poezengeschiedenis - vervolg: Charlie en Chaplin

Er gingen na Juultje enige jaren voorbij. Onze hond Markus was in ons leven en huis gekomen.Een briard, een zwarte van 10 weken.Rebekka was een baby van zes maanden. Toen zij uit haar slaapje kwam zag ze een jonge hond en een omgekeerde tafelbak, die bedoeld was als 'mand'voor Markus.Het dier zelf lag, natuurlijk, midden in de kamer.Rebekka kroop naar de bak en er in. O, dacht Markus, is dat de bedoeling, hij kroop erbij en sindsdien waren zij onafscheidelijk. Daar waar Rebekka was, was de hond.Een leger van peuters is over hem heen gevallen of bovenop hem geploft.Hij vond alles goed. De levende have groeide op, voor beiden kwamen de pleziertjes van de lagere school en moeder ging naar de vrije academie in den Haag, Psychopolis. Keramiek, glazuur en beeldhouden. Daar hoorde ik van een poes met nest en dat er jongen te vergeven waren. Met de meiden naar het nest en we zochten twee diertjes uit. De meiden mochten kiezen, of ik ze voorgeprogrammeerd heb weet ik niet maar het zou mij niet verbazen. Toen ze zeven weken waren hebben wij ze opgehaald. Charlie, een cypers poesje en broer Chaplin, een rood katertje. Wij kwamen opgewonden thuis, in de trein hadden de kinderen al de show gestolen met de poezenbeesten en triomfantelijk werden de twee tassen op de grote tafel gezet. Markus, die inmiddels volgroeid was en zijn kop zonder moeite op die tafel kon leggen stond vooraan. De eerste tas ging open en daar kwam de rode kater, zag Markus, maakte een hoge rug,kreeg een dikke straart en blies de hond venijnig toe. Hond af.De kat werd geprezen en Rebekka nam hem op de arm. Tweede tas ging open en Charlie kwam naar buiten. Zij zag de hond en wist niet hoe snel zij zich moest omdraaien en dook met vaart de tas weer in.De verhoudingen waren gezet.Kater en hond lagen samen op de hondenbrits. Chaplin liep soms met opgeheven staart tussen de achterpoten van de hond onder hem door om even Markus'neus met zijn staart te vegen, waarop de hond meestal zijn evenwicht verloor. Charlie was vooral daar waar de anderen niet waren.Het huis was altijd vol met kinderen en volwassenen.Inmiddels was onze woonkamer atelier geworden en onze zolder veranderd in woonkamer.Drie dagdelen in de week gaf ik les in handvormen met klei en het draaien op de schopschijf, waarvan er drie bij elkaar stonden. Chaplin, de stoere was zeven, toen hij een darmverkleving kreeg en niet meer beter kon worden.Een dag heb ik met hem aan de tafel gezeten, als hij de kans had gekregen om weg te kruipen, dan hadden wij hem niet meer gevonden.We hebben hem laten inslapen. Zijn schuwe zus kwam te voorschijn als een evenwichtige poes, die opgelucht was het rijk alleen te hebben.Markus miste zijn rode maatje en zocht overal.Hij moest zich er bij neerleggen en met een diepe zucht kroop hij op zijn brits, alleen. Charlie heeft ook de hond overleefd. Zij werd achtien en stierf volkomen onverwacht. Zij zat aan mijn voeten haar snoetje te poetsen en plotseling voelde ik haar nagels in mijn broekspijp, ze viel om, zuchtte driemaal diep, liet een grote plas lopen en was dood.In paniek belde ik Rebekka, haar vriendje Erwin was in de buurt, die kwam en samen hebben we het diertje die zelfde avond naar de dierenarts gebracht. Weer was er een poezen episode voorbij. Dit was mijn laatste, liet ik iedereen weten en daar zag het ook naar uit. Totdat, ja...totdat!.

btemplates

0 reacties:

Een reactie posten