5 reacties

9/11 Memorial

Dames, zal ik van U beiden een foto maken?
Wij staan bij één van de twee bassins die onderdeel zijn van Ground Zero. Daar waar de fundamenten waren van de Twin  Towers liggen nu twee grote rechthoekige waterbassins. Omgeven door een grote balustrade, bronskleurig, waaruit de namen zijn gestanst van de mensen, omgekomen bij de ramp van 9/11.
Ik heb foto's gemaakt en was met mijzelf aan het overleggen of het wel gepast was een foto te maken van mijn schoonzus staande bij de bronzen balustrade. We staan tenslotte niet bij de Zaanse Schans.
Achter ons staat een bejaard echtpaar en de man steekt uitnodigend zijn hand uit naar mijn camera. Wanneer hij die op ons richt zie ik hoe zijn rechterhand beeft.
Als hij hem maar niet laat vallen, denk ik en, dat wordt geen scherpe foto. Maar mijn zorg is volkomen overbodig.
Met dat hij het toestel terug geeft zegt hij, wijzend op een naam ' U staat bij de naam van mijn broer'  en dan vallen wij stil. Hij knikt ons toe met een glimlach vol droefheid en wijst naar een naam. Onder de balustrade loopt een goot, gevuld met hetzelfde water dat langs de vier wanden naar beneden loopt en wegstroomt in een vierkante opening. Hij doopt een hand in het water en strijkt ermee over de naam en zet daarna met de wijsvinger een kruisje. Zijn vrouw doet het zelfde, wij kijken woordeloos toe.
'Goed dat u hier bent geweest 'zegt hij bij het weggaan, 'wij komen hier ieder jaar een keer'. Ze lopen hand in hand van ons weg en wij, wij kijken ze na.
Ik ontdek een witte roos in één van de letters van een andere naam.
Een martiaal figuur met badge en cowboyhoed maant een jongetje tot respectvol gedrag door niet over de balustrade te hangen en zijn jas, die hij over een paar namen heeft gelegd, over zijn arm te dragen. Het joch is een jaar of tien en doet wat de man zegt. Zijn vader kijkt zwijgend toe. Ik wil aan de praat komen met deze 'bewaker' en vraag iets onnozels. Hij schiet in de lach, het ijs is gebroken en hij vraagt of ik die witte roos gezien heb en wat ik daarbij denk.
'Iemand kwam langs, met een bloemetje' opper ik. Hij schudt zijn hoofd.
'Er is een fonds opgericht door nabestaanden en wanneer het, van één van de slachtoffers de geboortedatum is, krijgt hij/zij een witte roos'.
Hij vertelt verder dat hij brandweerman is geweest en dat zijn eenheid het eerste bij de torens was. Van zijn groep heeft hij zes mensen verloren en ook nog drie familieleden.
Ik vertel hem dat ik nog precies weet waar ik was toen het nieuws de wereld over ging. Ik zat met mijn kleindochter van drie maanden op schoot en dacht dat mijn schoonzoon nu toch wel een hele beroerde dvd op had gezet .Tot het tot mij doordrong dat dit echt was toen de verslaggever vertelde dat er ook een vliegtuig neergestort was in Washington met aan boord een vader met zijn drie maanden oude dochtertje dat hij aan zijn moeder wilde laten zien. Bij elke verjaardag van Lieve, denk ik ook aan dat omgekomen meisje met haar vader en aan haar moeder.
De man met zijn felblauwe ogen onder zijn cowboyhoed knikt en zegt ook 'goed dat u hier bent'.
Wij nemen afscheid en zoeken een bankje op om alles even goed te verwerken. De zon schijnt uitbundig, De pas geplante bomen hebben helder groene blaadjes en wij realiseren ons dat we zijn op de plaats van een grote wond. Te midden van het bruisende geluid van een wereldstad.















0 reacties
0 reacties
0 reacties
6 reacties

Wandelen door New York

De beste manier voor mij om een stad te leren kennen is wandelen. Lopen tussen de New Yorkers en doen zoals zij. Het straatbeeld is overzichtelijk omdat alles in rechte lijnen loopt, voor zover het de straten betreft. Geen namen maar nummers zodat je altijd weet waar je bent.
Oversteken doe je niet als het voetgangerslicht rood is. In Nederland natuurlijk wel maar in New York zeker niet. Je wordt ogenblikkelijk door een automobilist gecorrigeerd met luid getoeter. Dat is raar, want automobilisten doen regelmatig dat wat een ander niet mag. Zolang het licht groen is, rijden zij. Dat ze dan stil komen te staan op het kruispunt of in de bocht deert hen niet. Dat ze daarmee het verkeer dat optrekt vanaf een andere kant hinderen, ook niet. Het kruispunt is verstopt, de voetgangers die op hun beurt oversteken laveren er door heen. Ik heb dikke pret want niemand windt zich op, niemand scheldt en de middelvinger kent de New Yorker niet. Toeteren mag en ik denk dat dat de uitlaatklep is. Er wordt bij het minste geringste op de claxon gedrukt. Op het moment dat ik mag oversteken en een automobilist toch nog even tot aan de zebrastreep optrekt, steek ik mijn vinger uit naar de neus van zijn auto. 'Pas op jij' zeg ik met een grijns en de automobilist lacht terug. Hij kijkt wel uit. Ontspannen loop ik door, mij één voelend met de meute.