0 reacties

Opera

28 februari 2010


Gisteren naar het Concertgebouw geweest in Amsterdam. Een VARA matineevoorstelling.
Een opera concertante, geen kostuums , geen dekor.
Ik ben niet echt een operaliefhebber, maar het is een feest om in het concertgebouw te zijn.
Gisteren ging ik mee met mijn 91jarige naamgenote en nam de plaats in van een verhinderde vriendin.
De reis naar Amsterdam vind ik tegenwoordig vervelend omdat ik moet overstappen in Breukelen. Ik geloof dat ik het nog steeds niet kan uitstaan dat de NS de reis naar Amsterdam zo verbrokkeld heeft.Alle treinen horen rechtstreeks naar Amsterdam te gaan. Eigenlijk zou ik naar het RAI-station moeten maar dat is nog ellendiger. Nu stap ik uit op het Amstel maar op het moment dat mijn trein aankomt, rijdt de bus die ik hebben moet weg. Dan is het, op zaterdag, een half uur wachten. Om de één of andere reden is de omgeving rondom stations bijzonder geestdodend.

Mijn hoogbejaarde vriendin deed de deur met zo'n stralende lach open 'wat fijn dat je er bent' dat mijn enigszins chagrijnige bui verdween als sneeuw voor de zon.
Koffie en een broodje en op naar het Concertgebouw met rolator en taxi.
Het concertgebouw staat in mijn oude buurt. Daar was mijn middelbare school; in die buurt heb ik gewoond en ongeveer op iedere hoek van elke straat leeft wel een herinnering.

Inderdaad, ik liep daar, toen ik hoorde dat Kennedy was vermoord. Ik woonde daar, toen het Stedelijk Museum zijn riante tentoonstelling had 'Op losse schroeven'en Soto er zijn expositie had van zijn thema 'Alles is al een keer gemaakt, herhaling is het enige dat nog is'.
Iedere zaal hing vol, met plastic stroken, metalen staven, in eindeloze rijen of kleurpatronen herhaalt. De jaren zestig liepen op hun eind, heel Amsterdam was toen een speeltuin en ik was erbij!

Terug naar de Opera.
Misschien moet je het leren waarderen. Het eerste deel was, in mijn oren, alsof de componist zelf moest wennen aan de noten die hij schreef.
Maar na de pauze, dat was andere muziek, dat maakte alles goed. Ook de solisten waren fantastisch.
Dan komt het operavolk los,klappen, roffelen met de voeten, bravogeroep, bloemen vanuit de zaal.
Mensen kleden zich nog voor een uitvoering, soms zelfs extravagant. Zoals een kleine vrij levendige dame, zeker zeventig geweest. Zij had een opvallend gezicht met een geprononceerde neus en fonkel zwarte ogen. Slank, gekleed in een japon van aubergine kleurige soepele stof.
Om haar zwarte korte haren had zij een brede lap gewikkeld van dezelfde kleur en stof als haar japon, vastgeknoopt aan de zijkant van haar hoofd. De uiteinden van deze lap hingen tot op haar schouder.
Bij ieder ander zou het volslagen misplaatst zijn geweest, hààr stond het fantastisch.
Mij bekroop het gevoel van provinciaaltje. Deze vrouw droeg het grootsteedse uit, originaliteit,
cosmopolitisch.
Maanden geleden vond ik een foto van mij terug. Op die foto was ik de helft jonger en ik droeg een grote witte hoed.
Mijn eerste gedachte was: dat wil ik terug. Het lef om te dragen wat niet 'gewoon' is, niet aangepast.
Die gedachte bekroop mij weer, gisteren in het Concertgebouw.

a.vanmeerkerk@zonnet.nl

0 reacties

inzicht


21 februari 2010


Teruglopend van de brievenbus komt het inzicht. De oorzaak is een bobtail, zo'n grijs/witte hond met krulvacht. Hij snuffelt aan mij en ik laat hem mijn hand ruiken.

"Hij is vies,hoor"zegt de eigenaresse en ik glimlach. Dat zal me een zorg zijn.
Ik moet aan onze hond denken, al langer dood dan dat hij geleefd heeft. En hij werd 15 jaar oud. Markus, groot,zwart en oneindig lief. Een Briard.
Altijd daar waar de kinderen speelden.Menig peuter plofte boven op hem en bleef liggen, lekker zacht. Markus stak alleen maar zijn neus in de lucht, snoof even en legde dan zijn kop weer op zijn poten. Met een kleine kreun van genot.
Mocht Rebekka, bij het uitlaten, even uit de buggy, dan liep Markus prompt tussen het kind en de sloot. Niemand had hem dat geleerd.
En ineens weet ik het. Die 'lichte treurnis'van Remco Campert, ik weet wat het is, bij mij ten minste.
Rouw. Er zijn momenten dat ik rouw. Niet alleen de mensen die er niet meer zijn maar ook de periodes die voorbij zijn.
Hans, mijn prins op het witte paard en onze eerste geweldige gezamenlijke jaren, geweest.
De kinderen, het volgende grote wonder in mijn leven, geweest. Tenminste, de tijd dat ik hun spil was en zij mij het idee gaven dat ik alle problemen kon oplossen.
Mijn eigen atelier en de lessen die ik daarin gaf, de tentoonstellingen die ik organiseerde, geweest.
Dat hele vruchtbare en arbeidzame leven was ik mij bewust van het bijzondere, het rijke. Naast alle problemen die kwamen bleef dat bewustzijn intact.
Dat het allemaal voorbij zou gaan, natuurlijk verloop van het leven, natuurlijk.
Alleen had ik nooit gedacht dat het mij rouw zou brengen. Dat doet het dus, soms.
Ik geniet van alles wat ik heb en er is geen reden tot klagen.

'Van oude mensen en de dingen die voorbij gaan' ik wil er nog niet aan maar schoorvoetend moet ik toegeven dat het wel voor mijn voordeur staat te wachten. Ik laat het alleen nog niet binnen.
De winter moet nu gewoon over zijn. Lekker fietsen en liefhebberen in de tuin. De plek voor mij om met alles in het reine te komen.
'Een lichte treurnis'. Remco Campert zou eens moeten weten wat zijn column heeft teweeg gebracht.



0 reacties

woorden.

18 februari 2010

Woorden, je kunt er mee schrijven, mee spreken.
Woorden kunnen zingen, fluisteren maar ook vernietigen, snijden.
Woorden worden verstaan en begrepen, of niet gehoord, misverstaan.
Woorden kunnen onverwacht uit de hoek komen met humor, venijn.
Woorden kunnen ook zomaar een onverwachte slinger aan het gesprek geven.

Ik houd niet van winkelen.
Boodschappen doen gaat snel. Ik pak wat ik nodig heb en zorg dat ik weer zo vlug mogelijk weg ben. Ook in de stad werk ik mijn programma af. Ik haat even hier kijken, even daar en wat zou er nog meer kunnen zijn. Met uitzondering van een boekhandel. Maar ook dan weet ik meestal wat ik hebben wil. Winkelen is voor mij een haast zakelijke aangelegenheid.
Maar niet vanmorgen.
Ik stap op mijn fiets en realiseer mij dat ik in heel korte tijd een kraammand moet maken. Dat ben ik bijna vergeten.
Een lijstloos plan ontstaat.
In plaats van bruine bonen met... eet ik nu vanavond zoute haring met brood en nog wat.
Het heeft met elkaar te maken. Door het winkelcentrum lopend ging ik aan de visboer voorbij
en besloot ter plekke zoute haring te eten.
Daarna langs de Etos, de speelgoedzaak en Xenos voor een leuke mand, geschikt voor een handvol kadootjes.
"Wilt u er een tasje omheen" vraagt de verkoopster.
"Nee hoor, ik ben al genoeg betast" denkend aan alle plastic tasjes die inmiddels aan mijn voeten staan. Zo'n gedoe, je handen vol tassen.
Opkijkend zie ik het gezicht van de verkoopster en realiseerde mij dat wat ik gezegd heb, zij heel anders heeft verstaan.
Woorden, ze kunnen je beslist een hak zetten.

a.vanmeerkerk@zonnet.nl

0 reacties

onverwacht

17 februari 2010



Afgelopen zondag was het weer zover. De vrouwen schrijfgroep kwam bijeen en het thema was bijgeloof. Daar hadden we allemaal over geschreven.
De middag krijgt vorm door korte opdrachten. De eerste daarvan was: meisje van 13.
Hieronder volgt mijn tekst, al imporiviserend ontstaan.


Meisjes van 13; er net tussen in.
Te groot voor servet en te klein voor een tafellaken.
De verhouding in ons gezin was gebaseerd op autoriteit.
"Ik ben de oudste, dus ik heb gelijk". Mijn vader.
"Wie ben ik dat ik dat moet beleven". Mijn moeder.
"Jij bent maar een meid en ik ben lekker vier jaar ouder". Mijn broer.
Mijn verweer was dan :"Dan ga je ook vier jaar eerder dood", want als jongste moest ik wel het laatste woord hebben. Hij is al tien jaar dood en ik moet er vaak aan denken.
Ik hield veel van mijn grote broer.
Hij mocht inderdaad meer dan ik, louter en alleen omdat hij een jongen was. Onrechtvaardigheid van de bovenste plank en ik schroomde niet om daar heftig tegen te protesteren. Het hielp nooit.
Omdat ik drie machthebbers boven mij had, was mijn enige wapen mijn tong.
Ik was watervlug en sprak vaak voordat ik had nagedacht, met alle ellende van dien.
Was er visite dan zag ik mijn kans schoon en kreeg met mijn taal de lachers op mijn hand. Zoet was mijn wraak.
Maar toch, met de helderheid van een 'enfant terrible' zag en kende ik de rol van ieder gezinslid.
Alleen, voor die wetenschap had ik geen woorden, toen. Bewust als ik mij was van het feit dat ik geen enkel gezag had.
Meisje van dertien; er net tussen in. Te groot voor servet en te klein voor het laken.

a.vanmeerkerk@zonnet.nl



0 reacties

Remco Campert

15 februari 2010

In de Volkskrant van afgelopen zaterdag staat een column van Remco Campert. Zijn columns mag ik graag lezen.
Hij beschrijft hoe hij wakker wordt 'met een lichte treurnis, die ook na het opstaan, niet van wijken wist en die hij niet direct kon verklaren'.

Dat is precies zoals het mij ook van tijd tot tijd overkomt. Het treurig makend schepje daar bovenop is dan mijn stramheid, die mij doet lopen als een zeer bejaarde vrouw. Wat ik nog niet ben, laat dat duidelijk zijn.
Maar, ik heb daar iets op gevonden.
Ik heb een verrukkelijke collectie muziek uit de zestiger jaren en volume 4 begint met No milk today.
En daar ga ik. Zwaaien met de heupen, de schouders en even de benen elegant zo hoog of zo schuin of hoe dan ook.
In die jaren van de muziek was ik net op kamers gaan wonen in Amsterdam in wat nu de 'hotspot ' is. De Jacob Obrechtstraat, boven de apotheek.
Ik was en ben, gek op dansen en dat deed ik met een groepje vrienden dat ik ontdekt had. Helaas trouwde ik twee maal met een man die niet wist hoe te dansen en het ook niet leren wilde. De eerste durfde zich amper te bewegen, de tweede maaide zo met armen en benen dat ik constant verontschuldigingen prevelend naar de zijkant van de dansvloer verdween.
Terug naar het hier en nu.
Onbespied en in evacostuum, dans ik de benen uit mijn lijf voor de badkamerspiegel, mij met één vinger vasthoudend aan de wasbak. Een val is gauw gemaakt.
Maar ik heb een lol, dat kan ik niet uitleggen.
In gedachten terug in de tijd en voor de wasbak merk ik hoe de stijfheid verdwijnt, hoe heerlijk ik het vind nog steeds met de muziek mee te kunnen komen.
Na No milk today, komt Bulid me up, buttercup en dan heb ik bijna 6 minuten mij uit de naad staan swingen.
Los in de gewrichten en met een grijns van plezier, buiten adem dat wel, trek ik de dag aan. Kome wat komt, ik ben bereid. Die lichte treurnis? Gesmolten als sneeuw voor de zon.
Dankjewel, Remco Campert.

a.vanmeerkerk@zonnet.nl

0 reacties

opdracht:liefdesbrief


13 februari 2010


De opdracht was een liefdesbrief waarin een scene wordt geschetst die later in een verhaal gebruikt zou kunnen worden.

Romantische fantasie dus maar zonder platitude, oei! In de groep bevestigt iedereen dat dat best niet meevalt.Maar we beginnen driftig te schrijven en we vergeten gemakshalve maar even dat we het straks moeten voorlezen.

"Mijn armen zijn leeg want je bent weer weg en wanneer je weer zult komen? Ik vraag het niet, ik merk het wel. Voor nu is er opnieuw een herinnering. Ik houd van alles van jou. Van de eerste kus tot de laatste, vlak voor je weer uit mijn leven stapt.
Ik houd van je huid waarlangs ik mijn vingers laat glijden, gevoelig tot in de uiterste toppen.
Ook wanneer je er niet bent weet ik hoe mijn hand zal gaan, langs gladde lijnen en in warme plooien. Ik houd van je lijf. Wij praten niet veel, wij kussen. En dat doe je goed, zo goed dat ik soms vergeet je terug te zoenen. Doodstil als ik sta in je armen en je handen voel, je tong en o, ja ik vergeet te kussen, even goed maken.
Mijn handen onder jouw kleren, jouw handen onder mijn kleren.
Soms spelen we een spelletje om de spanning op te voeren, de overgave zo nog heviger te maken. Het zindert, raak mij aan, toe, raak mij aan. Zachtjes bijt ik in je lip.
Ik vertrouw je en geef mij over. Je zult mij nooit pijn doen, nooit iets doen tegen mijn wil.
Ook mijn fantasie kan ik op jou uitproberen, de tak uit mijn tuin naast die superzachte veer.....
En zijn we uitgespeeld en is de overgave compleet, dan houd ik van de stille glimlach rond je mond. Met mijn vinger volg ik de lijn van je lippen, mooie man. Jij geeft je over aan de ontspanning en ik bereid mij langzaam voor op je vertrek. Ik zoek je zachte buik en begraaf mijn hoofd, nog even koesteren, nog even gekoesterd worden.
Dan zet ik mijn voeten op de grond en kijk naar je. Mooie man, ik strek mijn arm en raak je aan, de afstand alvast overbruggend.
Samen aan tafel, eten om weer grond onder de voeten te krijgen en dan, afscheid.
Als je weg bent loop ik een poosje verloren door het huis. Trek de lakens recht, verstop mijn gezicht in je handdoek en snuif je geur op.
Totdat ik in staat ben weer over te gaan tot de orde van de dag".

Iedereen las zijn of haar tekst voor, in de groep. Er waren heel verschillende teksten en ja, er was verschil tussen de mannen en de vrouwen. Mannen schrijven makkelijker erotisch en wat harder. Tenminste, in onze groep was dat zo.



0 reacties

geen woorden


10 februari 2010.




Vandaag heb ik geen woorden. Niet om te denken en niet om te schrijven. Maar ik wil zo graag.

Gisteren de bibliotheek in Amsterdam bezocht, die hele grote naast het centraal station. Daar is werkelijk alles. Van bladmuziek tot romans. Via atlassen naar dvd's, klassieke cd's en jazz, soul en volksmuziek. Geschiedenis en wetenschap, ik ben er nog stil van.

Buiten was het stervenskoud en na een opklaring weer grijs met een harde wind die door de nauwe straat gierde. We wilden even naar het muziektheater aan het IJ, maar er is niets in de omgeving dat die wandeling aantrekkelijk maakt.

We wachtten op de klok van vier in het conservatorium om een leerlingen uitvoering mee te maken. Maar ze kwamen niet opdagen. Wel liep ik een vriendin tegen het lijf die daar werkt en zij gaf ons een korte rondleiding naar verschillende oefenruimten en performancezalen.

Het uitje eindigde in het Grand Café met een heerlijk glas martini.
Amsterdam, ik had zo graag van je genoten, je was te koud.
Ik ben (nog steeds) een stadsmens en Amsterdam is de enige stad waar ik altijd heimwee naar heb.Met het treurig stemmend gevoel, dat ik er niet meer moet gaan wonen.

Maar ik ga mij nog eens een hele dag in die bibliotheek amuseren in het krantencafé en de tijdschriftenafdeling. Met een pen en een notitieboek bij één van de vele computers daar.
Je weet maar nooit wat ik zal tegenkomen.
Voor nu, heb ik even geen woorden. Niet om te denken en niet om te schrijven.







0 reacties

lezen




6 februari 2010






Het is er langzaam ingeslopen. Het winterweer van de afgelopen weken maakte dat ik veel thuis bleef en weinig mensen zag, waardoor ik nu eindelijk eens de rust in mijzelf vond, dat boek, dat tijdschrift te lezen.
Op zoek naar mooie of aangrijpende zinnen, passages of artikelen heb ik alles met meer openheid, gevoeligheid gelezen.

In Filosofie magazine kwam ik een artikel tegen van Marc van Dijk over René Gude.
Het verhaalt over de ziekte van laatstgenoemde en zijn weer beter zijn en zijn gedachten over de dood. "Ik heb geen idee waar ik bang voor moet zijn".
Hij ontmoette twee medepatiënten, die niet beter werden.
René Gude vertelt hoe deze jongens naar voren keken zolang zij nog de kans op herstel voelden.

"Op het moment dat vast kwam te staan dat zij niet meer voorwaarts konden, hebben zij zich omgedraaid. Zij hebben de toekomst de rug toegekeerd en hebben hun laatste gang achteruitlopend afgelegd, om oogcontact te houden met de levenden".
Wat een mooie en beeldende manier van zien.

Zo gaat het niet voor iedereen die het nakijken heeft. Maar wanneer je zelf zo kunt kijken bij het sterven van iemand en de stervende zo naar jou kijkt, dan is er een eenheid van onvoorstelbare waarde en troost.
Ik heb het sterven van een klein kind meegemaakt en zowel dat kindje als de ouders keken zo naar elkaar. Het is zeker dertig jaar geleden maar de kracht die daarvan uitging kan ik nog voelen.
Ook het sterven van anderen heb ik van dichtbij meegemaakt, waar alleen van vernietiging sprake was. Dan heb je je eigen kracht hard nodig om daar niet in meegesleept te worden. Dan duurt het even voordat je de liefde weer kunt toelaten.

"Achteruit lopen om oogcontact te houden met de levenden".
Het kan ook andersom.
Toen een dierbare vriend van mij stervende was aan aids en helemaal niets meer kon en vreselijk leed, werd ik mij bewust dat ik hem vast hield met mijn ogen.
Hij kon niet meer focussen en ik moest mijn gezicht voor zijn ogen schuiven. In zijn blik zag ik dat hij niet kon loslaten. Dat hij mij vroeg dat voor hem te doen.

Ik ben achteruit gaan lopen en heb hem bij de hoek van de kamer los gelaten met mijn ogen. Toen kon hij sterven.







0 reacties

foto

2 februari 2010



Ze staat met haar rug naar mij toe, haar gezicht zie ik van de zijkant.
Op blote voeten, de tenen naar elkaar toegebogen. Ze heeft een bruine onderjurk aan, die net niet reikt tot over haar billen. Een enigszins mollig figuur. Aan haar benen kan ik zien dat ze oud is. Haar hoofd ligt op de schouder van een jonge man, gekleed in een bloes met lange mouwen en een lange broek.

Haar hoofd op zijn schouder, haar rechter hand in zijn linker en zijn rechterhand op haar rug.
Zijn wang tegen haar voorhoofd, ze glimlacht, maar ingehouden.
De foto is van Guus Dubbelman en staat in de Volkskrant, genomen tijdens een try-out van de Niet ver van mijn bed-show in Tilburg.


Maar los daar van. De foto toont een vrouw in een relatie met een jonge man. Het is niet een foto van een moeder en zoon.
Zij houdt van hem, hij is ongetwijfeld haar laatste minnaar.
Wanneer zij 's morgens in de spiegel kijkt, denkt ze vast 'hoe is het mogelijk dat hij er nog is'.
Misschien geniet ze nog van passie, zo lang als zij kan. Maar zoals zij daar staat, zie ik meer
'hou me vast, laat mij (nog) niet alleen. Geef mij je aandacht, je zachtheid, je streling'.
Hij heeft zijn ogen open maar zijn blik is geloken. Hij is zich bewust van wat er in haar omgaat.


Het is allemaal gespeeld, dat weet ik. Maar wat op het toneel gebeurt is een neerslag van het dagelijkse leven.
De foto vertelt vooral over de kwetsbaarheid van deze vrouw, haar behoefte en verlangen.
Dat vind ik mooi.


Niet ver van mijn bed-show: http://www.bejaarden-en-begeerte.nl/



a.vanmeerkerk@zonnet.nl