schrijven
22.11.2011
Dat moet ze even opschrijven, ze is het zo weer vergeten. Onder een stapel opengeslagen kranten vindt ze haar blocnote en even verder zoekend, een pen.
Wat wilde ze ook weer opschrijven? Zie je, daar heb je het nu.Ze is het kwijt.Ze wist zeker dat het belangrijk genoeg was om te onthouden en nu is ze het kwijt.
Dat gaat al dagen zo. Het lijkt wel of ze een gedachte nog geen vijf minuten kan vasthouden,dan komt de volgende en is ze de eerste kwijt.
Gek wordt ze ervan en ja, als ze eerlijk is, ook heel ongelukkig, onzeker.
Het is al zo'n onrustige tijd. Van de krant leest ze iedere morgen de koppen, meer hoeft niet. Het is toch alleen maar ellende, het houdt maar niet op.De collumns, daar geniet ze van.Die zou ze ook wel willen schrijven,voor zichzelf natuurlijk. Wat heerlijk als je zo je gedachten kunt ordenen en in een vorm kunt gieten.Rondschrijven,columns die eindigen zoals ze beginnen, daar beleeft ze het meeste plezier aan. Zelf springt ze van de hak op de tak. Daar heeft ze altijd haar schouders over opgehaald, jammer dan,als mensen dat van haar vonden.Ze heeft zoveel concentratieoefeningen gedaan en dan zag ze ineens de zon op een bepaalde manier...of de schittering van een kristal,gehangen in de tuin, die vonken spattend bewoog op de wind. Dan was de concentratie voor de oefening helemaal weg.Zij is een ogenmens, altijd geweest.Wanneer schoonheid haar blik treft, kan ze van verrukking haar adem inhouden en dan wil ze alleen nog maar een ander laten delen in die schoonheid.
Er is troost in schoonheid, zei ze ooit tegen een vriend, tijdens een afscheidstoer door Nederland.Ze stonden naast de auto en keken naar een blauwe sloot,ingebed in felgroen gras, het geel van het bloeiend koolzaad daar achter en een helder blauwe lucht met grote witte wolken daarboven.Volmaakte schoonheid in kleur en stilte.Er is troost in schoonheid.Een jaar later stierf de vriend in haar bijzijn aan aids.Het beeld van het Friese landschap van destijds heeft ze nog vaak opgeroepen, troost.
Ze ziet ieder vogeltje vliegen, zei ooit een lagere schooljuf en toen ze als kabouter werd geïnstalleerd kreeg ze de naam Snaterbekje.De ouders die er bij waren, schoten in de lach. Voor haar was de glans van die dag weg.Maar de naam was niet ten onrechte.
Troost door haar ogen en zelfredzaamheid via het gesproken woord.
Ze weet niet meer wat ze wilde schrijven, maar in verwondering teruglezend wat ze nu geschreven heeft, is er toch voldoening dat ze iets geschreven heeft wat haar bezighoudt.Het werd alleen anders.