Voorgoed/Korte verhalen

Mijn voetstappen echoën door de zon overgoten straat.Ik loop gehaast maar de echo lijkt sneller.
Mijn afspraak met jou, ik haast mij, jij hebt alle tijd.Ik ga jou zien, jij mij niet.Nooit meer.
De betekenis van het begrip 'nooit meer'.
Drie dagen geleden liep je vrolijk de deur uit, een handkus en een lach liet je achter.
Nu loop ik naar de plaats waar jij bent en ik niet wezen wil.Ik ga jou meenemen, zo wil ik dat.Ik haal je naar huis,maar eerst wil ik je zien.Ik wil weten met wie ik van doen heb.
Vanuit de felle zon is het binnen donker,op de tast kom ik bij de deur waarachter jij bent. Daglicht in een lege ruimte.In het midden een baar met een groot wit laken.Daaronder lig jij.
Je ligt zo stil,je ziet zo bleek.Een vlieg bromt botsend tegen een raam,het enige geluid op mijn ademhaling na.
Je gezicht is zoals ik het ken en toch ook weer niet.Je lange wimpers als waaiertjes op je wangen,roerloos.Ze hebben geprobeerd je haar netjes te kammen.Dat is niet echt gelukt en ineens glimlach ik.Jouw haar,je eigen bron van wanhoop.
   - Zo zullen ze mij altijd als een jongen behandelen.Ik ben een man,verdorie.Een man met het haar van een kruin-cavia.
Nadat je dat gezegd had schaterde je het ineens uit.
Je vlinderdasje zit ook scheef,zoals altijd.Zelfs nu,zélfs nu.Het doet er niet meer toe,niets doet er ooit nog toe.
Ik wil je in je eigen bed hebben,ons bed.Daar hoor je.Niet op die baar.Ik wil nog naast je kunnen liggen.O mijn God, nooit meer naast je kunnen liggen.Ik strek mijn hand naar je uit,maar trek weer terug.Ik vrees de kou die je uitstraalt,mijn warme man.Dan rollen mijn tranen geluidloos naar beneden en druppen op jou,ons voor even verbindend.

Gisteren wilde ik je oude moeder gaan vertellen dat je er niet meer bent.Met de trein ben ik gegaan,ik durf nu geen auto te rijden.
De trein was vol zomervakantie,vrolijke mensen, koffers en rugtassen.
Verhalen die door de coupé zoemden;vakantie aan het water,naar de bergen en wanneer we dan weer terug zijn, dan gaan we....
Toekomstplannen,zoals wij ook hadden,alleen  voor ons is er geen toekomst meer.

Ik weet niet of je moeder begrepen heeft wat ik haar vertelde.Zij was blij mij te zien,naar jou heeft ze niet gevraagd,niet de groeten gedaan toen ik weer ging.
   - Ga je al?Wat jammer. Ze zwaaide mij vrolijk uit.Voor het eerst was ik opgelucht door haar Alzheimer.Ze zal je heus wel gaan zoeken,een keer,maar daar ben ik dan niet bij.Ik heb de dienst doende verpleegster verteld wat er is gebeurd.Dat is al wat ik kon.
Ik wil alleen jou en mijn verdriet, ik wil jou.
De trein terug reed door de avondschemering,ik zat in mijn hoekje en keek naar buiten.Het was rustig.

De geur van gras drijft naar binnen,ik snuif het op.Gemaaid gras,het ruikt naar overvloed,vruchtbaarheid.Het ligt over het land gespreid,in lange banen.Donker tegen de lichte ondergrond van nieuwe sprieten.In de wei liggen koeien,de kalfjes dicht tegen hun moeder aan.Dan passeer ik een groep schapen met gekleurde achtersten en lammetjes maken nog een sprintje om te eindigen in houterige bokkensprongen,elkaar uitdagend en weer weg rennend.Ik kijk achterom,wil ze zolang mogelijk zien.
Wanneer we langs fruitbomen rijden zie ik de vruchten oplichten in de schemering.Even in vuur en vlam door de laatste zonnestralen.De lucht waaiert uit in een bont kleed van blauwen,licht paars en even,fel roze.Belofte voor een mooie nieuwe dag.
Zoals alles gul de overvloed laat zien voor de komende seizoenen.Alles daar buiten is zo gerangschikt dat het lijkt alsof ik langs een goed gevulde tafel rijd,voedsel voor de volgende periode,belofte dat wij de winter goed zullen doorkomen en dat er genoeg is om te wachten tot een nieuwe oogst.
Ik ben verbijsterd door de aangeboden overvloed.Hoe kan dat allemaal zo zijn terwijl jij,mijn liefste,geen deel meer uitmaakt van deze wereld?
Het leven zelf heeft gezorgd voor overvloed maar jij,waar ben jij.Waar zijn nu jouw gedachten,waar is je geest,waar is wie jij was?

Hier, bij jouw baar, weet ik wat belangrijk is.Nog hoor je bij mij,ik bij jou.Nooit was jij mijn bezit,maar nu wel.Ik beslis.
Jij komt naar huis,bij mij en dan,dan moet ik je loslaten.Hoe dat moet,weet ik nog niet en jij bent er niet meer om mij daarbij te helpen.


btemplates

2 reacties:

lebonton zei

schrijven is ook vrede sluiten, bezweren.

Athy zei

ik heb nog veel te schrijven.ik denk dat je gelijk hebt.

Een reactie posten