0 reacties

het gesticht



De titel van mijn nieuwe verhaal. Ik zit er helemaal in. Het verhaal van een fitte doch bejaarde vrouw die de overstap maakt van haar eigen woning naar een vorm van beschermd wonen.
Het conflict is: laat je je persoonlijkheid niet afnemen door de omstandigheden.
Iemand die werkt in dat huis zegt tegen mijn hoofdpersoon "De meeste oude mensen...."en mijn hoofdpersoon reageert " Ik ben niet als de meeste oude mensen en ik wens ook niet te worden als de meeste oude mensen".

Het is immers de buitenwereld die generaliseerd over oude mensen en misschien ook de herkenbaarheid van elkaars mankementen, die de mensen op één hoop vegen.
Ik moet dus karakters zo creëren dat ze wel tegen elkaar op moeten boksen en dan moet alles ook nog kloppen.
Kortom, ik ben weer bezig en zit zo nu en dan met rode koontjes achter mijn pctje. Van opwinding, want ik mag mijn hoofdpersoon wel, nu ik haar beter leer kennen.
Eén duistere figuur in haar nabijheid is er al en zij geeft hem goed weerwoord. Andere personages komen wel naar voren, wanneer het verhaal groeit.

Zelf heb ik geen lange spanningsboog. Ik zit regelmatig een kwartiertje achter mijn pc en dan moet ik er weer van af, wat anders doen. Maar in mijn hoofd blijf ik er wel mee bezig. Ik loop regelmatig naar boven. Het is dus: fröbelen in huis en naar de pc. en er weer vanaf en weer terug. Lezen, herlezen, schrappen en opnieuw schrijven.Het blijft spannend.


0 reacties

herfstvakantie, vervolg



Geen vakantie voor Lieve wanneer ze niet
een nachtje (lees twee dagen) bij deze oma is geweest. Het lukt ook wel eens niet. Want niet alleen kinderen, ook oma's kunnen het druk hebben. Bovendien zijn er ook nog een opa en oma in Limburg en daar moet, uiteraard, ook gelogeerd worden.

Hier wil ze altijd schilderen. Dus, de eerste dag een acryl-inspiratie (zie foto).
Ik heb er altijd voor gewaakt bij mijn kinderen om aanwijzingen te geven. Ieder kind moet toch zijn/haar eigen taal ontdekken op het creatieve vlak. Maar Lieve wil graag leren en is niet dagelijks om mij heen. Dus ik hield een verhaaltje over lijnen in een schilderij en wat het verschil is tussen een hoog geplaatste en een laag getekende lijn. Terwijl zij heerlijk aan het schilderen was, zat ik er bij en tekende. Iets wat ik absoluut niet kan. Voor mij is schilderen werken met kleurvlakken en vormen.

Na het schilderen gingen wij de verschillende speelplekken langs en werd er geklauterd en gegleden. De volgende dag heeft zij vier tekeningen gemaakt met verschillende horizonten en daardoor ook verschillende diepten.

Wat mij vooral beviel, was een kind dat twee dagen ronddribbelde, haar fantasie gebruikte en eindeloos tegen mij aan kwebbelde en het heerlijk vond om van de zolder tot de achterdeur in alle kasten te kijken en ieder hoekje te verkennen. Geweldig, kinderen kunnen zo verrassend uit de hoek komen. Zodat ik zelf even ook weer met kinderogen keek naar de wonderen van de nabije wereld.

2 reacties

herfst - vakantie




Hij ligt op zijn buik op de houten vlonder en steekt zijn hand tussen de spijlen. De karpers komen er aan en hij aait ze op hun rug. Ze vinden die massage wel lekker en kronkelen onder zijn hand. Zijn zus laat zich naast hem vallen. Want wat grote broer kan, kan zij ook.
Ze steekt haar hand in het water en geeft een gil. Tobias komt niet bij van het lachen.
"Die vis heeft een bril nodig, oma. Zag je dat? Hij dacht dat Linde's vinger een worm was".
En inderdaad heb ik het ook gezien. Dat hele vingertje gleed in die bek, om meteen weer uitgespuwd te worden.
Linde inspecteert haar vinger. "Alles zit er nog aan, oma". En verder gaan we.
Via de apen naar de giraffen.Weer is het prijs voor Tobias. Hij steekt zijn hand uit en een nieuwsgierige giraffedame laat zich gewillig op de neus kriebelen. De andere kinderen willen dat ook. Mees is zo dolenthousiast dat hij het uitschreeuwd.
"OMa, oma, zag je dat, ik heb hem geaaid".
Ik verbaas mij over de mooie ogen van het dier en de zachtmoedige uitstraling. Het is de enige die op de mensen reageerd.
Dan komt het dinobos in zicht. Prachtige wandelpaden en tussen de hoge bomen alle dinosaurissen die ooit geleefd hebben. Er klinkt gebrul tussen de bomen, sommigen bewegen en echte kleine kindjes vinden het niet leuk. Niet ons groepje. De jongetjes rennen heen en weer, Linde rent mee en probeert over de afrastering te klimmen, wat niet mag en ook niet lukt. Alleen Lieve loopt bedaard naast mij. Ze is de hele tijd al stil.
"Jij vindt er geen bal aan", constateer ik. "Och, ik heb het al een paar keer gezien, hier".
"Ja, dan word je wel blasé", beaam ik.
"Wat is dat, oma, blasé?" Om er in één adem aan toe te voegen "zullen we alle woorden met een b opnoemen?"
Vijf minuten later huppelt er een vrolijke Lieve naast mij. Ze kent veel woorden met een b .


1 reacties

67


Caroline, bij mijn links vermeld, vroeg zich af of ik wat somber ben. Daar heb ik heftig over nagedacht. Want, ik geloof niet dat ik somber van aard ben. Dus waar komt die vraag vandaan.

Waar ik wel mee bezig ben, werd ik mij bewust door haar vraag, is de gedachte dat ik in het voorportaal sta van mijn laatste levensperiode. Met andere woorden: mijn perspectief is aan het veranderen of, beter nog, aan het verschuiven.

Je bent kind en je denkt niet eens aan toekomst. Je leeft in het hier en nu. Op straat spelen, leren lezen en schrijven (de leukste dingen om te leren), vriendinnetjes.
Dan komt er nieuw inzicht. Je bent ineens geen lagere schoolkind meer. Spelen krijgt een ander karakter. Je ontdekt dat je kunt denken en formuleren en er ontstaat een begrip dat toekomst heet. De grens van die toekomst verschuift met elk jaar.
Studie of een baan, vriendjes en dan die ene. Jij zal het allemaal anders doen dan je ouders, jij gaat een steen in de rivier verleggen en jij leeft in de tijd en op de plaats waar het middelpunt van de aarde is. Waar alles wat belangrijk is gebeurt.

De grens verlegt zich opnieuw bij de komst van kindjes. Je bent je eigen en hun middelpunt en weer is het héél belangrijk wat je doet en hoe je het doet. Zonder dat je eigen toekomst vervaagt
is er de toekomst voor je kinderen en je wilt dat ze alle kansen krijgen.
En dan word je vijftig. Wat een verademing. Je hoeft nergens meer bij te horen. Mensen die jou niet zien zitten heb je niet meer nodig. Je weet wat je wilt en je hebt er de kracht voor.
De afgelopen vijftien jaar heb ik veel mensen verloren. Mensen van mijn leeftijd en mensen, jonger dan ik. Daar ben je dan bij betrokken en het zet je aan het denken.
Ineens komt het woordje 'nog' binnen geslopen. Ik wil nog... en ik kan nog.... en de grens van de toekomst verschuift niet meer, is statisch geworden. Het woordje nog, is het weerbarstige haakje.
Natuurlijk geniet ik volop van mijn leven. De kinderen en kleinkinderen zijn even zoveel zonnetjes. Ik doe nog dit en ik doe nog dat. Misschien doe ik dat nog wel twintig jaar of meer.
Maar, de taart is voor driekwart op. Hij heeft goed gesmaakt. In feite smaakt hij nog steeds naar meer.....en dat, zet mij soms aan het denken.


2 reacties

vorm en kleur



Vorm en kleur zijn voor mij belangrijk. Zij werken mee aan mijn geluksgevoel of onbehagen. Tevredenheid of onzekerheid.

Mijn hele leven ben ik bezig met vormgeven. Niet in het grote, gewoon in het kleine, het huis-tuin- en keukengevoel.

Ofschoon ik in de herfst mij moet wapenen tegen het naderende winteridee van 'gemier in het donker', vier ik uitbundig het feest van kleur. Net zo uitbundig als de herfst zelf.
In de winter wordt het beton van Maarssenbroek zichtbaar. Het monotone van de rijtjeshuizen.
Het enige oogstrelende ( in mijn optiek) is dan de structuur van kale boomtakken, in hun eigen schoonheid. Die mooie doorkijkjes kunnen geven naar de wolkenlucht of het strakblauwe van een vrieslucht.

Maar goed, vorm en kleur.
Een bekende kunstschilder zei ooit tegen mij dat ik een romantische ziel heb. Vanwege alle ronde vormen in mijn keramiek, op een tentoonstelling. Misschien heeft hij gelijk.
Nadat mijn leven in scherven lag, na de dood van mijn man, heb ik dunne plakken klei voorzien van lijnen en letters en ze gebroken, om ze na het bakken in scherven een nieuwe vorm te geven.
Ik geef vorm in het kleine, mijn eigen leven en mijn kijk daarop.
Ook mijn schilderijen zijn momentopnamen in vorm en kleur, achteraf gezien.

Maar nu, de foto. Een grote ronde koffiekop.
Ik word al blij wanneer ik er naar kijk. Het warme rood daagt mij uit om alle miezemuiserigheid met een glimlach achter mij te laten. De zuiver ronde vorm ligt warm in mijn handen. Het bruin van de koffie laat het rood roder schijnen. Het rood van de kop haalt het bruin op. Is de kop leeg, dan roept het niet spierwitte wit dat tot op de rand loopt, het rood een halt toe. Het randje wit, onder de schotel, dat net zichtbaar is, werkt mee aan het geheel.
In één oogopslag zie ik alle details.
Kijk, dat gebeurt er nu wanneer ik vorm en kleur met mijn ogen op de keper beschouw.
Er ontstaat zo maar een hele tekst en ik word er heel vrolijk van.


1 reacties

weg

Ik doe even niet meer mee. Hoesten en proesten achter een enorme muur van papieren zakdoeken. Dropjes,keelpastilles en een neusspray. Groetjes allemaal!

0 reacties

versje. 10 oktober '09



lieve gebaren

mis ik zo

die ik kreeg

kan ik wel

bewaren

voor als de

nood het

hoogst is

maar juist dan

is het gemis

zo hol en donker

van binnen sta ik
heus wel op

mijn voeten

alleen jou

zal ik nooit

meer ontmoeten.


1 reacties

schrijfmiddag. 9 oktober '09

Met tien vrouwen zit ik aan het eind van de schrijfmiddag rond de tafel.
In het midden een mandje met voorwerpen waarvan we er allemaal één kiezen.
Ik pak een theezeefje. Het is de bedoeling dat we, al associërend, een verhaaltje schrijven.


Het theezeefje.
Arm ding, oud en zo schoon, dat ik mij afvraag of het ooit gebruikt is.
Oud, ongebruikt en volslagen overbodig. Het zal je leven maar zijn.
Thee zit tegenwoordig in zakjes, platte of piramidevorm. Komt geen zeef meer aan te pas. Of je moet het ongeluk hebben dat het zakje scheurt en de thee van het ene kopje in het andere overgegoten moet worden.


Ineens denk ik aan mijn tante, de oudste zuster van mijn moeder.
Ik ging haar vaak opzoeken, op het Da Costahofje in Amsterdam, vlak bij de Bilderdijkstraat, waar haar jongste zuster woonde.


Thee met een petitfourtje wanneer ze wist dat ik kwam, thee met een kaakje als ik onverwacht even binnen wipte.
In de met schaduw gevulde kamer, er kwam nooit zon, stond in een nis haar eettafel met een stralend theelichtje. Een ouderwetse mooie theepot er boven op. Het lichtje toverde kleine puntjes op de muur.
Omstandig werd de thee geroerd en vervolgens zorgvuldig door het zilveren theezeefje gegoten
Met een vergenoegde glimlach en rode koontjes reikte zij mij dan mijn kopje aan.
"Gezellig dat je er bent".
Zij was tevreden in haar huisje van één kamer, totdat zij een beroerte kreeg en naar een verpleeghuis moest.

Met tien vrouwen rondom een tafel in een te kleine kamer met te kleine ramen. Van buiten zag het er uit als een mooi grachtenpand, dat wel.
Met haar vuisten beukte ze op de tafel wanneer zij niet op een woord kon komen. De verpleging suste meteen.
Dan dacht ik"' laat haar verdomme even uitrazen. Het zal je leven maar zijn'.
In haar tas koesterde zij het zilveren theezeefje.

0 reacties

kadootjestijd. 8 oktober '09




Dit is in de natuur kadootjestijd.
Gisteren was een grijze, zoele en windstille dag. In de ochtend ook nog droog.
Tijd om mijn haagjes te snoeien want ze zien er uit als de rug van een jonge te dikke golden retriever.
Mijn snoeischaar, met oplader liggen in de kast en hij moet eerst
aan het infuus.
Dan maar met wat anders beginnen.
Tot mijn verrassing zie ik de paarse bloemetjes van een kruip geranium tussen het groen.
De hele zomer niets gezien en kijk nu eens. Verrassing. Als de zon even doorbreekt hol ik naar boven om mijn fototoestel te halen. Het groen glanst en verhoogd de intensiteit van het paars.
De snoeischaar is opgeladen en ik ga optimistisch aan de slag. Het zal wel zo gaan als vroeger de kapsels van mijn twee meiden. Altijd een scheve ponny boven hun ogen. De Belgen noemen dat kapsel frou-frou en dat past beter.
Mijn haagje krijgt geen modellijn, maar de te dikke golden retriever is weg. De heg zit trouwens vol leven. In paniek kruipen spinnen de heg uit en vallen op mijn ratelende schaar. Ze hoeven niet kapot, dus telkens stop ik de ratel en tik weer een dikke spin in een ander hegje. De lieveheerbeestjes pak ik met de hand en breng ze ook in veiligheid.
's Middags gaat het regenen en ik kom nat thuis met boodschappen. Alles is nu grijs en nat en het is nog steeds zoel. In de kletsnatte struiken van de voortuin zie ik ineens iets helder paars glanzen. Eén enkele vlasleeuwebek steekt zijn bloeiende are fier omhoog en ik blijf even stil staan bij dit dappere bloempje.
Nu het herfst is komen de vogels weer terug naar hun winterplek.
Een wolk van spreeuwen zwenkt over de tuin, in een boom, om luid kwetterend elkaar te begroeten. Even later gaan ze weer op de vleugels en na nog een bocht, zijn ze weer verdwenen.
In de vlier, tegen de voorruit, zit een kleine koolmees zo driftig naar torretjes te zoeken dat ze niet door heeft dat aan de andere kant van het raam een eng mens staat. Totdat ik ineens nies en een beweging maak. Weg is ze.
Het wachten is nu op de pimpelmezen en de staartmeesjes. Die komen in kleine groepjes maar dan moet het echt koud worden.
Op het dak aan de overkant, op de rand van de dakgoot, maakt een spreeuw zich druk.
Hij is weer terug,mijn gesjeesde blikken dominee, zoals ik hem altijd noem. Het is herfst, kadootjestijd.
Met lekker de tuindeur nog even open.

0 reacties

dribbeltijd. 7 oktober


Ik heb iets met tijd of iets tegen tijd, daar kom ik maar niet achter.
Zelf kom ik altijd liever te vroeg dan te laat op een afspraak. Maar wachten op een ander, op de afgesproken plek, deert mij niet.
Mijn wekker gaat altijd af om acht uur. Een hele enkele keer slaap ik door. Dat lukt alleen maar als ik het nodig heb maar ik voel mij er niet prettig bij, zonde van de tijd. Of van de dag.

Vannacht onrustig geslapen. Ik verstijf terwijl ik slaap en dat brengt meestal pijn met zich mee. Daar reageer ik in mijn slaap op door veel te draaien, wakker te worden, een ommetje om mijn bed te lopen en weer in slaap te vallen. Een hete langdurige douche straalt het ongemak van mij af na zo'n nacht.

Vanmorgen zette ik de wekker uit en draaide mij weer om. Tot half negen want ergens in mijn geheugen roerde zich de boodschap dat het vuilnisdag is en ik niets heb buiten gezet. Als dat is gebeurt begint mijn routine van iedere morgen.

Ik neem de tijd om sinasappels te persen en uitgebreid de krant te lezen.
En dan begint de onrust: half tien en ik moet nog douchen, aankleden, de kat verzorgen. Driekwart Nederland zit al uitgebreid achter zijn bureau, is aan het werk. En ik zit hier maar.

De gedachte dat ik mij niet meer nuttig hoef te maken biedt geen soelaas.
Misschien is die gedachte wel de roede die mij geselt? Hierin spreekt mijn gereformeerde achtergrond zeker een woordje mee.
Er zit niemand op mij te wachten, ik hoef mij niet meer nuttig te maken, behalve zo nu en dan een keertje oppassen. Ik kan mijn dagen gewoon helemaal vullen, of niet, precies zoals ik dat zelf wil.
Daar zit 'm de kneep. Dat vind ik dus niet leuk.

Toen ik weduwe werd vond ik mijzelf veel te jong voor een weduwepensioen, dus ging ik vrijwilligerswerk doen als contributie aan de maatschappij.
Sleurzus in het Diaconessenhuis, ik vond het geweldig. Twee maal in de week liep ik daar patiënten te vervoeren. Contact met anderen, dat is altijd mijn drijfveer.
Toen dat fysiek te zwaar werd heb ik mij verdiept in rouwverwerking en daarin een helpend woord geboden.
Ik heb nu een heel klein plekje in mijn vriendenkring, bij ziekte sta ik klaar.

Verder? Ik wil niet buiten de maatschappij staan en zo voelt het wel. Natuurlijk doe ik dat zelf.
Ik ben mijn eigen beweging, mijn eigen handel en wandel.

Om terug te komen op tijd. Het meeste van mijn tijd ligt achter mij, hoeveel ik voor mij heb, geen idee. Dat weet niemand.Mijn tijd wil ik benutten op mijn eigen manier. Ik ga mijn plezier daarin zoeken.


0 reacties

Integriteit. 4 oktober '09



Inval bij TomTom. Door verschillende instanties waaronder het Openbaar Ministerie, Autoriteit Financiële Markten en de Financial Intelligence Unit. Deze laatste instantie bewaakt de integriteit van het Nederlandse financiële stelsel. Vandaar dat er geen Nederlandse naam voor deze instelling is?
Integriteit. Van de FIU heb ik nog nooit gehoord.Niet bij de berichten over de bonussen, die niet aangepakt worden.
Niet bij de artikelen over de gouden handdruk die meneer zus en me zo heeft gekregen bij vertrek van een noodlijdend bedrijf. Waarna er zo veel ontslagen volgen.

Integriteit. Ik las een artikel van een Amerikaanse journalist die melding maakt van het feit dat in de politiek laster en achterklap gebruikt worden om die politicus in diskrediet te brengen, waarvan de politieke kleur je niet bevalt.

Wat mij opvalt in de Nederlandse politiek is dat partijbelangen voorrang hebben boven landsbelang. Er kan kennelijk niet samengewerkt worden door partijen van verschillende kleur.
Er moet gescoord worden, dat levert zetels op en zetels is macht.

Het kan zijn dat de mensen achter de politiek wel integer zijn, maar politiek in zichzelf? Ik vind van niet.

1 reacties

hamsteren. 3 oktober '09



Ik vul mijn ladenkast met
hapjes voor de winter.
Wanneer het koud en
mistig is en ik niet
mijn huis uit wil.
De poes zit op de deurmat
fixeert de klink met groene ogen
Zij heeft een warme jas
en straks loopt
zij met grote bogen
rond de geurtjes van een
kattenplas.

1 reacties

ergernis.2 oktober '09




Wanneer ik de krant lees of het nieuws beluister, blijft mijn aandacht soms ergens aan haken.
Zonder dat ik het echt goed kan verwoorden. Het is een 'gevoel' dat mij bekruipt.
Bijvoorbeeld misbruik van het woord Tsunami.

Na de Tsunami enige jaren geleden alweer, op nieuwjaarsdag, die grote schade aanrichtte in veel steden, dorpen en families, dook het woord regelmatig op in totaal verkeerde situaties.
Nog niet zo lang geleden op t.v.

Een ambtenaar, werd door een journalist gevraagd naar zijn reactie op.... Ik viel er midden in, weet dus de vraag niet, kan mij zijn antwoord niet meer herinneren. Het enige dat ik weet is dat hij het had over een tsunami van beslissingen... Hij keek er verontwaardigd bij en gesticuleerde breed.
De muren van de ruime hal waarin hij stond, bleven overeind. Zijn voeten waren droog. Er ging niets stuk, er was geen geraas en er waren geen doden. Kortom hij was veilig, maar had het over een tsunami.
Is die man vergeten hoe veel doden er zijn gevallen'destijds. Hoeveel mensen hun kinderen, hoeveel kinderen hun ouders kwijt zijn. Hoe voor velen alles is vernietigd dat hen in leven hield? Hoe hele structuren zijn weg gevaagd en hoe veiligheid uit het bestaan van mensen is verdwenen?
Ik kan een stortvloed van woorden over iemand uitstrooien, maar dat is geen tsunami.

De tsunami van eergisteren voor de kust van Sumatra heeft opnieuw huis gehouden onder dorpen en steden langs de kust. Weer zo veel doden, zo veel ellende.
Laten wij al dat ongeluk niet verkleinen door het woord tsunami te gebruiken alleen maar om veelheid van iets aan te duiden in onze veilige wereld.



2 reacties

alle vier nog één keer op een rijtje. 1oktober '09

Linde drie jaar

Tobias, zes jaar


Mees, vijf jaar




Lieve, acht jaar



Ik snap nu even niet hoe het technisch werkt. Ik krijg de tekst bij de foto's niet zoals het volgens mij klopt. Ik heb eindeloos verwijderd om overnieuw te beginnen, maar ik snap iets niet.
De kinderen staan er op en dat was de bedoeling.
Vormgeven vind ik het belangrijkste, maar het lukt mij niet, het zij zo.

2 reacties

Linde. 1 oktober 2009


Linde, de jongste van het stel. De enige waarvan ik soms denk 'ik ken je niet zo goed'.
Ik heb het altijd een enorm gemis gevonden dat ik nooit op haar gepast heb, als baby.
Bij de anderen ben ik altijd vanaf hun geboorte betrokken geweest. Lieve en Mees bleven in hun huis en één dag in de week kwam ik naar Utrecht. Vijf jaar lang.
Uren zat ik op de grond om te bouwen. Hele landschappen van rode, witte blauwe en groene platte blokjes, uitgestrekt op de vloer. Met bruggetjes en torentjes en er waren altijd verhalen te vertellen aan de hand van...
Tobias is vanaf zijn geboorte bij mij naar binnen geschoven, als een warm worstebroodje. Om acht uur kwam hij en om zes uur 's avonds werd hij weer opgehaald. Boekjes lezen, wel vijf achter elkaar. Dicht tegen mij aan op de bank.
Die jaren waren niet een onverdeeld genoegen. Vaak was ik zo moe dat ik mij er ziek van voelde. Dat nam ik mijzelf dan kwalijk, want waarom zou ik moe zijn.
Weegden die kinderen zo zwaar? Nee, met die kleintjes was niets mis en ik zou het voor geen prijs hebben willen missen.
Lieve, de eerste, die als ik tegen haar praatte, zich op de knietjes omdraaide en met haar handje mijn mond in ging om de woorden te pakken. 'Daar komt het vandaan, dat wil ik ook".
Maar er kwam (nog) niets als ze haar handje dan in haar mond stopte.
Haar broertje Mees, waar ik eeuwig mee voetbalde. Eerst rollen over de grond, later dribbelend op de straat, een kleine Johan, nog steeds voetballen we.
Maar Linde? Niets. Zij werd geboren in de periode dat ik net gehoord had dat er een hartgebrek was. Dat was ook de oorzaak van al die moeheid. Vijf maanden was ze toen ik geopereerd werd.
Maar vanaf het moment dat we wisten dat het mijn hartje was, heeft Rebekka voor kinderopvang gezorgd, dus viel ik buiten de boot. Ze kon mij zo onderzoekend aankijken en ik keek dan terug. 'Wie ben je?'Die sfeer heeft haar kijken.
Maar nu! Ha!! Inhaalmogelijkheden. De oppasmoeder van Linde is zwanger en gaat met verlof.
En oma Athy gaat eindelijk oppassen. Eén dag in de week vanaf november totdat ze vier wordt in februari. Ik verheug mij erop. Plannen heb ik, met kleurboeken en voorleesboeken, met poppen en stapels kleertjes. Kortom, deze kleindochter echt leren kennen en ervan genieten.