0 reacties

ouderdom een ziekte?


31 januari.


Een spannend verhaal in de Kennisbijlage van de Volkskrant.Titel: Stop het verval,blijf bewegen. Geschreven door Ellen Visser,verschillende specialisten komen aan het woord.


Dit is wat ik lees: Na je veertigste ben je overbodig!

Hoezo, vraag ik mij af. De trend is toch zo laat mogelijk aan kinderen te beginnen? En hoe zit het met het arbeidsproces en de maatschappij? De leesbril en de warmingup voor je begint te joggen, mensen worden daar depressief van zo rond hun vijftigste.
Dat heette destijds een midlife-crisis en daarna ging je weer door met je leven.
Niemand deed daar moeilijk over, we riepen wat lacherig "Jaja, we worden oud".
En wat mijn leesbril betreft, ik had met dertien jaar mijn eerste bril en toen er leesvlakken in geslepen moesten worden heb ik daar geen consequentie aan opgehangen.Wij waren daar niet mee bezig, er waren belangrijker zaken.

Kennis is gegroeid, we weten meer. Over foutjes in de celdeling na je veertigste. nare ziekten die je kunnen belagen.
Ik krijg de indruk, al lezend, dat oud zijn een ziekte is. Een proces dat ontsluierd moet worden. Wetenschappers buigen zich over de materie. Want deze ziekte, oud zijn, kost veel geld en de bevolking vergrijst.
Daar gaan we weer!

Waarom word ik nu zo boos. Er wordt toch hard gewerkt om mij straks zo gezond mogelijk te houden, toch een win-situatie!
Er is een inconcequentie, ik voel het en probeer er woorden voor te vinden.

Aan de ene kant wetenschappers die hard werken om grip te krijgen op ouderdomskwalen. Aan de andere kant de ouderengezondheidszorg. Die praktisch om zeep geholpen wordt want er moet bezuinigd worden. Het is dus helemaal zo leuk niet om oud te worden.
We moeten, maar we mogen niet. Daar zit de inconsequentie.

Iemand van 88 jaar mag niet meer naar de ouderensoos (een beter woord voor dagbesteding) want ze is niet ziek genoeg en het is duur. De AWBZ is daar heel duidelijk in. Het zal die mevrouw misschien kwalen opleveren, alleen die kosten de AWBZ niets. Of toch? Want, in haar geval mogen haar drie kaartmaatjes wel en alleen zij niet. Wat zal ze aan frustratie overhouden, nog hogere bloeddruk, een depressie?
Niet meer een kaartje leggen met leeftijdsgenoten, kopje koffie er bij en een praatje maken.
Ik heb iemand ontmoet die zit de hele dag op de gang naast de lift, om maar mensen te zien en met een beetje geluk even een woord te kunnen wisselen.

Wat voor toekomst heeft de aankomende oudere? Of directer nog, wat voor toekomst heb ik?
Ik word een kostenlastpost.
Krijg ik geen Altzheimer, geen kanker en blijft mijn biohartklep goed functioneren dan mag ik niet klagen. Iedere dag goed bewegen, dat helpt.
Gelukkig kan ik niet in de toekomst kijken. En wanneer ik vanaf nu alle artikelen over oud en grijs en ziekte oversla, dan heb ik de kans om op een gelukkige manier oud te worden. Dan moet ook de tv. uit en de radio, want dit onderwerp is geliefd, je kunt het bijna niet ontlopen.
Gebruik je eigen wijsheid om zo lang mogelijk buiten het circuit van dokters en de doorverwijscultuur te blijven.

Oud, is geen ziekte. Er is moed voor nodig om oud te worden. En verliezen we die moed, mag dan het leven ons bijstaan.






0 reacties

leestafel

29 januari 2010.

Mijn grote tafel is mijn anker na het opstaan. 's Morgens hoor ik de plof van de krant die op de deurmat valt en denk "nog even", waarop ik mij behaaglijk omdraai en mij koester in de warmte van mijn lakens.

Maar ik moet opstaan, acht uur is de grens, anders ben ik de halve morgen kwijt voor ik iets gedaan heb. Iets doen, zit nog in mijn systeem. Zolang dat systeem in mijn lijf huist ben ik niet overbodig. Dus, opstaan,iets aantrekken, mond spoelen en naar beneden. Krant van de mat, licht en kachel aan en lezen.
Er ligt een behaaglijke deken van open gevouwen kranten waaruit ik nog niet alles gelezen heb. Maar dat komt nog, de week duurt en in het weekend kan ik alles wat achterstallig is, nog verwerken.
Tegenwoordig bestaat de krant uit twee delen. Een paar pagina's groot formaat en een katern klein formaat.

Heb ik het eerste deel gelezen, alle ellende die afgelopen nacht verzameld, gedistribueerd is dan ga ik twee sinasappels uitpersen, om naar mijn tafel terug te keren voor de rest van de artikelen.
Boven de kranten brandt een lamp met allerlei gekleurde lichtjes. Feestelijk op een grijze winterochtend.
De krant ritselt, ik kruis aan, waar ik over wil nadenken. Zoals het artikel van vrijdag 15 januari j.l. "Bange stokers van de locomotief".

Een citaat van Jan Blokker wordt aangehaald "In plaats van voor hun overgebleven verstandige lezers een kwaliteitskrant te maken, laten Nederlandse journalisten zich hun eigen ondergang aanpraten, constateert Jan Blokker". Het artikel is van Hans Wansink.
En inderdaad, tijdens de eerstvolgende uitzending van Pauw en Witteman, spring Pauw daar bovenop en brengt het als feit. De krant heeft zijn langste tijd gehad.
Tot nog toe is het geen hype geworden. Want zo gaat dat tegenwoordig. Iemand lanceert een kreet en binnen een paar dagen is het gemeengoed.
Ik moet er niet aan denken.

Het dagblad op de computer. Geen geur van inkt en papier, geen kans om lekker in de krant te krassen met eigen aantekeningen. Niet met mijn ellebogen op de tafel het nieuws tot mij nemen. Niet naar de schaar zoeken om een artikel uit te knippen en naar iemand op te sturen die die krant niet heeft.
Maar, computer aanzetten, printer aan, meteen herrie in je net wakkere oren, kortom, meteen bezig met techniek in plaats van te lezen.

Wat een kale armoede!

a.vanmeerkerk@zonnet.nl

0 reacties

zuurdesem versus schimmel.


woensdag, 27 januari 2010.




Afgelopen maandag heb ik gekeken naar '24 uur met....' Ditmaal met Kyteman.

Ooit heb ik een intervieuw met deze jonge man, gelezen en vond dat heel bijzonder. Dus wilde ik hem zien en horen, al was het maar op tv.
Wat ik zo bijzonder aan hem vind is zijn manier van in het leven staan, zijn omgang met het feit dat hij ineens een bekende Nederlander is. Zijn muzikaliteit en zijn orginaliteit van denken.


Halverwege de 24 uur, zegt hij "Ik ben geen speeltje, waartegen men kan zeggen 'doe dit, of dat'. Ik word niemands bezit".
Hij heeft het op een gegeven moment over 'lijden aan de muziek' en legt dat uit met (vind ik) de mooiste zin van het intervieuw:
"Het is een offerande, ik offer mijn adem aan mijn instrument".
Ik beschouw deze kunstenaar als het broodnodige zuurdesem van onze maatschappij.

Twee dagen later kijk ik naar een holocaustherdenking in Auschwitz-Birkenau en langs alle zinnen van verschrikking, alle namen van slachtoffers, met hun leeftijd erbij ; zes maanden;26 jaar;12 jaar;76 jaar en zo maar door.
Dan hoor ik een fragment van Hitler uit 1941, waarin hij zegt : "Duitsland wil Nederland niet zijn wil opleggen. Maar Joden zijn geen onderdeel van de Nederlandse bevolking. Alle economisch onwaardigen, (joden) moeten vernietigd worden".

Was het iemand van de PVV die nog niet zo lang geleden aan een minister vroeg wat een allochtoon Nederland kost?
Is Kyteman voor mij het zuurdesem in onze maatschappij, de PVV is de schimmel die woekert zonder dat men er goed zicht op heeft.






0 reacties

Italië!


19 januari 2010.


Alviano, wij komen er aan!!!

Nine heeft het gedaan, zij heeft haar huis gekocht, halverwege een helling boven Alviano. Zij moet nu ter plaatste dingen gaan regelen. In Maart, één week, daarna moet ze weer in een opera spelen.
Maar ik ga mee. Iemand moet op haar letten, natuurlijk en ik was er aldoor al bij.
Het is daar al 10 graden celcius warmer dan hier. Dat is nog niet veel, maar in Maart wel!
Dat huis moet afgebroken, het stelt ook niets voor. Zolang er een ruïne op het terrein is, mag er gebouwd worden. Alleen, ze wil dat wel zwart op wit.
Ik vind het een moedig plan en zou er niet aan moeten denken. Maar dat hoeft ook niet.
Wanneer, zoals bij haar door Carel's dood, je hele leven in duigen valt en je hebt dan de moed om de rest ook ondersteboven te gooien, dan heb je ballen. Zoals mijn dochter Rebekka opmerkte.
Ik heb een boek "De ontembare vrouw als archetype in mythen en verhalen". Verhalen, bijeengebracht door Clarissa Pinkola Estès vanover de hele wereld.
Verhalend over vrouwen die, boven de smeulende resten van hun verleden, het leven weer in eigen hand namen. Verhalen over het helende vermogen dat iedere vrouw in zich draagt.
Er komt een huis op een wondermooie plek in Italië; gebouwd op herinneringen van een verstoord verleden.

0 reacties

de mooiste zin

24 januari 2010

De mooiste zin, las ik in de Volkskrant van 22 januari in een reportage van Eelco Meuleman
n.a.v. een tentoonstelling in het Gentse psychiatrisch ziekenhuis/museum Dr. Guislain.
Op de foto een beeld van een oude vrouw op een schommel.
Een grijs epoxy beeld in een voornamelijk grijs/blauw/zwarte ruimte.

"Met een hartverscheurende omabuik schommelt zij in het luchtledige".

Het beeld is gemaakt door Sofie Muller in 2009 en heet Elza.
Zij keek met liefdevolle ogen naar haar oma.

Een hartverscheurende omabuik. Waarom is een omabuik hartverscheurend?
Trots zijn wij, wanneer wij zwanger zijn en onze buik mag gezien worden.
Wij geven immers leven door.
Maar wanneer het wonder zich voltrokken heeft, moeten wij zo snel mogelijk weer plat worden, slank in ons oude figuur. Alsof dat wonder er nooit geweest is.
Dat lukt lang niet iedere vrouw. Zolang wij midden in ons leven staan, deel nemen aan de maatschappij, kunnen wij vergeten wat wij kwijt zijn en nooit meer terug krijgen.
Dan zijn wij ineens niet meer vruchtbaar, onze kinderen gaan er vandoor met hun eigen leven.
Nog zijn wij actief en betekenen we iets voor de maatschappij.
We kunnen alleen niet meer negeren wat we verloren hebben.
"Schat, je bent niet meer zo mooi als vroeger".
Maar wij zijn doorzetters, blijven in de maatschappij met mantelzorg, vrijwilligerswerk, passen op de kleinkinderen.
We worden stiller in onszelf maar blijven op de vierkante meter mee denken zolang als we kunnen. Tot we niet meer kunnen.
Een zorgpost, een kostenpost. Uiteindelijk een schim van ons ware zelf.

Met een hartverscheurende omabuik schommel ik strakjes in het luchtledige.

a.vanmeerkerk@zonnet.nl

0 reacties

spitsmuizen



20 januari 2010.

Ofschoon de felle kou uit de lucht is,heb ik nog steeds veel vogels in de tuin.
Daarom zet ik iedere morgen een grote schaal met vogelvoer op een standaard, zodat de kat (die weliswaar niets meer vangt) ze niet vanuit een hinderlaag kan bespringen.

Daarna liep ik door om mijn eerste sneeuwklokjes te begroeten. Ieder jaar zijn het er meer. Vorig jaar had ik nogal in de grond zitten wroeten en dan is het altijd spannend wat terugkomt na de winterslaap. Veel sneeuwklokjes. Vooral nog veel groen met hier en daar witte punten en één klokje open. De winter is verslagen. Ook al gaat het de volgende week 10 graden vriezen, de winter is verslagen. Niet alleen de sneeuwklokjes laten dat zien, ook de mezen slaan hun liedje anders dan anders. Er zitten territoriumnoten in hun zang.

Op weg naar de tuindeur, zag ik vanuit een ooghoek dat het ijs in mijn vijvertje, zo groot als een mortelbak, ontdooid is. Er dreven twee beschimmelde bladeren op die ik met een schepnetje er uit besloot te vissen.

Alleen, het waren geen beschimmelde bladeren. Het waren twee verdronken spitsmuizen.
Van alle vrije muizen zijn de spitsmuizen mij het liefst. Ranke pootjes met kleine klauwtjes, een spitse neus met lange snorharen en bruine kraaloogjes. Een levergrijs zacht velletje. Dat ze razend scherpe tandjes hebben weten mijn vingers inmiddels. En nu dobberden er twee in het watertje waar ik altijd een dikke tak in heb voor elk dier dat erin tuimeld, om er uit te kunnen.
Niets moois was er meer aan. Opgezwollen stijfe lijfjes en de pootjes stijf en wijduit als staken.
Een overjarige aardappel met wortelsprieten. Zo zagen ze eruit.
Ik heb ze opgeschept en ze achter een oude boomstam in een opening in de heg gelegd.
Even dacht ik, zal ik een requiem voor ze houden. Maar dat doen de wormen wel.

Ik ga het pompje maar uit het water halen, schoon maken en weer aanzetten, dat zal alle kleine zoogdieren in mijn tuin ervoor behoeden in de mortelbak te vallen, hoop ik.




0 reacties

nog tien jaar wachten?


18 januari 2010.

"Oma, mag ik als ik later groot ben dat schilderij van jou?"
"Ja hoor, schat, als je 18 jaar bent mag jij dat schilderij van mij. Kijk, ik zet er jouw naam op. Dan is het voor altijd van jou".
Dat was twee jaar geleden, toen was ze zes jaar.
Inmiddels heb ik bedacht dat dat wel erg lang zou duren. Nu vindt ze het mooi, dat telt.

Dus, oma het schilderij in een koker gestopt en naar Catch, lijstenmakerij o.a., gestapt.
Mooi passepartout er omheen en een rode, glanzende lijst er bij gezocht.
Natuurlijk niets tegen het kind gezegd, want het duurde nog wel even.

Zaterdag j.l. was het zo ver. Gelukkig geen gladde straten meer in de binnenstad van Utrecht. Maar het was schrikbarend koud. Niet de droge kou van vorst, ook niet de kou van sneeuw. Wat toch een warmere kou is. Maar die alles doordringende waterkou met een onaangename wind erbij. Die kou, waar ik stijf van word.

Dochterlief ging mee, want ik wist niet of ik het wel de hele weg zou kunnen dragen.
Het geheel had, ingepakt, een onhandige afmeting. De kluwen tui die ik meegenomen had om er een handvat aan te maken, was nutteloos. Te veel frictie in het geheel.
Met de glasplaat tegen mijn lijf, liepen wij terug naar het station. Het was druk in de stad, alle café's hadden een wachtrij, voordat er een tafeltje vrij kwam. Wij besloten thuis maar koffie te drinken.

Verschillende malen vroeg Sara of zij het niet van mij over moest nemen. Ik was blij dat zij er was, voor alle zekerheid, maar ik kon het niet los laten. Ik heb er, eenmaal thuis , nog lang over moeten nadenken. Ik kon het wel aan het kind geven, maar tot dan kon ik het niet los laten.

Lieve had geen idee, maar mocht het grote pak uitpakken en toen langzaam de kleuren door het noppenplastic zichtbaar werden kreeg ze door wat ze uitpakte. Haar mond viel open, ze had geen tijd haar haren uit haar ogen te vegen en ze was minstens vijf minuten stil. Dat wil héél wat zeggen voor dit kruidje roermeniet.

"Ik wil daar wel altijd naar kijken, zo mooi vind ik dat"riep Mees haar kleine broer en verbrak daarmee haar spanning.
"Jij mag altijd op mijn kamer komen om te kijken", zei Lieve, die haar stem weer terug had.
"Behalve als we ruzie hebben", voegde ze er vlug aan toe.
Schoonzoon verdween in stilte en ik ging mijn handen ontstijven onder de warmwaterkraan. Even later kwam Lieve's vader weer terug, pakte het schilderij op en verdween naar boven. Hij had meteen de plek onderzocht waar het kon hangen.

Zoals alleen jonge kinderen kunnen doen, had Lieve alles de rug toegekeerd en speelde een spel met haar broertje. We zijn later samen naar haar kamer gegaan en daar viel ze weer stil, voor even. Langzaam liep ze naar haar bed, klom erop en aaide het schilderij.
"Het past precies, oma, in mijn kamer. Alles, de kleuren, het rood van de lijst is het zelfde als van mijn boekenplank, het past hier mooi".
En het hangt mooi. Missie volbracht.



a.vanmeerkerk@zonnet.nl

0 reacties

sporen in de sneeuw


17 januari 2010.
In de VAR van de afgelopen week stond een klein stukje van een schrijver uit Vreeland. Nu de winder zo koud is als hij is, trekken de vogels uit het plassen- en weidegebied naar de dorpskern om daar voedsel te zoeken. Uitvoerig werd ingegaan op de soort voedsel die elke vogel specifiek nodig heeft.
Die zelfde ochtend had ik het zicht op werklieden, die in een kwartier tijd alle Cotoneasters met de grond gelijk maakten.
Cotoneasters zijn besdragende struiken. De bessen zijn niet echt lekker, maar als er niets anders is, dan willen merels, lijsters, koperwieken en kramsvogels ze graag eten.
Zelf heb ik één Cotoneaster in de tuin. Een knoestige struik, vol bessen en in vier dagen was deze struik volledig kaal geplukt. En ja, ik heb één koperwiek in mijn tuin gehad, voor een dag of twee.
Koperwieken en kramsvogels komen uit Scandinavië en alleen wanneer de winter daar extreem koud is, zakken ze af naar Nederland voor de bessen van de Cotoneaster en rozenbottels.
Vier dagen deden ongeveer zes merels en één Koperwiek zich te goed aan mijn struik.
De gemeente deed er een kwartier over om alle zwaarbeladen struiken met de grond gelijk te maken.
Het zat mij niet lekker. Gebeld naar de gemeente. De juffrouw aan de telefoon begreep niet helemaal wat milieu en vogels met elkaar te maken hebben, dat heb ik uitgelegd. Vogels in nood spraken haar ook niet zo aan. Uiteindelijk begreep ze wat ik bedoelde, ze had ook nog een meneer voor mij, maar die was er niet. Wat jammer nou. Maandag is meneer er weer en op mijn vraag of die meneer een naam heeft, kreeg ik die ook nog.
De juffrouw vertelde mij ook nog, dat het snoeien van de groenvoorziening van de gemeente volgens plan moet verlopen.
Ja, zei ik, dat snap ik. Zo'n plan wordt natuurlijk in de zomer klaargestoomd en dan denkt men niet aan bessen in de winter voor vogelvoer. Eind Februari hadden die struiken ook nog uitstekend gesnoeid kunnen worden.
Van snoeien is trouwens geen sprake. Gewoon bij de grond afzagen, die hap. Het groeit wel weer aan. Dat doet het ook. Maar een middelbare Cotoneaster heeft, mits goed gesnoeid, een prachtige takkenstructuur, met rijk gevulde bessentakken. Een lust voor het oog.
De M'broekse cotoneasters hebben dunne, gladde takken die omhoog wijzen maar soms toch een volle bessendracht.
De merels, lijsters en koperwieken hebben er niets aan gehad dit jaar.
Sinds kort hebben wij gescheiden afval voor alles. Zelfs papier en plastic wordt tegenwoordig apart afgehaald. Natuurlijk, een reuzenstap voorwaarts. Voorlopig de laatste, ben ik bang. Want het kost wel geld.
Fijnstofvervuiling door de A2 en de vele auto's binnen de wijken kan worden opgevangen door een buffer van struiken en bomen.
Helaas is dat een kostenpost waar de gemeente geen zin in heeft.

0 reacties

partijbelang

13 januari 2010

Kranten en tv.programma's zeggen het beter, completer en inhoudelijker dan ik.
Vanmiddag keek ik naar de herhaling van Pauw en Witteman en in de veelvoud van meningen en verhalen bleef mij één ding bij.
Voormalig minister de Grave, die wel een mening had maar er bijna niet voor uit wilde komen. Hij beantwoordde niet de vraag 'Was onze ondersteuning van de inval in Irak voldoende gestoeld op uitgebreid onderzoek van rechtsgeldigheid volgens volkenrechtelijk mandaat'.
Hij begon een verhaal, dat er zoveel ambtenaren waren die stukken schreven die onze premier allemaal moet lezen. Daar moeten wij begrip voor hebben.
Want, iedere ambtenaar heeft zijn eigen mening, al die meningen komen bij elkaar en daar moet dan een beslissing uit genomen worden. Dat is vooral héél ingewikkeld en bijna niet te doen. Volgens de heer de Grave.
Ik benadruk dit nu twee maal in deze tekst, de heer de Grave deed dat op zijn minst wel zes keer. Gewoon, begrip kweken voor de man waarvan wij leiderschap verwachten. Onze fout.

Nu is onze premier een snellezer. Het rapport van de heer Davids had hij in nog geen drie uur helemaal uitgelezen en wat nog knapper was, hij wist meteen dat het allemaal niet klopte. Hij was het er niet mee eens.
Er is maar één persoon die zo iets heel knap kan verwoorden: JP.Balkenende.
De politieke soap was geboren, want alle partijen konden hier heerlijk over vallen. Spoedberaad diende te volgen en er moest een papier komen. Want zwart op wit moest onze premier afstand nemen van wat hij in eerste volste overtuiging had gezegd.
Die brief kwam er en, hoewel magertjes, men heeft er genoegen mee genomen, voorlopig.
Toen ik de heer de Grave aan het woord zag en hoorde, wist ik ineens een oplossing voor alle bezuinigingsronden. Gespaard kunnen onderwijs en gezondheidszorg, om mee te beginnen. Alle overbodige ambtenaren de laan uit. Geen bejaarden korten op de dagbesteding, geen awbz de deur uit. Een goed fuctionerend en afgeslankt ambtenarenapparaat. Dan kunnen die tientallen meningen teruggebracht worden tot een overzichtelijk vier stuks?
Alle Nederlanders Irak uit, een geldverslindend project van water naar de zee dragen.
Een leerstoel instellen. Jonge mensen laten leren hoe zij humanitaire hulp kunnen brengen aan een getraumatiseerd land als b.v. Irak, zonder politieke verkooppraatjes.
Kunnen we ook meteen alle duur betaalde directeuren van goede doelen wegsturen. Salaris volgens de Balkenendenorm.
En wat mijn premier betreft? Of hij loog bij zijn eerste reactie en heeft altijd gelogen of hij liegt nu, in zijn in haast geschreven brief.
Ik blijf zitten met één vraag. Is politiek nu in dienst van het landsbelang of is er gewoon sprake van partijbelang?


0 reacties

no comment

Woensdag 13 januari 2010.
Om de één of andere reden is het niet meer mogelijk om reacties naar dit weblog te sturen.
Hoe dat zo komt weten mijn bloggoeroe en ik niet. Ik al helemaal niet, natuurlijk.
Het schijnt vaker voor te komen en Blogger werkt er aan. Gaat het mij te lang duren, dan kan ik altijd nog van 'blog'spot veranderen, maar dan gaat alles er weer anders uit zien.
Net zo stilzwijgend is de automatische datumvoering verdwenen en zijn de letters van de titels vergroot. Niet mooi, vind ik zelf, maar ik heb er niet de hand in.
De datum, bedenk ik nu, moet ik in het vervolg dan maar zelf neerzetten in de tekst. Dan wordt het niet zo groot als in de titel. Zoiets als nu, dus.
Ik denk er over om mijn mail-adres bij de andere links te zetten, zodat ik dan toch bereikbaar ben. De meeste reacties krijg ik trouwens via mail. Dus:
a.vanmeerkerk@zonnet.nl

0 reacties

sneeuwstorm



Misschien ben ik er gevoelig voor geworden, inspelen op angstgevoelens. Ik haat het en laat het toch aan mij gebeuren.
Vrijdagavond j.l. SBS-6 en de weerman. Piet Paulusma. Een man die er een handje van heeft om een simpel weerbericht uit te vergroten tot gevaar!!!!!!!!!!!!

Een stevige wind wordt storm, kans op windstoten zelfs.
En afgelopen vrijdag zelfs sneeuwstorm over Nederland.
Gevaar voor gladheid en een te kort aan strooizout.
Er is geen woord miszegd, maar de manier waarop het gebracht wordt en herhaald, werkt wel degelijk in op angstgevoelens.
Ook programma's die aansluiten op het nieuws, hebben er tegenwoordig een handje van om zaken uit te vergroten. Het levert regelmatig een hype op.
Toch moet je van goede huize komen om er niet in mee te gaan. Mij lukt dat niet helemaal, ook al stribbel ik tegen.

Die vrijdagavond ging ik naar bed, nadat ik eerst twee ragebollen bij de tuindeur had neergezet. De kas achter in mijn tuin heeft ramen van dun glas, 3.mm.
Wanneer daar een dik pak sneeuw op valt, kunnen de ruiten breken. Er was zware sneeuwval, sneeuwstorm voorspeld en zou ik 's nachts wakker worden en een dikke sneeuwdeken op mijn kas zien liggen, hoefde ik tenminste niet eerst door de voordeur naar de schuur, om terug, door de tuindeur naar mijn kas te lopen.
Ik sliep onrustig, werd vaak wakker, gluurde dan even naar buiten, geen sneeuw. Even een sanitair uitstapje en ik hoorde de wind loeien door het luchtrooster.
Oh, lieve help, dacht ik, daar heb je de sneeuwstorm. Maar de bomen buiten, bewogen nauwelijks. Ik keek nog eens verwijtend naar het rammelende luchtrooster, mompelde 'Piet Paulusma' en kroop met koude voeten, terug in mijn bed.
Zaterdagmiddag zou ik een vergadering hebben in Maarssen en opgehaald worden met de auto. Ik ben geen autoliefhebber na een frontale botsing jaren geleden.
Het bericht op de radio, dat er ergens een auto geslipt was, op een andere auto botste na eerst een boom te hebben geraakt, deed mij geen goed. Drie mensen, op weg van iets, naar iets en dan volkomen onvoorbereid vind je je dood. Op een gladde witte weg in een wit koud land.
Arme mensen.
Ik zag trouwens later wel opnamen van weers- en verkeerssituaties die het taalgebruik van de weermannen recht deden. Wij, rond de A2 bleven in de luwte. Wind, maar geen storm, sneeuw, maar niet veel.
Nieuwsuitzendingen en andere nieuwsprogramma's bleven over sneeuw, zout, gladheid e.d. hun zendtijd vullen. Het kon dus nog steeds ook bij ons gebeuren.
Maar dat gebeurde niet.
In ieder geval is Januari nu eens niet die saaie, eindeloos durende grijze regenmaand. We hebben een echte winter.

0 reacties

het mooiste, opgevangen gesprek.

"Maar vorig jaar was januari een hele natte maand met veel regen. Geen wonder dat ik toen bijna niet lopen kon. Mijn lijf reageert zo op nattigheid!"
"Maar nu ligt er toch ook allerlei nattigheid op straat?"
"Ja, maar dat is droge nattigheid, sneeuw".
"Droge nattigheid, bestaat dat?"
"Sneeuw en bevroren water oftewel ijs, dat is toch droge nattigheid!"
"HAhaha, die is goed. Droge nattigheid, ja hoor, je hebt gelijk".

Wie langzaam door de stad loopt en zich concentreren wil op flarden van gesprekken, kan de mooiste zinnen of gesprekken horen.
Zo stond ik ooit op een lauwe zomeravond voor de muziekschool van Utrecht te wachten op iemand, toen er twee vrouwen passeerden.

"Ja, weet je, als ze nou niet zo'n rotkop op haar schouders zou hebben, dan zou ik haar misschien nog wel aardig kunnen vinden".

Ik keek de dames na en kon mij geen oordeel maken over kun koppen, maar deze zin ben ik niet vergeten. Eens zal ik hem in een verhaal gebruiken.

0 reacties

vliegpornage

Het is woensdagmiddag en buiten is het niet alleen ijskoud maar ook spekglad in de laan waar Mees en Stan wonen.
Dus spelen ze samen, binnenshuis.
Zij zijn allebei vijf jaar, maar Stan is acht maanden ouder en dat merk je. Hij heeft overwicht, maar Mees laat zich niet kennen. Zij spelen al jaren samen en dat doen zij fantastisch.
Nu voeren zij een gevecht van dino's tegen gogo's, kleine plastic popjes met gemene gezichtjes.
Het is mij, op afstand, niet duidelijk wie winnen. Beide jongetjes bedienen eensgezind alle krijgers in het spel. Er wordt geschreeuwd, met keelklanken ongelukken of voltreffers nagebootst en de lamp rinkelt zachtjes aan het plafond.
Op het moment dat ik denk te moeten ingrijpen verplaatst het gevecht zich naar de trap met alleen in mijn ogen, een afschuwelijk harde stenen gang onderlangs.
Deze oma was dochters gewend en zij ziet al gespleten schedeltjes tegen de muur slaan, in haar fantasie.

Ik ben bezig een sociologische verhandeling te lezen en kauw op de volgende volzin:
"Politiek is geen domein waarin ideologische lijnen uitgezet worden, maar veeleer een instrumentalisme van de korte termijn naar model van een dominante discours".
Precies wat ik denk, al zeg ik het zelf wat eenvoudiger.

Met de beide jongetjes onder mijn ogen en binnen mijn gehoor, besluit ik dit boek weg te leggen. De jongetjes zitten inmiddels boven op de tafel, die daar tegen kan, en vragen om papier en potlood, want er moet een schat verstopt worden.
Zij krijgen het gevraagde en gaan aan de slag.
In volle harmonie wordt er in overleg, op één vel getekend, om beurten. De één volgt de fantasie van de ander. Kom in de wereld van volwassenen maar eens om zo'n samenwerking.
En dan, komt de mooiste zin van die dag:
"Wij moeten onze vliegpornage nog doen..." Zegt Stan en klappert met gebogen armen om te illustreren wat hij bedoelt.
"Ja, dan doen we die daar..", zegt Mees, die kennelijk precies begrijpt wat er bedoeld wordt.
Nu hebben beide jongetjes nogal intellectuele ouders en worden er vaak woorden gebruikt die hun begrip te boven gaan, maar die ze wel oppikken.
Ik ben benieuwd naar de betekenis van vliegpornage, alleen, wat ik ook vraag, opgaand in hun spel krijg ik geen antwoord.
Uiteindelijk zegt Stan gekweld "gewoon, iemand". Om van mijn gezeur af te zijn.
Pornage, personage, maakte ik er voor mijzelf van. Beide jongens hebben er een handje van om lange woorden te verkleinen door gewoon een lettergreep in te slikken.
De mooiste zin van deze dag: "Wij moeten onze vliegpornage nog doen...".
Ze maken samen ook een hele mooie tekening. Kijk, dat zie ik nu weer.

0 reacties

verhalen


Maandag jl. heb ik mijn verhalen van Nazomer naar Arina Romeijn gestuurd. Mijn docente van het eerste uur.

Het zijn verhalen die elkaar wel raken maar toch apart geschreven zijn. Ik wil graag weten of ik er één geheel van kan maken en hoe ik dat kan doen. Ik ga dus een privéles krijgen waar ik veel van leren kan.
Toen ik het postkantoor uitliep voelde het ineens of ik iets van mijzelf had achtergelaten. Even zo'n raar moment van kaal.
Zo maar een deel van jezelf toevertrouwen aan de PTT of TNT zoals dat tegenwoordig heet.
Ook het gevoel van een stap gezet te hebben, waar ik al lang op aan het broeden was. Eindelijk!
Verder bezig met het verhaal van Lisa, dat er al weer anders uitziet dan op mijn blog.
Zoals gewoonlijk wanneer ik weer begonnen ben aan iets niews, loop ik er veel van weg en zoek dan andere dingen op mijn pc. Om altijd weer terug te komen bij mijn onderwerp van schrijven. De spanningsboog is niet erg lang, wel intens. Dat is mijn hele leven al zo geweest. Ik zie nog steeds 'ieder vogeltje vliegen'.
Ik weet dat Ton de Gruijter, die een prachtige gedichtenbundel heeft uitgegeven, ook een mooie website heeft en ik kan hem niet vinden. Dat komt wel in orde, via facebook Lebonton Dichter.
Maar dit gestuntel van mij laat mij weer voelen, dat ik een paar truukjes heb geleerd op de pc. en dat de paden buiten die truukjes, voor mij net zo vreemd zijn als de situatie waarin mijn hoofdfiguur Lisa nu zit, in mijn nieuwe verhaal.

0 reacties

voorstudie


Onthutst kijkt Lisa om zich heen. Ze ziet er inderdaad niet uit.
De man die de deur voor haar open deed bekijkt haar van top tot teen.
Zijn opmerking 'in welk jaargetijde leef jij eigenlijk?' heeft haar helemaal van de wijs gebracht.

Het was steenkoud toen ze vanmorgen opstond.De ramen waren dichtgesneeuwd door de harde wind. Stadsgeluiden drongen amper door in de stille kamer. Ze heeft meteen de kachel hoog gezet en zich warm gekleed voor de wandeling door de stad die zij zich had voorgenomen.
Ongeloof spreekt uit haar houding.
De straat ligt er zinderend bij in de warme middagzon en haar dikke winterkleren zijn volkomen misplaatst. De bloesembomen staan roerloos en op het gras staan sproeiers klaar om hun werk te gaan doen, zodra de zon achter de huizen aan de overkant is verdwenen.
"Nou, kom je nog binnen?" De man in de deuropening kijkt haar beslist niet vriendelijk aan.
Achter hem klinkt muziek en gelach. Er is kennelijk een feestje aan de gang.
"Laat ik maar naar huis gaan". Maar waar is huis. Toch niet dit huis, deze man. Ze heeft toch niet twee huizen.

"Ik snap het niet", zegt ze hulpeloos en kijkt de man voor haar aan.
Deze pakt haar bij de hand en trekt haar naar binnen.
"Kom maar, Alice heeft boven wel wat kleren voor je, voor vanavond. Ik zal haar even roepen. Loop maar door naar boven".
Boven gaat ze op het bed zitten, in afwachting van Alice.
Alice, ik ken dus een Alice. Nee, dit kan niet. In gedachten draait ze zch om, ziet voor zich hoe ze de trap af loopt, het huis uit en dan?
Ja, de straat over en dan? Kwam ze tussen de huizen door, uit een andere straat, een andere wijk misschien. Deze straat ziet er niet uit als een deel van haar stad, ze is hier nog nooit eerder geweest.
Ze plukt aan haar kleren.
Deze schoenen heeft ze de vorige maand gekocht, dat weet ze zeker. De jas, die nu veel te warm is, hing vanmorgen bij haar aan de kapstok, ook dat weet ze zeker. De lange broek, de trui die er bij kleurt, ze weet het zeker, dat is haar allemaal vertrouwd.
In tegenstelling tot dit huis, hoe kan dat nou. Ze is bij bekenden, hij kent haar, een zekere Alice kent haar! Paniek knijpt haar keel. Er komen voetstappen de trap op, de deur zwaait open en een jonge vrouw komt binnen.....Lisa durft nauwelijks op te kijken, plukt nerveus aan een knoop van haar jas....


Bovenstaande tekst is het eerste idee over een nieuw verhaal, waarin de heldin of, door een rimpeling in de tijd in een schijnwereld terecht is gekomen, of een meervoudige persoonlijkheid heeft. Daar ben ik nog niet uit.
Hoe werkt dat nou, bij mij?
Een idee krijgen is niet moeilijk, fantasie genoeg. Maar het uitwerken tot een verhaal dat goed genoeg is om gelezen te worden, is iets heel anders. Ook al is het fantasie, het moet wel kloppen.

Ik begin met zo veel mogelijk woorden de eerste gedachte vorm te geven, dan de volgende zin, totdat er genoeg staat om te kunnen gaan schrappen. Veel woorden geven mij aan wat beslist nodeloos is, zodat er een essentie overblijft, door het schrappen, van wat nodig is om een beeld te vormen. Vanaf dat moment zal het voetje voor voetje gaan. Schrappen, toevoegen, weg lopen en terug komen.

Een idee krijgen terwijl ik met wat anders bezig ben en dat idee dan ook meteen moeten opschrijven, anders ben ik het kwijt.
Ik zal het vervloeken en niet kunnen weggooien. Ik zal andere dingen gaan doen, ter afleiding en toch weer terug komen want ik zal het niet los kunnen laten tot het af is. Daarna zal ik het geheel herschrijven, een aantal maanden, vermoedelijk, wegleggen en op nieuw herschrijven.
Totdat het uiteindelijk op internet terecht zal komen. Ik zal het hoe dan ook, gaan liefhebben.


0 reacties

onbeschreven




Het nieuwe jaar ligt voor mij, onbeschreven.


Twee nieuwe agenda's, waarin ongetwijfeld de loop van dit nieuwe jaar haar verhaal in krijgt.
Wij spreken van het jaar, onzijdig, in het frans is het l'année, vrouwelijk. Ik schrijf dus inderdaad haar verhaal. Dit terzijde, maar het lijkt of ik onbewust dus toch een voornemen heb gemaakt. Goed op mijn taal letten.

Twee nieuwe agenda's dus. Eén grote voor bij de telefoon, met foto's van James van Leuven: Nederland natuurland en een agenda die in mijn tas past, met foto's van miniaturen.

Ooit verkocht ik op een boekenbeurs van mijn middelbare school twee boeken, waar ik een dag later al spijt van had. Mijn boek Nederlandse literatuur met prachtige miniaturen geïllustreerd en mijn engelse lesboek Highroads of English Literature met prachtige gezegden.
Zoals "do not dazzle other road users". Altijd onthouden en ik rijd niet eens auto.
Of "not my cup of tea", wanneer iets mij niet aangaat.
"It is raining cats and dogs", ik zie het voor mij. Toch anders dan de pijpenstelen die het bij ons regent.
Twee nieuwe agenda's dus.
Nederland Natuurland en willekeurig opengeslagen een foto van drie jonge knobbelzwanen in een meer, denk ik, met op de achtergrond kroos op het water en een groene begroeiing.
Er staat al een woord geschreven op de eerste datum naast die foto: plastic. Wij gaan hier in M'broek ook het plastic scheiden van de rest van het afval. Een goede zaak met jonge zwanen in de buurt en dat geldt voor alles wat jong en nieuwsgierig is en leren moet dat zwervend plastic dodelijk is.
Mijn kleine agenda voor in mijn tas, ligt ook willekeurig opengeslagen bij "Exotische mensen"van Jacob van Maerlant, Der Naturen Bloeme, 1450-1500.
Een beeld uit een wereld ver verwijderd van onze wereld. Maar toch, de huidige zou niet kunnen bestaan zonder de wereld van de middeleeuwen of zoals de tijd van Jacob van Maerlant, de vroege renaissance.
Men kan niets overslaan. Het één komt voort uit het ander.
Kunstenaars die zeggen : "Ja, dat is vroeger werk, daar sta ik nu niet meer achter", hebben mij altijd hogelijkst verbaasd. Want wat zij vandaag maken komt voort uit waar zij mee begonnen zijn. Hoe kan je je groei, je ontwikkeling ontkennen.

Dit is een totaal andere tekst geworden dan waar ik aan dacht. Ik heb het laten gebeuren, mijn gedachten zijn aan het meanderen geslagen.
Misschien door oudejaarsdag die heerlijke uren herbergt, misschien door de wijnen die 's avonds rijk vloeiden, de vriendschap van het moment.
Mijn oude jaar is aangenaam uitgeluid en deze tekst is mijn eerste actie in het nieuwe jaar.