Op is op?


07.11.2011

Wonen

Een foto ligt op haar schoot en met een wijsvinger streelt ze de omtrek.
"Hier is dan het huis", ze wijst langs de zijkant.
"Daar stond de schuur", ze kantelt de foto zodat ik beter kan zien.
Ik buig voorover en zie de tegeltuin met grote vakken bloeiende planten, die over de randen kruipen.Dat geeft een speels effect.
"Een mooie tuin", verzucht ze en draait haar hoofd een beetje weg, kijkend in een verleden dat zo onherroepelijk voorbij is.
De tuin was eertijds haar trots en glorie, zoals mijn tuin nu voor mij is. Haar weemoed verbindt ons voor nu. Met mijn ogen zoek ik haar blik maar ze is niet aanwezig in het hier en nu, haar geest is vertrokken.
Weemoed vermengt zich met medelijden, oude mensen en de dingen die voorbijgaan.
Ze kreeg een herseninfarct, haar tongbeen bleef verlamd, daardoor kan ze moeilijk slikken en niet meer gemakkelijk praten. Te oud en te moe voor revalidatie,trekt zij zich steeds meer terug uit haar wereld.Voeding krijgt ze nu via een maagsonde.
"Waar woon ik nu" vraagt ze."Wie is hier de baas", ze maakt een handgebaar de ruimte in.
"Dalmeijerplein 124, mam, daar woon je nu. En jij bent de baas, dit is jouw huis, jij betaalt de huur en het water en elektra".
"En het gas".
"Ja, dat ook. Voor je verwarming".
"Toch ook om te koken, ik moet wel eten", ze maakt een gebaar van iets naar haar mond brengen.
"Je moet wel eten, ja maar je krijgt sondevoeding, weet je wel?"
"Eten, ik heb al lang niets gehad, ik heb honger".
"Straks komt de verzorging mam, dan krijg je eten. Je proeft het alleen niet". Ik lach naar haar, ik zou alles willen doen om haar weer een beetje vrolijk te krijgen.
"Jij moet toch ook wat eten", bezorgd en verdrietig kijkt zij mij aan.
"Dat is in orde, mam, ik heb brood bij mij".
Tot voor kort gingen wij samen naar het winkelcentrum waar ze tegenover woont.Eerst kijken wat er allemaal is om daarna onze keus te maken. We dekten de tafel, glaasje wijn erbij en dan zaten wij te genieten van lekkere vis, of warme kip. We maakten er altijd een feestje van, als ik er was.
"De koffie staat te lopen", zei ze zodra de deur open ging en dan lachten we om de woordspeling.
Nu is dat allemaal anders.
"Haal maar wat lekkers voor jezelf", zei ze bij mijn eerste bezoek toen ze weer thuis was na het ziekenhuis. Maar dat heb ik nooit gedaan.Op het moment dat zij haar voeding krijgt, eet ik mijn brood op.
"Nou, hebben we allebei lekker gegeten", zei ik de eerste keer en het ontlokte haar een glimlach.
Ze zit rustig met de foto in haar hand en ik loop even naar de keuken voor een kop koffie.
"Waar is pa?", vraagt ze en omdat ik de rest van het gesprek wel kan dromen antwoord ik bijna gedachtenloos "in de hemel".
We kijken elkaar aan en ook zij krijgt een glim van een lach rond haar mond.We zijn niet zo erg zeker van een hemel.
"En Kees, vraagt ze.
"Is ook dood, mam, al weer twee jaar" en ik onderdruk een zucht.
Begrijpt ze niet dat het mij pijn doet, bij ieder bezoek de litanie van onze doden niet één maar wel tien keer te moeten uitspreken. Of is dit haar enige manier om er überhaupt over te kunnen praten?
Mijn moeder, die altijd een vloerkleed had zo groot als de wereld om alle nare dingen onder te vegen.

wordt vervolgd.

btemplates

3 reacties:

lebonton zei

zeer herkenbaar, dat weet je. goed om weg te schrijven, al likt dat altijd maar deels.

lebonton zei

'lukt' natuurlijk, sorry

Athy zei

Ton, het voelt alsof ik ergens 'in between'zit.Ik heb altijd respect gehad en bewondering, voor de echte oude mensen.Vandaar, destijds mijn werk in de geriatrie.Er is moed voor nodig, om oud te worden. Ik ben die moed aan het zoeken.

Een reactie posten