Rotterdam

1 mei 2010

Afgelopen woensdag Rotterdam gezien zoals nog nooit.
Het is heel wat, een kind te zijn met alleen maar Rotterdamse familie en zelf geboren in Amsterdam. Samen met mijn broer, maar van hem kreeg ik weinig steun.
Ik was het kleinkind en nichtje, ver weg geboren en onbereikbaar door de oorlog. Vier jaar zal ik geweest zijn toen ik ontdekte dat ik een opa en oma had, ooms en tantes, nichtjes en neven. Het was een uitwedstrijd, in Rotterdam.
Ik was een kind dat zich niet op haar kop liet zitten en altijd reageerde op een opmerking, zeker als die denigrerend was waar het Amsterdam betrof. Goedmoedige plagerijen, dat wel.
In Rotterdam woont niemand meer. Al wie nog leeft heeft zich terug getrokken in de omgeving van die stad. Terug naar de 'roots' in Oud Beijerland en omstreken.

Maar, afgelopen woensdag de stad gezien, zoals nog nooit.
Samen met mijn schoonzus, die in Dordrecht woont, de ss.Rotterdam bezocht.
Nu ben ik in het verleden meerdere keren op boten geweest. Mijn broer ophalen, terug van een reis, hij was machinist; mijn neef ophalen, stuurman en ook de vriend van mijn broer, stuurman.
Terug naar woensdag j.l. Met de trein naar Rotterdam cs.; met de metro door tot de Rijnhaven. Vandaar gelopen naar en langs de Maashaven tot aan het Katendrechtse hoofd. Een stevig kwartier lopen, langs nieuwbouwhuizen die uitkijken op een haven in gebruik. Wij zouden daar wel kunnen wonen, zo aan dat water met zijn bedrijvigheid.
De bocht gerond van het Katendrechtse hoofd en daar ligt de ss.Rotterdam in al haar glorie.
Hoog boven het water. Een messcherpe boeg met even invallende flanken om dan uit te ronden naar de zijlijnen. Mijn pottenbakkershandpalmen kriebelen, nu ik dit zo beschrijf.
Ook van een boot is het trappenhuis de ziel. Dit trappenhuis met messing leuningen heeft prachtige ramen van glas op glas met 0nderwater taferelen en bovenwater afbeeldingen.
Zij dienden om de diverse klassen apart te houden. De eerste klaspassagiers niet bloot te stellen aan tweedeklas passagiers en die weer af te schermen van derdeklas reizigers. Apartheid alom.
We hebben een rondleiding gedaan, heerlijk gegeten op het dek, in de zon maar bovenal Rotterdam bekeken. Hoog boven het water zag ik hoe de Maas zich vertakt en de stad binnen stromend, ruimte heeft gecreëerd. De sky-line van Rotterdam is werkelijk schitterend. De wolkenkrabbers, van uiteen lopende materialen en kleuren gebouwd laten vooral de lucht, het water en de ruimte zien. Het was natuurlijk schitterend weer. Later, terug lopend langs een andere tak van de Maas, vooral de grote grasvelden, boompartijen en parkachtige aanleg gezien. Daar kunnen kinderen veilig spelen, zonder verkeershinder en open genoeg om slechte dingen niet verborgen te kunnen houden.
Het is een Rotterdam van goed onderhoud en natuur die aanwezig is.
Een laatste glas koel vocht op de Lijnbaan was een anticlimax. Verwaarloosd, armoedig en vooral grauw is die glorie van eens, geworden. Er schijnen plannen te zijn om de Lijnbaan een make-over te geven. Dat moet ook wel. Het lied van Conny Stuart, "Ik ben Ali cyankali, de gevaarlijkste vrouw van Rotterdam, zie mij eens fijn gaan op de Lijnbaan...." past niet meer.
Maar wat niet is, kan wel weer worden.

a.vanmeerkerk@zonnet.nl

btemplates

0 reacties:

Een reactie posten