bracht mij weer naar de Dintelstraat. De juffrouw kreeg vreselijk op haar kop, hield mij sindsdien net zo in de gaten als mijn moeder altijd deed en mijn vader kreeg 's avonds bij het avondeten het hele verhaal in geuren en kleuren. Toen leek mijn moeder veel vrolijker. Grote mensen, als klein kind snapte ik de helft niet van ze.