6 reacties

'zo buiten,zo binnen'



30.08.2011

Het is niet mijn bedoeling een klaagzang te houden over deze zomer. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje, behalve misschien die mensen die zo gelukkig zijn een tweede huis te bezitten in een zondoorwarmde streek. Maar dat een slechte zomer iets doet met je welbevinden is denk ik zonneklaar.
Eigenlijk wil ik maar het liefst in bed blijven liggen.Buiten is het grijs.Weer een dag zonder zon.Daglicht is ook zonlicht, houd ik mijzelf voor en in huis kan je het zo gezellig maken als je maar wilt.
Ja, leuk in de winter, zeur ik in mijn eigen hoofd,met een kaarsje en een lekker geurend stoofpotje op het fornuis, maar in de zomer wil ik buiten kunnen zijn.Zonder trui of jas en zonder dikke sokken in waterdichte schoenen.
Het enige sportieve in de vroege ochtend is mijn naar buiten glippen om twee sinasappels uit de tuin te halen om te persen.Om een beetje kleur buiten te hebben, staat mijn schaal met perssinasappels voor het raam.Mijn tweede sportieve actie is wanneer ik mijn potplanten van regenwater voorzie.Want, wat voor weer ook, die planten onder mijn terrasdak hebben water nodig.Ze hebben het niet echt goed gedaan, deze zomer. Het was of te heet of te koud.De Oleander staat nu heel voorzichtig in bloei.
De verleiding is groot om de hele dag de t.v.aan te zetten en te blijven hangen.T.V. is handig om geluid in huis te halen. De illusie van visite.Met slecht weer zie ik minder mensen dan wanneer iedereen naar buiten wil.
Iedere morgen lees ik mijn krant en zoek het weer van Rome op. Al weken lang zonnig en 29 graden of nog warmer. Die heerlijke droge warmte, waarin je wel het hoekje bij het huis opzoekt waar een windje om heen komt waaien.De keus van schaduw of zon, van vroeg opstaan en in de middag een siesta houden om dan in de late uren lang buiten te kunnen zijn.De druiven zullen er mooi bij hangen en hoe zou het zijn met de jonge olijvenboompjes, de moestuin. In gedachten loop ik het tuinpad af en sla rechtsaf de richting van Alviano Alto in.Het Mariakapelletje rechts, geschilderd in roze en blauwen; het kleine schilderachtige huisje links met zijn overdaad aan groene muurbedekking.Ik voel bijna de warmte op mijn huid en zie de warmte zinderen boven het asfalt.Dat wordt vanavond een wijntje op het terras....
Lang geleden moest ik een scriptie schrijven om mijn droomopleiding af te sluiten. Ik had er de zomermaanden voor gereserveerd.Het werd een bloedhete zomer, die van '95of '96.En inderdaad, ik stond om zes uur 's morgens op, deed wat ik had te doen, ging 's middags slapen en werkte in de namiddag nog een paar uur.Ik had nog geen pc. in die tijd, schreef en herschreef alles met de hand. 's Avonds was het fietsweer of rommelen in de tuin.Met een heerlijk koel wit wijntje tot besluit.
Ik weet nog hoe die zomer met zijn overdadig zonlicht en het werk dat ik had te doen, mij uit de schokgolf tilde waar de plotselinge dood van mijn man mij een jaar eerder in gegooid had.
Daglicht is zonlicht alleen indirect.Met die gedachte ga ik nu ook doen wat ik te doen heb.Het schijnt beter te worden, hoop doet leven.En dan breekt, aan het eind van de middag de zon door, tussen grote grijze en witte wolkformaties.Meteen komen de kinderen naar de speelplaats en is de levendigheid met geluiden en beweging terug.Een woonplek waar geen natuurlijk verloop is, zoals in een dorpskern of de stad; waar niet de beweging leeft van de gang naar een winkel, zo'n woonplek heeft de zon nodig waardoor kleur en schaduw,zich levendig aftekenen.Ik kijk naar buiten en zie het gebeuren, buren die over het hek geleund met elkaar kletsen ondertussen de kleinste dreumes in de gaten houdend op voornoemd speelpleintje.
Alles lijkt gemakkelijker, wanneer de zon schijnt.

8 reacties

foto's uit de oude doos.



25.08.2011

Onlangs mailde ik naar een goede vriend "ik wilde wel dat ik wat vriendelijker over mijn moeder kon spreken".
Het stoort mij dat ik dat niet kan.
Niet dat we ooit ruzie hebben gehad.Met mijn moeder kon je geen ruzie maken. Ze kneep gewoon haar lippen op elkaar en was gekwetst.
Het zegt vooral iets over mij, denk ik.
Ooit zei ze een keer tegen mij, toen ik mijn jongste bij de lurven greep:"Jij bent wel ongeduldig hé".
"Nee mam, ik ben duidelijk", zei ik terug en ze zei niets meer.
Veel later kwam de opmerking, toen ze weer bij ons op bezoek was:"Ik had nooit gedacht dat jij zo'n goede moeder zou zijn".
Mijn reactie was"En nu denk jij dat je mij een compliment geeft".
"Ja",zei ze ietwat verschrikt. Ik moest lachen.
"In feite, mam, vertel je mij nu dat je weinig vertrouwen in mij had,dat is heel iets anders".
Ze schrok zichtbaar en ik moest haar even knuffelen. "Stil maar, ik weet dat je het als compliment bedoelde".Ze haalde opgelucht adem en we gingen over tot de orde van de dag.
Zij was gek op onze dochters en is gewoon een leuke oma geweest. Daarmee maakte ze alles goed.
Ik wist als kind van vier al, dat ik niet het soort dochter was dat zij graag had willen hebben. Dat vond ik naar voor haar, maar daar kon ik toch niets aan doen, dacht ik als kleuter.Desondanks probeerde ik altijd goedkeuring te krijgen en haalde tegelijkertijd mijn schouders daarover op.

Sinds ik op mijn vorige blog die foto heb staan van haar in de keuken, verandert er iets bij mij.Vergroot, laat die foto haar zien toen haar leven was zoals zij het graag wilde, alles op rolletjes en geen problemen.Zij heeft altijd smakelijk verhaald over haar jeugd.Hoe haar grote broers, onder de plak bij hun moeder, haar voor hun karretje spanden en dingen lieten doen die ze zelf niet durfden.Het zondagse pak uit de kast halen op een doordeweekse avond,om indruk te maken op een meisje. Die kast stond in de kamer waar moeder een dutje deed.'Nellie' verdiende zo een stuivertje voor een hele week duimdrop.
Zij was het enige meisje uit het gezin, dat verder bestond uit twee oudere zussen, drie grote broers en na haar nog een nakomertje, dat mocht doorleren.Haar oudste zus had daar voor gezorgd. Ze ging naar de driejarige mulo en kwam daarna, als 14jarige, op een advocatenkantoor terecht.Daar heeft ze dingen gezien en gehoord die voor haar als 14jarige onbegrijpelijk waren.Toch heeft ze altijd met heimwee verhaald over die tijd.
Zij trouwde en met haar man vertrok ze uit Rotterdam naar Amsterdam. Eigen baas, zolang mijn vader op kantoor zat. In hun vrije tijd moest ze zich voegen.Mijn vader droeg haar op handen, maar ging het in huis niet zoals zij het wilde, dan kreeg ze migraine, minstens drie dagen lang.Ze was dan ook echt ziek.Ik wist dat het zo ging maar was te jong om het te snappen.Wetende dat ik niet de dochter was enzovoorts, keek ik haar, terug uit de ziekenkamer, naar de ogen om het zo plezierig mogelijk voor haar te maken.Dat patroon kon ik doorbreken toen ik op kamers ging wonen.
Vrij van haar goedkeuring werd ik toen mijn eigen kinderen kwamen.De zorg kwam terug nadat mijn vader stierf.De vader van mijn kinderen was toen al twee jaar dood.
Ik heb net een kort verhaal over haar laatste jaren afgerond. Na september hoop ik dat op internet te plaatsen.
Terwijl ik zo opnieuw met haar bezig was, rommelde ik ook door dozen vol foto's, want ik ben nog steeds aan het opruimen.Twee foto's vond ik, die ik niet kende.
Links, drie zussen.De oudste in het midden, mijn tante Wim,links de jongste, tante Zus(Jeanne), op de foto zes jaar en rechts mijn moeder, twaalf jaar, met een grote strik in het haar.Een meisje nog, een 'tabula rasa', zo blanco ben je alleen wanneer je jong bent en veilig.
De andere foto is van haar moeder, de oma waarnaar ik vernoemd ben en die ik nooit gekend heb.Ik lijk op haar, riep iedereen wanneer ik weer eens dwars lag, volgens mijn dierbare familie dan, welteverstaan.Mijn oma was goedlachs, kon vlijmscherp zijn en zelfs lachend, een tik uitdelen. Ik heb altijd bewondering voor haar gehad. Tien kinderen verliezen in twee jaar, dank zij een epidemie en dan overnieuw beginnen en nog eens zeven kinderen baren.Alle kinderen zijn 'goed'terecht gekomen. Zij regeerde met stevige hand.
Met een warme appeltaart in haar handen, is zij voor haar oven door de dood opgehaald. Genade.Zij was, voor zover ik dat kan inschatten, geen vrouw voor een slepend ziekbed.Stiekem hoop ik dat ik wat dat betreft ook op haar lijk.
Dat ik haar nooit gekend heb, vind ik nog altijd, een gedraaide loer van het leven.












13 reacties

korte verhalen




21.08.2011

In het Schrijven Magazine, las ik een interview met Ton Rozeman en een voorpublicatie van zijn boek Korte verhalen schrijven, een uitgave van De Schrijfbibliotheek van uitgeverij Augustus.
Ik ben meer proefondervindelijk ingesteld, maar in de voorpublicatie las ik een paar tips die ik zo concreet vind dat ik ze meteen wilde toepassen.Het boek heb ik dus besteld.Vooral het idee dat je een gegeven dat door het hele verhaal speelt, niet steeds hoeft te benoemen maar ook op andere manieren kunt duiden, deed mij meteen naar mijn eigen pennenvrucht, dat al weken lag te niksen, grijpen.
In het voorbeeld van Ton Rozeman komt een echtpaar met problemen voor, waarvan één probleem is dat de vrouw te dik is.Dat wordt éénmaal benoemd.Verderop in het verhaal koopt de man een weegschaal.Waardoor de te dikke vrouw weer in de aandacht van de lezer komt. Tot zover het artikel van Ton Rozeman.
Eigenlijk schrijf ik geen korte verhalen maar noem ik het miniaturen.Een kort, kort verhaal.Mijn spanningsboog is nooit lang geweest, ik heb het wel geprobeerd, soms lukte het ook wel, een kort verhaal van vijf pagina's maar ik voel mij het beste bij kort-kort.
De miniatuur over mijn moeder, lag ver weg gestopt, ik kon er niets mee, maar door bovengenoemd artikel te lezen zag ik het licht en haalde het weer te voorschijn.
Het verhaalt de laatste jaren van mijn moeder, die steeds meer de weg kwijt raakt,zich alleen voelt en angstig wordt.En wat doe je dan als dochter.Die machteloosheid van ons beiden.
Net zoals mijn moeder ben ik niet goed in conflicten maar ik ga ze niet uit de weg.
Mijn conflict bij het schrijven van mijn verhaal was, niet alleen de tragiek van mijn hoog bejaarde moeder, die zich niet alleen bewust is van wat ze kwijt is maar ook soms de indruk wekt te kiezen voor vergetelheid.Mijn tragiek is, dat ik aan haar kon zien wat mijzelf te wachten zal kunnen staan.Ik kan mij daar geen zorgen over maken, zegt mijn verstand, want alles gaat altijd anders dan dat je zelf bedenkt.
En toch....en toch zit ik op een ochtend mijn ontbijtje te eten, mijn blik op mijn tuin gericht en denk 'mijn mooiste plekje op aarde, want het is van mij'. Dan treft mij de gelijkenis. De tuin van mijn moeder is niet meer. Andere mensen kwamen in haar huis en namen bezit van haar mooiste plekje op aarde. Zij hebben de spa in haar grond gezet en na verloop van tijd was haar tuin niet meer. Er ging een wereld verloren.
Zo zal het ook mijn tuin vergaan.Anderen zullen de Cotoneaster omzagen, de Krent uit de grond trekken en de ingegraven waterbakken verwijderen.Het is hun goed recht en zo hoort het ook maar,opnieuw, gaat er een wereld verloren.
De foto's laten mijn moeder zien in haar Haarlemse keuken van waaruit zij zo de tuin in kon lopen om wat kruiden te knippen.En mijn moeder, 91 jaren oud, met haar vierde achterkleinkind,mijn eerste kleinkind, op schoot.
Toen ik haar een jaar later vertelde dat ook mijn jongste dochter zwanger was, haalde ze ietwat hulpeloos haar schouders op, alsof ze zeggen wilde 'wat moet ik ermee'. Dat was geen onverschilligheid, ze wist het echt niet meer. Die zomer overleed zij in de gezegende leeftijd van bijna 93 jaar.

4 reacties

herinneringen



14.08.2011

Ik zoek tussen mijn woorden en vind de zinnen niet, geen vorm vormt zich ook al rijg ik alle woorden in volgorde aan elkaar.
Dagen ben ik vervreemd van mijn eigen taal. Het leeft niet, creëert niet. Totdat ik begrijp wat er aan de hand is.
Door het opruimen van lades, dozen en kasten, ben ik met mijn verleden bezig, herinneringen, zowel de leuke als de minder geslaagden.
Verleden, het woord zegt het al. Niet dood maar wel verleden tijd,herinnering.
Gestolde woorden op papier.
Maar er moet opgeruimd worden, boeken op stapels gelegd en losse foto's in een map om later te rubriceren.
Ik vind een foto van mijn grootvader, een mooie foto.Op de achterkant staat geschreven 'vader van Meerkerk'. Het handschrift van mijn moeder. Waarom ze juist deze woorden heeft geschereven is mij een raadsel.Er spreekt afstandelijkheid uit. Vader van Meerkerk. Iedereen die er toe deed wist wie mijn grootvader was. Daar zorgde hij zelf wel voor en wie hem niet kende hoefde toch niet meer te weten. Mijn moeder hield niet van haar schoonfamilie. Zij vond ze bazig en wisten precies wat en hoe het moest gebeuren, bemoeials. Aan mijn oma heb ik geen herinneringen, zij stierf toen ik zes was of net zeven.In die tijd werd er niet zo vanzelfsprekend gereisd als tegenwoordig.
Een treintje ging uit rijden, van Amsterdam naar Rotterdam en soms zat ik achter een raampje. Aan het huis van mijn grootouders heb ik wel herinneringen. Een etage op de Hooidrift, drie kamers achter elkaar, een keukentje, zonder gas en warm water en een zijkamertje waarin een dochter praktijk hield als pedicure.Er liep een lange gang van het zijkamertje naar de keuken, daar kon je ongemerkt spelen.Vlakbij woonden een oom en tante met vier nichtjes, daar kwam ik graag.Mijn oom was een broer van mijn moeder en mijn tante een zus van mijn vader.Mijn nichtjes waren bijna mijn zusjes.
Mijn grootvader vond ik een leuke man, toen ik ouder werd en zijn gevoel voor humor kon waarderen. Hij knoopte met jan en alleman een praatje aan.Mijn moeder stond dan met kromme tenen te wachten tot ze door zouden lopen. Mijn vader had ook dat praatjesmaken-gen en eerlijk gezegd kan ik dat ook heel goed.Wat soms mijn dochters kromme tenen bezorgden.
Hij is oud geworden, mijn grootvader. Gestorven in de leeftijd van bijna 89 jaar.Ik was toen 23 jaren oud.Hij komt niet vaak in mijn gedachten voorbij maar als hij er is, dan ontlokt hij mij nog altijd een glimlach. Hij was zeer autoritair, altijd goed gekleed, misschien geen mooie man maar met zijn witte haren en snor en blauwe ogen onder een zwarte bolhoed, een persoonlijkheid. Zoals hij zei dat het moest, moest het.
Vader van Meerkerk, via zijn zoon, mijn vader, zijn er toch een paar genen van hem bij mij terecht gekomen. Ik heb er volledig vrede mee.

4 reacties

verledentijds kusjes




08.08.2011
Vanmorgen bedacht ik mij dat ik het liefst een hartig engels ontbijt zou willen eten.
Warme worstjes, plakje bacon, gebakken tomaatje en één of twee champignonnetjes.
De Herfst stond voor het keukenraam, vandaar.
Dat bracht mij een herinnering van lang geleden. Wij hielden vakantie, drie weken, in Bommerich, zeer Zuid-Limburg.Een prachtig gebied, een leuk vakwerkhuis met scheve vloeren, stevig rose gelakt en een helder gele scheve trap naar boven.Het paste wonderwel bij de witte muren gevakt in zwarte balken. Alleen, het regende dag en nacht. De verhuurster, Roos Vluggen, had zo met ons te doen, dat zij ons iedere morgen een versgebakken vlaai uit haar oven bracht.Wij hadden dagelijks de kachel aan. Met twee kleine kindjes is koukleumen niet gezond.
Ik was ook jarig in Bommerich. En mijn man vroeg wat ik voor mijn ontbijt wilde.
Pannenkoeken, riep ik vanuit een diepe behoefte aan warm.
Samen met een groot boeket, licht verregende veldbloemen, kreeg ik warme, knapperige pannenkoeken met veel stroop.Ook de kinderen kregen hun deel. En sindsdien hebben wij altijd op zondagmorgen pannenkoeken gegeten.
Met een glimlach om de herinnering ben ik naar boven gelopen. Een andere herinnering kwam te voorschijn.
Er was een tijd dat wij met briefjes aan elkaar hingen.De kinderen waren groter en gingen vaak hun eigen gang, hun vader werkte in wisselende uren en ik ging op en neer naar Den Haag, naar de akademie.Het kon gebeuren dat er een zalmslaatje in de koelkast geschoven werd met daarop een briefje "Hannes, smakelijk eten, de kinderen zijn naar een vriendinnetje en om zeven uur weer thuis en ik ben naar de kursus. Tot vanavond laat...".
Op het ogenblik hang ik in mijn eentje van briefjes aan elkaar.
De telefoon gaat en ik maak een notitie op de rand van de krant, die ik ervolgens opruim.Aantekening foetsie.Dit is maar één voorbeeld.Afspraken die ik maak, in haast op de krant, een los floddertje papier, aan de achterkant van een kassabon. Straks zal ik het in mijn agenda....maar dan zijn de papiertjes, over de tafel verspreid, met één armzwaai in een afvalbak geveegd en weg.
Nu begrijp ik waarom het maar niet opschiet met opruimen. Veel moet er weg, veel gaat door mijn handen en niet kunnend beslissen, leg ik het elders.
Eén doos(je) heb ik gered. Met de briefjes van vroeger.Ik heb ze gescand en drie staan nu boven mijn tekst.Sara met haar engels er tussendoor, ze had een goede bui, lees ik daar aan af.Rebeks die haar vader wat moest vragen en een mededeling van eigen pen.Verledentijds kusjes. Ik bewaar ze in een doosje